Instructieregels toelaten geluidgevoelig gebouw in een geluidaandachtsgebied
Bij het toelaten van een geluidgevoelig gebouw in een geluidaandachtsgebied beoordeelt het bevoegd gezag het geluid. De instructieregels bevatten waarden en eisen voor het beoordelen van geluid.
Situaties waarbij bevoegd gezag instructieregels toepast
Bij het toelaten van een geluidgevoelig gebouw in een geluidaandachtsgebied past het bevoegd gezag de instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2a.4 'Geluidgevoelige gebouwen in geluidaandachtsgebieden' van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) toe. De volgende geluidbronsoorten hebben een geluidaandachtsgebied: rijkswegen, provinciale wegen, gemeentewegen, waterschapswegen, hoofdspoorwegen, lokale spoorwegen en industrieterreinen. Aanpassing van bestaande regels in het omgevingsplan is toelaten, zoals bijvoorbeeld het wijzigen van het beschermingsniveau of de functie van een gebouw.
Voor tijdelijke geluidgevoelige gebouwen die het omgevingsplan voor niet meer dan 10 jaar toelaat, is alleen de centrale regel over de aanvaardbaarheid van geluid van toepassing.
Het bevoegd gezag past de instructieregels toe bij het vaststellen van een omgevingsplan, omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of een projectbesluit.
Waarop de instructieregels precies van toepassing zijn, staat op de pagina Toepassingsbereik instructieregels over geluidgevoelig gebouw.
Waarden en eisen voor bescherming gezondheid en milieu
Een omgevingsplan voorziet erin dat het geluid op een geluidgevoelig gebouw aanvaardbaar is (artikel 5.78s lid 2 Bkl) en houdt rekening met geluid van geluidbronnen samen (artikel 5.78s lid 1 Bkl). Het Bkl bevat een systematiek met waarden en eisen waarbinnen het bevoegd gezag de aanvaardbaarheid van geluid beoordeelt (5.78s lid 3 en 4 en 5 Bkl). Deze systematiek is opgesteld met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Tegelijkertijd zijn deze regels bedoeld voor de bescherming van de gezondheid en het milieu. Een belangenafweging over beschermen en benutten is altijd verplicht. Meer informatie over de uitgangspunten die het bevoegd gezag hanteert bij het toepassen van deze afwegingssystematiek staan op Grondslag en taak voor stellen regels in omgevingsplan.
Lid 3, 4 en 5 van artikel 5.78s koppelen de eisen uit paragraaf 5.1.4.2a.4 van het Bkl aan de voorwaarde 'voorzien in een aanvaardbaar geluid op een geluidgevoelig gebouw' uit artikel 5.78l, lid 2 Bkl. De systematiek bestaat uit standaardwaarden en grenswaarden voor geluid door een geluidbronsoort op een niet tijdelijk geluidgevoelig gebouw. Deze waarden zijn van toepassing op het geluid door alle geluidbronnen van een geluidbronsoort. Bij meer geluid dan de standaardwaarde gelden eisen. De waarden die bij het toelaten van een geluidgevoelig gebouw voor de 7 geluidbronsoorten gelden, staan in de onderstaande tabel.
Geluidbronsoort | Standaardwaarde | Grenswaarde |
---|---|---|
Provinciale wegen Rijkswegen |
50 Lden |
60 Lden |
Gemeentewegen Waterschapswegen |
53 Lden |
70 Lden |
Lokale spoorwegen Hoofdspoorwegen |
55 Lden |
65 Lden |
Industrieterreinen |
50 Lden |
55 Lden |
Industrieterreinen |
40 Lnight |
45 Lnight |
Bij 'voorzien in een aanvaardbaar geluid op een geluidgevoelig gebouw per geluidbronsoort' (artikel 5.78s, lid 2 Bkl) is de kans op gezondheidsschade klein als het geluid voldoet aan de standaardwaarde. Minder geluid dan de standaardwaarde is aanvaardbaar (artikelen 5.78s, lid 4, en 5.78t Bkl).
Het bevoegd gezag mag meer geluid dan de standaardwaarde als aanvaardbaar beoordelen. Het besluit moet daarbij voldoen aan de eisen uit de instructieregels (artikelen 5.78s, lid 5, en artikel 5.78u tot en met 5.78ad Bkl).
Rekening houden met geluid van geluidbronnen samen kan aanleiding zijn om minder geluid dan de standaardwaarde toe te staan (artikel 5.78s, lid 1 Bkl). Hierbij moet het bevoegd gezag in ieder geval voldoen aan de eis voor gecumuleerd geluid (artikel 5.78s, lid 3 Bkl).
