Overgangsbepalingen bij toelaten of wijzigen geluidbron
Bij het toelaten of wijzigen van een geluidbron gelden voor een aantal situaties overgangsbepalingen geluid.
Toelaten activiteiten: eerbiedigende werking hogere binnenwaarden
Bij het toelaten van activiteiten op een locatie gelden de instructieregels over geluid in paragraaf 5.1.4.2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)). De hoofdregel is dat het omgevingsplan borgt dat het geluid door activiteiten in geluidgevoelige ruimten niet hoger is dan de grenswaarde van het Bkl.
Het kan voorkomen dat voor een activiteit bij inwerkingtreding van het Bkl meer geluid is toegestaan in een omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift dan de grenswaarde voor geluidgevoelige ruimte. Een andere situatie is die van bedrijven waarvoor onder het oude recht afwijkende perioden golden, zoals agrarische bedrijven en tankstations. Ook daarvoor is het soms niet mogelijk om te voldoen aan de grenswaarden voor geluidgevoelige ruimten, met name de maximale geluidniveaus.
Het bevoegd gezag kan dergelijke bestaande situaties eerbiedigen bij het vaststellen van het nieuwe deel van het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Dit is voor omliggende geluidgevoelige gebouwen geregeld in artikel 5.66, lid 2, onder b Bkl, en voor in- en aanpandige geluidgevoelige gebouwen in lid 5 van dat artikel.
Uitgestelde werking instructieregels bij eerste vaststelling geluidproductieplafonds industrieterreinen
Artikel 12.2a Bkl regelt dat als een gemeente er voor kiest om eerst alleen het gezoneerde industrieterrein om te zetten naar een industrieterrein (op basis van artikel 12.2 Bkl) dat niet voldaan hoeft te worden aan artikel 5.87f Bkl. Dit artikel schrijft voor dat het omgevingsplan regels bevat over activiteiten gericht op het voldoen aan de geluidproductieplafonds (gpp's). Als het gezoneerde industrieterrein wordt omgezet naar een industrieterrein met gpp's op basis van artikel 12.2 Bkl zal de geluidbeheersing nog mede geregeld zijn met vergunningvoorschriften voor milieubelastende activiteiten die geen onderdeel van het omgevingsplan zijn.
Toelaten of wijzigen geluidsbron en bestaande dove gevel en gevel stad- en milieubenadering in het omgevingsplan
Er is een overgangsbepaling voor bestaande dove gevels, en voor gevels waar een hogere geluidbelasting is toegelaten op basis van de Interimwet stad-en-milieubenadering (stap 3-besluit). Voor deze gevels gelden de instructieregels niet bij besluiten over:
- geluidproductieplafonds
- het aanleggen of wijzigen van wegen of spoorwegen zonder geluidproductieplafonds
- andere wijzigingen van het omgevingsplan met akoestische effecten
Het gaat hier om de instructieregels van afdeling 3.5, en de paragrafen 5.1.4.2, 5.1.4.2a.3, 5.1.4.2a.5 en 5.1.4.2a.6 Bkl. Dit staat in artikel 12.13e Bkl.
Een gevel van een gebouw is alleen doof in de zin van de Wet geluidhinder, als dat was vastgelegd in de regels van het bestemmingsplan of in een ander ruimtelijk besluit.
Vergunningvrije bouw- en gebruiksmogelijkheden in het omgevingsplan
Er is een overgangsbepaling voor de specifieke categorie bouwwerken die op basis van artikel 22.36 van de bruidsschat omgevingsplan 'van rechtswege in overeenstemming' zijn met het omgevingsplan. Het gaat onder andere om de uitbreidingen van woningen, of het gebruik van bijbehorende bouwwerken als mantelzorgwoning. Voor deze bouwwerken gelden de instructieregels niet bij besluiten over:
- geluidproductieplafonds (afdeling 3.5 Bkl)
- het aanleggen of wijzigen van wegen of spoorwegen zonder geluidproductieplafonds
- andere wijzigingen van het omgevingsplan met akoestische effecten
Het gaat hier om de instructieregels van afdeling 3.5, en de paragrafen 5.1.4.2a.2, 5.1.4.2a.3, 5.1.4.2a.5 en 5.1.4.2a.6 Bkl. Dit staat in artikel 12.8 Bkl.
Bestaande mantelzorgwoningen
Er is een overgangsbepaling voor mantelzorgwoningen die zijn gerealiseerd voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of op basis van het tijdelijke deel omgevingsplan. Voor deze mantelzorgwoningen gelden de instructieregels niet bij besluiten over:
- geluidproductieplafonds
- het aanleggen of wijzigen van wegen of spoorwegen zonder geluidproductieplafonds
- andere wijzigingen van het omgevingsplan met akoestische effecten
Het gaat hier om de instructieregels van afdeling 3.5, en de paragrafen 5.1.4.2a.2, 5.1.4.2a.3, 5.1.4.2a.5 en 5.1.4.2a.6 Bkl. Dit staat in artikel 12.8 Bkl voor het tijdelijk deel omgevingsplan en in artikel 12.10 Bkl voor het nieuw deel omgevingsplan.
Deze laatste overgangsbepaling houdt betekenis tot het einde van de bestaande mantelzorgrelaties.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.