Overgangsbepalingen geluidgevoelig gebouw
Zowel voor het toelaten van nieuwe geluidgevoelige gebouwen als het toelaten van bestaande geluidgevoelige gebouwen in het omgevingsplan gelden er in een aantal situaties overgangsbepalingen voor geluid.
Toelaten bestaande geluidgevoelige gebouwen
Bestaande geluidgevoelige gebouwen
De instructieregels Geluidgevoelige gebouwen in geluidaandachtsgebieden (paragraaf 5.1.4.2a.4 van het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl)) zijn niet van toepassing op geluidgevoelige gebouwen die al rechtmatig op een locatie zijn toegestaan, op basis van het omgevingsplan of een omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Dit staat in artikel 5.78r, lid 2 Bkl. Er geldt een uitzondering voor vergunningvrije bouw- en gebruiksmogelijkheden uit artikel 22.36 bruidsschat omgevingsplan.
Vergunningvrije bouw- en gebruiksmogelijkheden
De vergunningvrije bouw- en gebruiksmogelijkheden uit artikel 22.36, bruidsschat omgevingsplan vallen in principe niet onder de eerbiedigende werking van artikel 5.78r, lid 2 Bkl. Voortzetting van deze regels in het nieuwe deel omgevingsplan betekent dat deze moeten voldoen aan de instructieregels voor (het toelaten van) geluidgevoelige gebouwen in paragraaf 5.1.4.2a.4 Bkl. Dit staat in artikel 12.9 Bkl. Hierop zijn 2 uitzonderingen.
Al gerealiseerde bouwwerken op een afstand van niet meer dan 4 m van het oorspronkelijk hoofdgebouw
Het gaat hierbij in het algemeen om een aan- of uitbouw. Het zou ook om een losstaand tuinhuis kunnen gaan, als dat is aan te merken als geluidgevoelig gebouw. Deze kunnen zonder beoordeling aan de regels over geluid toegelaten worden in het nieuwe deel van het omgevingsplan.
Gebouwen die in gebruik zijn als mantelzorgwoning
Gebouwen die in gebruik zijn als mantelzorgwoning, hoeven niet te voldoen aan de instructieregels voor (het toelaten van) geluidgevoelige gebouwen in paragraaf 5.1.4.2a.2 Bkl. Het gaat zowel om vergunningvrij gebouwde bijbehorende bouwwerken, als om met vergunning gebouwde bouwwerken die in afwijking van het omgevingsplan worden gebruikt voor mantelzorg. In het omgevingsplan moet staan dat alleen huisvesting in verband met mantelzorg is toegelaten en andere vormen van wonen niet. Als de mantelzorgwoning na afloop van de mantelzorgrelatie een reguliere woning kan worden, is toetsing vereist aan de regels voor het toelaten van geluidgevoelige gebouwen.
Omzetten dove gevel en gevel stad- en milieubenadering
In het nieuwe deel omgevingsplan wordt bepaald dat gevels die op basis van artikel 1b Wet geluidhinder waren aangemerkt als een 'dove gevel' niet-geluidgevoelige gevels met bouwkundige maatregelen zijn. Dit staat in artikel 12.13g, lid 1, onder a Bkl. Een gevel van een gebouw is alleen doof in de zin van de Wet geluidhinder als dat was vastgelegd in de regels van het bestemmingsplan of in een ander ruimtelijk besluit. Als de gevel nog niet is gebouwd, hoeft die niet zonder te openen delen te worden gebouwd. Hiervoor gelden alleen de bouwregels die zijn opgenomen in artikel 4.103b Bbl.
Gevels waarvoor met toepassing van de Interimwet stad-en-milieubenadering is afgeweken van de normering Wet geluidhinder, worden aangemerkt als niet-geluidgevoelige gevel. Dit staat in artikel 12.13g, lid 1, onder b Bkl.
Is de hoeveelheid geluid op bovenstaande gevels niet hoger dan de grenswaarde uit tabel 5.78u? Dan hoeft de gevel niet aangemerkt te worden als niet-geluidgevoelige gevel. Dit staat in artikel 12.13g, lid 2 Bkl. Bijvoorbeeld als het geluid is afgenomen sinds de tijd dat de gevel als 'dove gevel' is aangemerkt.
Toelaten functies of activiteiten en gebouwen op een locatie
Een aantal overgangsbepalingen is gericht op het toelaten van functies of activiteiten op een locatie. Deze gelden bij alle instrumenten waarmee functies of activiteiten worden toegelaten, zoals het omgevingsplan, de omgevingsverordening, de omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit en het projectbesluit.
Toelaten geluidgevoelig gebouw
Toelaten geluidgevoelig gebouw en aanscherping grenswaarden
Via het Aanvullingsbesluit geluid is het normenstelsel in het Bkl vereenvoudigd. Hierdoor zijn enkele grenswaarden aangescherpt:
- de maximale waarde voor het toelaten van nieuwe geluidgevoelige gebouwen bij spoorwegen: van 68 dB naar een grenswaarde van 65 dB
- de maximale waarde voor rijkswegen die geen autoweg of autosnelweg zijn, en waarbij het gebouw binnen de bebouwde kom ligt: van 63 dB (na toepassing van de aftrek op basis van artikel 110g Wet geluidhinder) naar een grenswaarde van 60 dB
Artikel 12.13h Bkl regelt een overgangssituatie voor bouwplannen waarvoor niet geanticipeerd kon worden op de aanscherping omdat die nog niet gepubliceerd was. Afwijken van de grenswaarden mag als het akoestisch onderzoek voor het geluidgevoelig gebouw verricht is voor 1 januari 2021. Daarnaast mag het geluid niet meer dan 3 dB hoger zijn dan de grenswaarde uit tabel 5.78u Bkl (bij wegverkeer mag de aftrek artikel 110g Wet geluidhinder worden toegepast).
Toelaten geluidgevoelig gebouw in geluidzone Wet geluidhinder
- voor het toelaten van een geluidgevoelig gebouw in de geluidzone van een provinciale weg: zie Provinciale weg zonder gpp
- voor het toelaten van een geluidgevoelig gebouw in de geluidzone van een gezoneerd industrieterrein: zie Industrieterrein zonder gpp
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.