Geluidsanering wegen van provincies, gemeenten en waterschappen
De provincie, gemeente en het waterschap (hierna: bevoegd gezag) nemen maatregelen voor het oplossen van bestaande knelpunten door geluid van (spoor)wegen. Zij stellen hiervoor een saneringslijst vast en een programma met maatregelen. Het Rijk vergoedt onder voorwaarden de kosten van deze maatregelen.
Verplichte saneringslijst geluidgevoelige gebouwen
Het bevoegd gezag stelt een verplichte 'Lijst met vanwege het geluid te saneren gebouwen' (saneringslijst) vast. Op deze saneringslijst staan alle geluidgevoelige gebouwen met een geluidbelasting boven de grenswaarde. Ook geluidgevoelige gebouwen die langs een drukke 30 km/uur weg liggen, horen op de lijst. De geluidbelasting bepaalt de gemeente op basis van dezelfde verkeersgegevens als voor de bepaling van de basisgeluidemissie.
De grenswaarde voor geluid door provinciale wegen is 65 dB, bij volledige benutting van de vastgestelde geluidproductieplafonds. Voor provinciale wegen binnen de bebouwde kom geldt een hogere waarde van 5 dB boven de grenswaarde.
De grenswaarde voor geluid door lokale (spoor)wegen is 70 dB. De geluidbelasting bepaalt de gemeente op basis van dezelfde verkeersgegevens als voor de bepaling van de basisgeluidemissie.
Sommige geluidgevoelige gebouwen mogen niet op de saneringslijst staan. Dit zijn bijvoorbeeld woningen die een hogere waarde hebben gekregen via de Interimwet stad-en-milieubenadering. Ook eerder gesaneerde gebouwen mogen niet op de saneringslijst (artikel 15.2, lid 3 Omgevingsbesluit).
Het bevoegd gezag kan de lijst pas vaststellen nadat een ontwerplijst is gepubliceerd. Bij de publicatie van deze lijst geeft het aan hoe burgers en instanties worden betrokken bij de vaststelling van de lijst. Ook moet het bevoegd gezag de minister van Infrastructuur en Waterstaat de mogelijkheid geven om een zienswijze in te dienen. Na vaststelling brengt het bevoegd gezag de minister op de hoogte.
De lijst stelt het bevoegd gezag samen op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip (artikel 15.2, lid 2 Omgevingsbesluit).
Saneringsprogramma voor geluidgevoelige gebouwen
Gebouwen op de saneringslijst
Het bevoegd gezag stelt een programma vast voor de gebouwen op de saneringslijst. In dit programma staan de geluidbeperkende maatregelen om de hoge geluidbelastingen terug te brengen. Maatregelen kunnen bestaan uit bronmaatregelen, afscherming of geluidwerende maatregelen aan de gevels van geluidgevoelige gebouwen (artikel 12.12 Bkl). Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat de grenswaarde in geluidgevoelige ruimten (binnenwaarde) niet wordt overschreden. Voor een geluidgevoelig gebouw van vóór 1982 is dit maximaal 41 dB. Voor overige geluidgevoelige gebouwen is dit 36 dB (tabel 3.53 Bkl). Ook kan het bevoegd gezag besluiten om in het gebouw geen geluidgevoelige functie meer toe te staan.
Het programma (artikel 22.18 Omgevingswet) kan ook een onderdeel zijn van een ander programma. Bijvoorbeeld het actieplan geluid van gemeenten met een Europese karteringsverplichting.
Uiterlijk 18 juli 2039 stelt het bevoegd gezag het saneringsprogramma vast (artikel 22.18 Omgevingswet). Dat betekent dat dan alle gebouwen van de saneringslijst in een programma zijn opgenomen. Deze tijd is voldoende om saneringsmaatregelen te koppelen aan groot onderhoud aan de weg.
Gebouwen niet op de saneringslijst
Gemeenten kunnen er ook voor kiezen geluidgevoelige gebouwen in het programma op te nemen, die niet op de saneringslijst staan. Dit is geheel vrijwillig. Voorwaarde is dat deze gebouwen op 1 januari 2009 onderdeel uitmaakten van de saneringsvoorraad (de saneringsobjecten op basis van de Wet geluidhinder) en de geluidbelasting minimaal 66 dB bedraagt (artikel 12.11, lid 2 Bkl).
Subsidie voor saneringsmaatregelen
De kosten voor het treffen van geluidbeperkende en geluidwerende maatregelen vergoedt het Rijk (artikel XI Aanvullingsbesluit geluid). Dit geldt alleen bij geluidgevoelige gebouwen die een geluidbelasting hebben boven de grenswaarde van 70 dB. Voor geluidgevoelige gebouwen met een geluidbelasting van 66 dB tot en met 70 dB bestaat de mogelijkheid tot cofinanciering. Het Rijk vergoedt maar een deel van de maatregelen voor deze gebouwen. De gemeente kan hiervoor een verzoek indienen vóór 1 januari 2040 (artikel XI, lid 1, onder c Aanvullingsbesluit geluid).
Regeling sanering verkeerslawaai 2024
De voorwaarden voor de rijksbijdrage voor het treffen van geluidbeperkende en geluidwerende maatregelen staan in de Regeling sanering verkeerslawaai 2024 (Staatscourant 2023 nr. 32620). Het bevoegd gezag kan een projectbijdrage vragen of een budgetbijdrage voor de maatregelen. Een projectbijdrage is voor een afgebakend aantal te saneren geluidgevoelige gebouwen, die meestal in 1 of meerdere clusters langs dezelfde weg liggen. Een budgetbijdrage is bedoeld voor een programmatische aanpak van sanering voor organisaties die een groot aantal geluidgevoelige gebouwen gaan saneren. Projectbijdragen kunnen jaarlijks worden aangevraagd, budgetbijdragen vijfjaarlijks. Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV) neemt de aanvragen in behandeling namens de minister.