Situaties waarbij bevoegd gezag instructieregels toepast
De instructieregels uit artikel 5.76 en 5.77 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)) richten zich op het toelaten van civiele buitenschietbanen op een locatie via een omgevingsplan, omgevingsplanactiviteit of projectbesluit. Deze instructieregels zijn ook van toepassing op het toelaten van een geluidgevoelig gebouw bij een bestaande buitenschietbaan.
Bij civiele buitenschietbanen gaat het om exploitatie:
- in de buitenlucht
- in een gebouw zonder afdekking, of
- in een gebouw met een open zijde
Op deze banen schieten mensen met vuurwapens. Daarom valt een kleiduivenbaan hier wel onder, maar een paintballterrein niet.
Waarop de instructieregels precies van toepassing zijn staat op de pagina's:
Waarden en eisen bij beoordelen aanvaardbaar geluid
Het bevoegd gezag moet via direct werkende regels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in het omgevingsplan zorgen dat het geluid van deze specifieke activiteiten bij geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is en aan de eisen uit de instructieregels voldoet. De instructieregels voor het toelaten van een civiele schietbaan in artikel 5.76 Bkl omvatten:
- het hanteren van standaardwaarden
- het hanteren van lagere waarden dan standaardwaarden: flexibiliteit op gebiedsniveau of bij een concrete situatie
Met het toepassen van de instructieregels van artikel 5.76 Bkl wordt voldaan aan de eis van aanvaardbaarheid van artikel 5.59, lid 2 Bkl. Dat regelt artikel 5.77 Bkl.
Standaardwaarde
Het bevoegd gezag neemt een waarde op om de aanvaardbaarheid van een civiele buitenschietbaan te regelen. Als het bevoegd gezag de standaardwaarde hanteert, is het geluid ervan bij geluidgevoelige gebouwen in ieder geval aanvaardbaar. De standaardwaarde voor geluid door het gebruik van een civiele buitenschietbanen op een geluidgevoelig gebouw is 50 dB Bs,dan. Dit staat in artikel 5.76, lid 2 Bkl.
Flexibiliteit op gebiedsniveau of bij een concrete situatie
Het Bkl biedt met artikel 5.76, lid 3, een mogelijkheid voor flexibiliteit voor het geval dat de standaardwaarde niet leidt tot het gewenste evenwicht tussen beschermen en benutten. De gemeente kan in het omgevingsplan bij geluidgevoelige gebouwen een lagere waarde opnemen dan de standaardwaarde.
Voor het geluid van een civiele schietbaan of combinatie van civiele schietbanen mag de waarde in het omgevingsplan hoger zijn dan 50 dB Bs,dan. De waarde mag niet hoger zijn dan 55 dB Bs,dan (artikel 5.76, lid 3 , onder a Bkl).
Het is niet toegestaan de aanvaardbaarheid van het geluid te bereiken door het stellen van andere en/of aanvullende regels in het omgevingsplan. Dit staat in artikel 5.76, lid 4 Bkl. Andere regels zijn bijvoorbeeld gebruiks- en bouwregels, en het opnemen van een binnenwaarde.