Monumenten en technische voorschriften Bbl

Wijkt een omgevingsvergunning voor een monument of archeologisch monument af van de regels in de hoofdstukken 3 t/m 5 van het Bbl? Dan zijn alleen die voorschriften voor dat (archeologisch) monument uit die vergunning van toepassing. Deze voorrangsregel staat in artikel 2.8 Besluit bouwwerken leefomgeving.

Archeologische monumenten die een (voorbeschermd) gemeentelijk, provinciaal of rijksmonument zijn staan ook in het omgevingsplan, de omgevingsverordening, de Erfgoedwet of de Omgevingswet. Dit is zo omdat anders denkbaar is dat de omgevingsvergunning die rekening houdt met archeologische waarden in strijd is met de regels in de hoofdstukken 3 t/m 5 van het Bbl. De definitie van voorbeschermde monumenten staat in Bijlage IA, Bbl.

Omgevingsvergunning

Het kan dus gaan om een omgevingsvergunning voor:

1. een omgevingsplanactiviteit die geldt voor:
2. een activiteit in strijd met regels volgens artikel 4.2, lid 1, van de Omgevingswet, voor een monument of archeologisch monument waaraan in het omgevingsplan de functie van gemeentelijk of provinciaal monument is gegeven, of
3. een activiteit in strijd met een voorbereidingsbesluit volgens de artikelen 4.14, 4.15 of 4.16, lid.1, van de Omgevingswet. Dit geldt voor zover die activiteit in strijd is met regels in het voorbereidingsbesluit. Deze gaan over een (archeologisch) monument waarvoor het plan bestaat daaraan in het omgevingsplan of de omgevingsverordening de functie van gemeentelijk of provinciaal monument toe te kennen. Als een (archeologisch) monument al de functie van gemeentelijk of provinciaal monument heeft, geldt dit ook om de regels die daarvoor gelden in het omgevingsplan of de omgevingsverordening te wijzigen.
4. een activiteit waarvoor in de omgevingsverordening is bepaald dat het verrichten daarvan zonder omgevingsvergunning is verboden. Dit geldt als die activiteit gaat over een (archeologisch) monument waaraan in de omgevingsverordening de functie van provinciaal monument is aangewezen, of
5. een rijksmonumentenactiviteit (een rijksmonument of een voorbeschermd rijksmonument).

In al deze bovenstaande gevallen gaan de omgevingsvergunning en de specifieke voorschriften daarin boven vergelijkbare regels in de hoofdstukken 3 t/m 5 van het Bbl.

Veiligheid

Uit veiligheidsoverwegingen kan onder omstandigheden een beperking van de gebruiksmogelijkheden van het monument volgen. Bijvoorbeeld wanneer het volgens de omgevingsvergunning niet is toegestaan om het monument zodanig te verbouwen dat de volgens het Bbl vereiste vluchtroutes of brandcompartimenteringen aangebracht kunnen worden. Om het gebruik toch mogelijk te kunnen maken is een gelijkwaardige oplossing toegestaan. Ook kan in sommige gevallen bepaald worden organisatorische maatregelen te kiezen, in plaats van het aantal personen te beperken dat in het monument is toegestaan. Dit is ter beoordeling van het bevoegd gezag.

Handhaving

Handhaving is mogelijk als blijkt dat de staat van een (voorbeschermd) gemeentelijk, provinciaal of rijksmonument in strijd is met de regels voor bestaande bouw. En als het gaat om een situatie die niet staat in de omgevingsvergunning. Bij dat handhavend optreden geldt uiteraard dat de verbouwing of het herstel van het monument niet mag plaatsvinden zonder een omgevingsvergunning.