Binnenplanse omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit voor lokale (spoor)weg in de bruidsschat
In de bruidsschat omgevingsplan staan regels voor de aanleg of het wijzigen van al toegelaten lokale wegen en spoorwegen. Het bevoegd gezag heeft hiermee de mogelijkheid om het geluid te beoordelen bij de aanleg of wijziging.
Let op: Deze informatie over de bruidsschat gaat over regels zoals die golden op 1 januari 2024. Gemeenten kunnen per locatie nieuwe regels hebben gesteld. De actuele regels staan op Omgevingsloket - Regels op de kaart.
Toepassingsbereik
De regels in de bruidsschat omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) voor lokale wegen en spoorwegen staan in afdeling 22.4 Bruidsschat omgevingsplan. De regels gelden voor alle in het omgevingsplan toegelaten (spoor)wegen.
Uitgezonderd zijn hoofd(spoor)wegen, provinciale wegen en bij omgevingsverordening aangewezen lokale spoorwegen (artikel 22.271 Bruidsschat omgevingsplan). Deze regels gelden tot dat de gemeente een nieuw deel omgevingsplan heeft vastgesteld voor de locatie waar een weg is toegelaten.
Op de beoordeling van een buitenplanse omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit zijn de regels voor het toelaten van een lokale (spoor)weg van toepassing.
Vergunningplicht
Het is niet toegestaan om een weg of spoorweg aan te leggen of te wijzigen zonder een omgevingsvergunning binnenplanse omgevingsplanactiviteit als er een geluidgevoelig gebouw in het aandachtsgebied van die weg of spoorweg ligt (artikel 22.272 lid 1 Bruidsschat omgevingsplan). Het aandachtsgebied (artikel 22.273 Bruidsschat omgevingsplan) komt overeen met de omschrijving van de zone langs een (spoor)weg uit de Wet geluidhinder.
Beoordelen van geluid
Het bevoegd gezag beoordeelt het geluid door de aanleg of wijzigingen op geluidgevoelige gebouwen in het aandachtsgebied. De omgevingsvergunning wordt alleen verleend als de aanleg of wijziging van de (spoor)weg niet leidt tot meer geluid dan de grenswaarde van 70 dB (artikel 22.275 Bruidsschat omgevingsplan).
De initiatiefnemer verstrekt bij de aanvraag voor de vergunning een akoestisch onderzoek (artikel 22.274 Bruidsschat omgevingsplan) naar:
- het geluid dat geluidgevoelige gebouwen binnen het aandachtsgebied onmiddellijk voorafgaand aan de aanleg of wijziging ondervinden en in de toekomst zonder het treffen van maatregelen
- het geluid door andere wegen of niet te wijzigen delen van de weg, die leiden tot meer dan 2 dB op geluidgevoelige gebouwen
- de doeltreffendheid van maatregelen
Verder bevat de aanvraag, voor zover dat van toepassing is, een beschrijving van voorgenomen maatregelen en als nodig geluidwerende maatregelen.
Uitgezonderd van vergunningplicht
Een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit voor de aanleg of wijziging van een (spoor)weg is niet altijd nodig. In artikel 22.272 lid 2 en 3 Bruidsschat omgevingsplan, staan 14 uitzonderingen opgesomd. 2 voorbeelden zijn:
- wanneer het geluid van de weg niet meer dan 2 dB toeneemt ten opzichte van de laagste waarde van een eerder vastgestelde hogere waarde of de heersende waarde zonder het treffen van maatregelen
- wanneer het een weg is met een maximaal toegestane snelheid van 30 km/uur
De uitzonderingen in de bruidsschat zijn een voortzetting van de uitzonderingen uit de Wet geluidhinder.
Bruidsschat omgevingsplan
De 'bruidsschat omgevingsplan' bestaat uit regels die door het Rijk als onderdeel van het Invoeringsbesluit Omgevingswet automatisch zijn toegevoegd aan het tijdelijk deel van het omgevingsplan van alle gemeenten.
Gedurende de overgangsfase (tot eind 2031) gelden de regels van de bruidsschat, zolang de gemeente nog geen eigen regels heeft gesteld.