Onderwijs en kinderdagverblijf
Het is mogelijk dat in het omgevingsplan het gebruik van een gebouw voor onderwijs of kinderdagverblijf niet is toegelaten in de avond en/of nachtperiode. De standaardwaarde voor Lnight geldt in dat geval niet. In plaats van Lden leest u dan in de tabel:
- Lde, als het omgevingsplan gebruik in de nachtperiode uitsluit
- Lday, als het omgevingsplan gebruik in de avond- en nachtperiode uitsluit
Uitgangspunt hoeveelheid geluid
Het geluid door een geluidbronsoort is het geluid door alle wegen of spoorwegen of industrieterreinen die bij die geluidbronsoort horen (bijlage 1 Bkl). Dat betekent bijvoorbeeld dat het geluid van een provinciale weg het geluid is van alle relevante provinciale wegen samen. Het uitgangspunt voor de hoeveelheid geluid staat in de volgende tabel.
Geluidbronsoort |
Uitgangspunt |
Vindplaats |
---|---|---|
Provinciale wegen Rijkswegen Hoofdspoorwegen Lokale spoorwegen met gpp Industrieterreinen |
Volledige benutting van het geluidproductieplafond |
artikel 5.78a, lid 1, onder a Bkl |
Gemeentewegen Waterschapswegen Lokale spoorwegen |
Maatgevende jaar (zie uitleg onder de tabel) |
artikel 5.78a, lid 1, onder b Bkl |
Het maatgevende jaar is het geluid van gemeentewegen en lokale spoorwegen samen, als dat geluid bij het vastleggen van de basisgeluidemissie bij elkaar is opgeteld (artikel 5.78a, lid 3 Bkl).
De verdere regels voor het bepalen van het geluid staan in de Omgevingsregeling. Op de pagina Vindplaats regels over geluidonderwerpen in de Omgevingswet staat per geluidonderwerp de vindplaats van onder meer de regels over meten en rekenen.
Eisen bij meer geluid dan de standaardwaarde
Bij geluid tussen de standaardwaarde en de grenswaarde vindt een bestuurlijke afweging plaats. Bij deze afweging geldt een aantal eisen. Geluid boven de grenswaarde is niet toegestaan, op enkele uitzonderingen na.
Geluid tot en met grenswaarde
Het bevoegd gezag kan alleen geluid tot en met de grenswaarde op de gevel van een geluidgevoelig gebouw toestaan als het:
- geluidbeperkende maatregelen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) kan treffen om aan de standaardwaarde te voldoen (artikel 5.78u, lid 1a Bkl)
- de overschrijding van de standaardwaarde zoveel mogelijk heeft beperkt door het treffen van geluidbeperkende maatregelen (artikel 5.78u, lid 1, onder b Bkl). Het betrokken bestuursorgaan voorkomt een toename van het geluid zoveel mogelijk (inspanningsverplichting).
- bij voorwaarde 1 en 2 geluidbeperkende maatregelen overweegt, die financieel doelmatig zijn, en als er tegen het treffen geen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of technische aard bestaan (artikel 5.78u, lid 2 Bkl).
- het gecumuleerd geluid beoordeelt (artikel 5.78ac Bkl)
- het gezamenlijk geluid bepaalt (artikel 5.78ad Bkl)
- het belang van het beschermen van de gezondheid door een geluidluwe gevel bij het overwegen van geluidbeperkende maatregelen betrekt (5.78ab, lid 1 Bkl)
Meer geluid dan de grenswaarde in specifieke (steden)bouwkundige situaties
In onderstaande 4 specifieke situaties kan het bevoegd gezag een overschrijding van de grenswaarde op geluidgevoelige gebouwen onder voorwaarden toelaten.
- vervangende nieuwbouw (artikel 5.78v Bkl): toelaten geluidgevoelig gebouw op een locatie ter vervanging van bestaand geluidgevoelig gebouw. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
- Een wezenlijke toename van het aantal geluidgevoelige gebouwen met meer geluid dan de grenswaarde mag niet.
- Het geluid ligt niet meer dan 5 dB boven de grenswaarde.
- functiewijziging (artikel 5.78w Bkl): toelaten geluidgevoelig gebouw door wijziging van een gebruiksfunctie van een bestaand gebouw dat geen geluidgevoelig gebouw is. Hierbij geldt de volgende voorwaarde:
- Het geluid ligt niet meer dan 5 dB boven de grenswaarde.
- zeehavengebonden activiteiten (artikel 5.78x Bkl): toelaten geluidgevoelig gebouw in het geluidaandachtsgebied van een industrieterreinen waarop zeehavengebonden activiteiten noodzakelijkerwijs in de openlucht worden verricht. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
- Het geluid op het gebouw wordt in belangrijke mate bepaald door die zeehavengebonden activiteiten.
