Geluidsanering wegen onder beheer van gemeenten en waterschappen
De gemeente en het waterschap (hierna: bevoegd gezag) nemen maatregelen voor het oplossen van bestaande knelpunten door geluid van lokale (spoor)wegen. Zij stelt hiervoor een saneringslijst vast en een programma met maatregelen. Het Rijk vergoedt onder voorwaarden de kosten van deze maatregelen.
Verplichte saneringslijst geluidgevoelige gebouwen
Het bevoegd gezag stelt een verplichte 'Lijst met vanwege het geluid te saneren gebouwen' (saneringslijst) vast. Op deze saneringslijst staan alle geluidgevoelige gebouwen met een geluidbelasting boven de grenswaarde van 70 dB. Ook geluidgevoelige gebouwen die langs een drukke 30 km/uur weg liggen, horen op de lijst. De geluidbelasting bepaalt de gemeente op basis van verkeersgegevens op het tijdstip van inwerkingtreding van het Omgevingsbesluit (artikel 15.2 lid 2). Deze verkeersgegevens gebruikt het bevoegd gezag ook voor de bepaling van de basisgeluidemissie.
Sommige geluidgevoelige gebouwen mogen niet op de saneringslijst staan. Dit zijn bijvoorbeeld woningen die een hogere waarde hebben gekregen via de Interimwet stad-en-milieubenadering. Ook eerder gesaneerde gebouwen mogen niet op de saneringslijst (artikel 15.2 lid 3 Omgevingsbesluit).
Het bevoegd gezag kan de lijst pas vaststellen nadat een ontwerplijst is gepubliceerd. Bij de publicatie van deze lijst geeft ze aan hoe burgers en instanties worden betrokken bij de vaststelling van de lijst. Ook moet het bevoegd gezag de minister van Infrastructuur en Waterstaat de mogelijkheid geven om een zienswijze in te dienen. Na vaststelling brengt ze de minister op de hoogte.
De lijst stelt het bevoegd gezag samen op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip (artikel 15.2 lid 2).
Saneringsprogramma voor geluidgevoelige gebouwen
Gebouwen op de saneringslijst
Het bevoegd gezag stelt een programma vast voor de gebouwen op de saneringslijst. In dit programma staan de geluidbeperkende maatregelen om de hoge geluidbelastingen terug te brengen. Maatregelen kunnen bestaan uit bronmaatregelen, afscherming of geluidwerende maatregelen aan de gevels van geluidgevoelige gebouwen (artikel 12.12 Bkl). Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat de grenswaarde in geluidgevoelige ruimten (binnenwaarde) niet wordt overschreden. Voor een geluidgevoelig gebouw van vóór 1982 is dit maximaal 41 dB. Voor overige geluidgevoelige gebouwen is dit 36 dB (tabel 3.52 Bkl).
Ook kan het bevoegd gezag besluiten om in het gebouw geen geluidgevoelige functie meer toe te staan.
Het programma (artikel 22.18 Omgevingswet) kan ook een onderdeel zijn van een ander programma. Bijvoorbeeld het actieplan geluid van gemeenten met een Europese karteringsverplichting.
Uiterlijk 18 juli 2038 stelt het bevoegd gezag het saneringsprogramma vast (artikel 22.18 Omgevingswet). Dat betekent dat dan alle gebouwen van de saneringslijst in een programma zijn opgenomen. Deze tijd is voldoende om saneringsmaatregelen te koppelen aan groot onderhoud aan de weg.
Gebouwen niet op de saneringslijst
Gemeenten kunnen er ook voor kiezen geluidgevoelige gebouwen in het programma op te nemen die niet op de saneringslijst staan. Dit is geheel vrijwillig. Voorwaarde is dat deze gebouwen op 1 januari 2009 onderdeel uitmaakten van de saneringsvoorraad (de saneringsobjecten op grond van de Wet geluidhinder) en de geluidbelasting minimaal 66 dB bedraagt (artikel 12.11 lid 2 Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)).
Subsidie voor saneringsmaatregelen
De kosten voor het treffen van geluidbeperkende en geluidwerende maatregelen vergoedt het Rijk (artikel XI, afdeling 3.3. ‘Overgangsrecht sanering). Dit geldt alleen bij geluidgevoelige gebouwen die een geluidbelasting hebben boven de grenswaarde van 70 dB. Voor geluidgevoelige gebouwen met een geluidbelasting van 66 dB tot en met 70 dB bestaat de mogelijkheid tot co-financiering. Het Rijk vergoedt maar een deel van de maatregelen voor deze gebouwen. De gemeente kan hiervoor een verzoek indienen vóór 1 januari 2040 (artikel XI lid 1 onder c Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet).
De exacte eisen voor de aanvraag voor subsidie stelt het Rijk op een later tijdstip op. De regeling bouwt voort op de bestaande subsidieregeling 'Sanering verkeerslawaai'. De nieuwe regeling zal de criteria van verdeling van het budget beschrijven en de procedure van aanvraag en verantwoording.