Vaststellen besluit tot treffen van geluidwerende maatregelen
Een besluit tot treffen van geluidwerende maatregelen kan nodig zijn bij verandering van het geluid door een geluidbron met een geluidaandachtsgebied. Het bevoegd gezag moet in de meeste situaties besluiten tot het treffen van maatregelen als het geluid in een geluidgevoelige ruimte hoger is dan de grenswaarde.
Beschrijving van het besluit
In een besluit tot het treffen van geluidwerende maatregelen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) beslist het bevoegd gezag of en zo ja, welke geluidwerende maatregelen aan een gebouw nodig zijn (artikel 3.53 Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)). Het is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
Bevoegd gezag
De volgende bestuursorganen kunnen een besluit tot het treffen van geluidwerende maatregelen nemen:
- het college van burgemeester en wethouders
- het dagelijks bestuur van het waterschap
- Gedeputeerde Staten
- de minister van Infrastructuur en Waterstaat
Aanleiding tot nemen van besluit
Het bevoegd gezag neemt een besluit in de volgende situaties:
- het vaststellen van een geluidproductieplafond waarbij de eisen die gelden bij meer geluid dan de standaardwaarde zijn toegepast. Of waarbij maatregelen zijn getroffen bij onjuiste gegevens in het geluidregister (artikel 3.52, lid 1, onder a, sub 2, en lid 1, onder c en d, en lid 3 Bkl).
- bij het toelaten van (een significante wijziging van) een gemeenteweg, lokale spoorweg of waterschapsweg die leidt tot een toename van het geluid in het maatgevende jaar ten opzichte van het geluid voorafgaand aan die wijziging (artikel 3.52, lid 1, onder a, sub 3 Bkl). Hierbij heeft het bevoegd gezag de eisen die gelden bij meer geluid dan de standaardwaarde toegepast (artikel 5.78m Bkl).
- het vaststellen van omgevingsplan veroorzaakt een toename van de verkeersintensiteit op een weg of spoorweg waardoor geluid op een geluidgevoelig gebouw meer dan 1,5 dB toeneemt (artikel 3.52, lid 1, onder a, sub 3 Bkl). Hierbij heeft het bevoegd gezag de eisen aan die toename uit artikel 5.78af Bkl toegepast.
- als uit monitoring blijkt dat sprake is van 1.5 dB toename ten opzichte van de basisgeluidemissie én er een overschrijding van de grenswaarde is (artikel 3.28, lid 2 Bkl). Hierbij heeft het bevoegd gezag deze overschrijding niet weg kunnen nemen door het treffen van geluidbeperkende maatregelen (artikel 3.52, lid 1, onder a sub 1, en lid 1, onder b Bkl).
Een besluit tot het treffen van geluidwerende maatregelen neemt u níét bij het toelaten van een nieuw geluidgevoelig gebouw in het aandachtsgebied van een geluidbronsoort. Daarvoor gelden de algemene rijksregels over geluidwerende maatregelen.
Wanneer geluidwerende maatregelen
Het bevoegd gezag neemt altijd een besluit. Zowel in de situatie dat het bevoegd gezag besluit tot het treffen van maatregelen, als in de situatie dat het bevoegd gezag besluit tot het niet treffen van maatregelen.
Het bevoegd gezag treft maatregelen als het geluid hoger is dan de grenswaarde in geluidgevoelige ruimten. Deze grenswaarde wordt in het Bkl de binnenwaarde genoemd. In de meeste gevallen is dat 36 dB (tabel 3.53 Bkl). Uitzonderingen zijn transformaties en saneringssituaties. Daar is de binnenwaarde 41 dB. De maatregelen zorgen ervoor dat karakteristieke geluidwering ten minste 3 dB groter is dan het verschil tussen het gezamenlijke geluid en de binnenwaarde (artikel 3.53, lid 2 Bkl).
Het bevoegd gezag hoeft geen of minder geluidwerende maatregelen te treffen in de volgende situaties:
- bij zwaarwegende bezwaren van bouwkundige aard, mits alle andere mogelijke maatregelen wel worden getroffen (artikel 3.53, lid 3 Bkl)
- als de eigenaar geen medewerking verleent aan:
- het onderzoek of
- het treffen van geluidwerende maatregelen (artikel 3.53, lid 4, sub a en b Bkl)
- bij gebreken aan het gebouw (artikel 3.53, lid 4, onder c, en lid 5 Bkl)
- wanneer het gebouw binnen 5 jaar wordt gesloopt of dat het omgevingsplan over 5 jaar geen geluidgevoelig gebouw op die locatie toelaat (artikel 3.50, lid 4, onder d Bkl)
- als het geluid door een geluidbronsoort waarvoor een gpp wordt vastgesteld ten minste 6 dB lager is dan het gezamenlijke geluid (artikel 3.53, lid 4, onder e Bkl).
Wijziging van het besluit
Het bestuursorgaan kan het besluit tot treffen van geluidwerende maatregelen wijzigen in een besluit om geen geluidwerende maatregelen te treffen. Dit kan alleen wanneer de eigenaar (dus niet de huurder) na het vaststellen zijn toestemming intrekt of zijn medewerking niet verleent (artikel 3.54 Bkl).
Geluidwerende maatregel
Maatregel aan een geluidgevoelig gebouw ter beperking van het geluid in dat gebouw. Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.