- Het gebouw wordt in een van de volgende situaties toegelaten:
- in het kader van een herstructurering of planmatige verdichting van een op het tijdstip van vaststellen van het omgevingsplan bebouwd gebied met overwegend gebouwen met een woonfunctie of
- aansluitend op een op het tijdstip van vaststellen van het omgevingsplan aaneengesloten gebied met overwegend gebouwen met een woonfunctie en
- slechts sprake is van een beperkte uitbreiding van dat gebied of in een gebied dat wordt getransformeerd
- Het geluid ligt niet meer dan 5 dB boven de grenswaarde.
- niet-geluidgevoelige gevel met bouwkundige maatregelen (artikel 5.78y Bkl): bouwkundige maatregelen kunnen treffen aan de gevel van het geluidgevoelige gebouw. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
- De gevel bestaat uit een uitwendige scheidingsconstructie die geen te openen delen bevat anders dan een gemeenschappelijke doorgang. Het gaat hierbij doorgaans om deuren die door gebruikers van meerdere appartementen worden benut. Een voor- of achterdeur van een woning is geen gemeenschappelijke doorgang als bedoeld in dit artikel, of
- Bouwkundige maatregelen borgen dat het geluid op de te openen delen in de uitwendige scheidingsconstructie die direct grenzen aan een verblijfsgebied, niet hoger is dan de grenswaarde, of
- In het omgevingsplan wordt vastgelegd dat de gevel waarvoor bouwkundige maatregelen zijn geborgd een niet-geluidgevoelige gevel met bouwkundige maatregelen is.
Toelaten van een geluidgevoelig gebouw in deze 4 specifieke situaties kan alleen als het bevoegd gezag:
- geen geluidbeperkende maatregelen kan treffen om aan de grenswaarde te voldoen (artikel 5.78z, lid 1, onder a Bkl)
- de overschrijding van de grenswaarde zoveel mogelijk heeft beperkt door het treffen van geluidbeperkende maatregelen (artikel 5.78z, lid 1, onder b Bkl). Het betrokken bestuursorgaan voorkomt een toename van het geluid zoveel mogelijk (inspanningsverplichting).
- bij voorwaarde 1 en 2 geluidbeperkende maatregelen overweegt, die financieel doelmatig zijn, en als er tegen het treffen geen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of technische aard bestaan (artikel 5.78z, lid 2 Bkl)
- rekening houdt met het belang van het beschermen van de gezondheid door een geluidluwe gevel (5.78ab, lid 2 Bkl).
- het gecumuleerd geluid beoordeelt (artikel 5.78ac Bkl)
- het gezamenlijk geluid bepaalt (artikel 5.78ad Bkl)
Meer geluid dan de grenswaarde
Als zwaarwegende belangen dat rechtvaardigen, kan het bevoegd gezag in een uitzonderlijk geval meer geluid dan de grenswaarde toestaan. Gelet op het ingrijpende karakter van deze hoeveelheid geluid mag dit alleen als het bevoegd gezag:
- vindt dat zwaarwegende economische belangen of zwaarwegende andere maatschappelijke belangen dat rechtvaardigen (artikel 5.78aa, lid 1, onder a Bkl)
- geen andere maatregelen kan treffen om aan de grenswaarde te voldoen dan geluidbeperkende maatregelen die financieel doelmatig zijn en waartegen geen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of technische aard bestaan (artikel 5.78aa, lid 1, onder b Bkl). Het bevoegd gezag moet ook niet-doelmatige maatregelen voor het voldoen aan de grenswaarde in hun afweging betrekken.
- rekening houdt met het belang van een geluidluwe gevel (5.78ab, lid 2 Bkl)
- het gecumuleerd geluid beoordeelt (artikel 5.78ac Bkl)
- het gezamenlijk geluid bepaalt (artikel 5.78ad Bkl)
Kiest het bevoegd gezag voor het toestaan van meer geluid dan de grenswaarde? Dan legt zij de gevel waarop de grenswaarde wordt overschreden in het omgevingsplan vast als niet-geluidgevoelige gevel (artikel 5.78aa, lid 2 Bkl).
Beoordelen indirecte akoestische effecten
Toelaten van gebouwen kan zorgen voor veranderend verkeer of wijziging in de geluidoverdracht. Informatie over het beoordelen van indirecte effecten staat op Regels over indirecte akoestische effecten.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Geluidbeperkende maatregel
Maatregel die het geluid op een geluidgevoelig gebouw verlaagt. Deze begripsbepaling staat in bijlage 1 bij het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).