Instructieregels over geluid voor toelaten van de meeste activiteiten op een locatie
Bij toelaten van één activiteit op een locatie in het omgevingsplan beoordeelt het bevoegd gezag geluid. De instructieregels bevatten waarden, eisen en mogelijkheden voor het beoordelen van geluid op geluidgevoelige gebouwen.
Situaties waarbij bevoegd gezag instructieregels toepast
De instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2.2 'Geluid door activiteiten, anders dan door specifieke activiteiten' van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) past het bevoegd gezag toe bij het toelaten van één activiteit op een locatie (artikel 5.64 Bkl). Aanpassing van bestaande regels in het omgevingsplan is toelaten, zoals bijvoorbeeld het wijzigen van het beschermingsniveau of de regels voor een activiteit.
In paragraaf 5.1.4.2.2 Bkl staan de instructieregels die van toepassing zijn op de meest voorkomende activiteiten. De instructieregels uit deze paragraaf richten zich niet op de volgende activiteiten op een locatie (artikel 5.55 en 5.63 Bkl):
- windturbines en windparken
- civiele buitenschietbanen
- militaire buitenschietbanen en militaire springterreinen
- een evenement als nevenactiviteit op een locatie
- festiviteiten bij kernactiviteit op locatie
- verkeer op wegen, vaarwegen en spoorwegen
- wonen
In de instructieregels zijn enkele omgevingstypen aangemerkt, waarbinnen minder of andere instructieregels van toepassing zijn op geluid door activiteiten. Dit zijn activiteiten op een locatie:
- in openbaar gebied
- op een industrieterrein met geluidproductieplafonds (gpp's)
- op een in het omgevingsplan aangewezen bedrijventerrein
- in een in het omgevingsplan aangewezen agrarisch gebied
- in of bij een stiltegebied (aanvullende instructieregels omgevingsverordening)
Voor tijdelijke geluidgevoelige gebouwen die het omgevingsplan voor niet meer dan 10 jaar toelaat, is alleen de centrale instructieregel over de aanvaardbaarheid van geluid van toepassing.
Het bevoegd gezag past de instructieregels toe bij het vaststellen van een omgevingsplan, omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of een projectbesluit.
Waarop de instructieregels precies van toepassing zijn, staat op de pagina's:
- Toepassingsbereik rijksregels toelaten één activiteit op een locatie
- Toepassingsbereik rijksregels over geluidgevoelig gebouw
Waarden en flexibiliteitsmogelijkheden voor beschermen gezondheid en milieu
Het Bkl bevat een systematiek met waarden en eisen waarbinnen het bevoegd gezag de aanvaardbaarheid van geluid door activiteiten beoordeelt (artikel 5.59). Deze systematiek is opgesteld met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Tegelijkertijd zijn deze regels bedoeld voor de bescherming van de gezondheid en het milieu. Een belangenafweging van beschermen en benutten is altijd verplicht. Meer informatie over de uitgangspunten die het bevoegd gezag hanteert bij het toepassen van deze afwegingsystematiek, staat op 'Grondslag en taak voor stellen regels in omgevingsplan'.
Voor de meeste activiteiten koppelt artikel 5.64 van het Bkl de eisen en mogelijkheden uit paragraaf 5.1.4.2.2 van het Bkl aan de voorwaarde 'voorzien in een aanvaardbaar geluid door een activiteit' uit artikel 5.59, lid 2 Bkl. Het bevoegd gezag zorgt er met algemene regels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in het omgevingsplan voor dat aan de eisen wordt voldaan. De systematiek in de instructieregels bij het stellen van deze regels bestaat uit:
- standaardwaarden op geluidgevoelige gebouwen
- grenswaarden in een geluidgevoelige ruimte (binnenwaarde)
- flexibiliteit tot de grenswaarde, voor een andere wijze van reguleren
Standaardwaarden en grenswaarden
De standaardwaarden zorgen in het algemeen voor voldoende bescherming tegen geluid. Daarom is een uitgebreide motivering van een aanvaardbaar geluid bij hanteren van deze waarde niet nodig (artikel 5.64, lid 1 Bkl).
In tabel 5.65.1 (uit artikel 5.65 van het Bkl) staan standaardwaarden voor verschillende beoordelingsgrootheden en -perioden. Bij gebruik van de standaardwaarden neemt de gemeente deze als waarden op in een regel voor geluid door één activiteit op een locatie in het omgevingsplan.
Beschrijving |
07.00-19.00 uur |
19.00-23.00 uur |
23.00-07.00 uur |
---|---|---|---|
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT veroorzaakt door activiteiten |
50 dB(A) |
45 dB(A) |
40 dB(A) |
Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door aandrijfgeluid van transportmiddelen |
- |
70 dB(A) |
70 dB(A) |
Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door andere piekgeluiden |
- |
65 dB(A) |
65 dB(A) |
In 2 in het Bkl aangemerkte omgevingstypen en bepaalde woonschepen zijn de waarden in tabel 5.65.1 meestal niet passend. Hiervoor bevat het Bkl andere waarden als standaardwaarden:
- bedrijventerrein. De gemeente kan de standaardwaarden voor LAr,LT en LAmax met 5 dB verhogen (artikel 5.65, lid 2 Bkl).
- agrarisch gebied. De gemeente kan de standaardwaarden voor LAr,LT met 5 dB verlagen (artikel 5.65, lid 3 Bkl).
- woonschip. De gemeente kan de standaardwaarden voor LAr,LT en LAmax op de grens van de ligplaats met 5 dB verhogen. Deze mogelijkheid geldt alleen voor ligplaatsen die voor 1 juli 2012 (de datum waarop ligplaatsen geluidgevoelig zijn geworden) als zodanig waren bestemd, en voor ligplaatsen die op die datum waren gelegaliseerd via een gemeentelijke verordening en die voor 1 juli 2022 in het omgevingsplan zijn opgenomen (artikel 5.65, lid 4 Bkl).
Voor de bescherming van het binnenmilieu zijn grenswaarden van toepassing. De gemeente neemt de grenswaarde voor geluidgevoelige ruimten binnen in- en aanpandige geluidgevoelige gebouwen (binnenwaarde) uit de volgende tabel op in een regel in het omgevingsplan (artikel 5.65 Bkl).
Beschrijving |
07.00-19.00 uur |
19.00-23.00 uur |
23.00-07.00 uur |
---|---|---|---|
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT veroorzaakt door activiteiten |
35 dB(A) |
30 dB(A) |
25 dB(A) |
Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door aandrijfgeluid van transportmiddelen |
- |
55 dB(A) |
55 dB(A) |
Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door andere piekgeluiden |
- |
45 dB(A) |
45 dB(A) |
De grenswaarden uit tabel 5.65.2 zijn niet van toepassing op woonwagens en -schepen. Deze geluidgevoelige hebben geen geluidgevoelige ruimten (artikel 5.60, onder b Bkl).
Verplicht niet betrekken bij het vaststellen en toetsen van waarden
Voor een aantal geluidbronnen geldt dat het bevoegd gezag geluid niet mag betrekken bij het vaststellen van en toetsen aan de waarden in het omgevingsplan (artikel 5.73 en 5.66, lid 4 Bkl). Dat regelt de gemeente in het omgevingsplan. Het gaat om het geluid van:
- hulpvoertuigen
- onversterkt menselijk stemgeluid, tenzij het muziekgeluid is of daarmee vermengd is
Stemgeluid dat klinkt als muziek van bijvoorbeeld een (onversterkte) zanger of koor betrekt het bevoegd gezag dus wel bij het vaststellen en toetsen aan waarden. Dit geldt ook als mensen praten of meezingen met muziek. Daarbij maakt het niet uit of de muziek niet of wel versterkt is.
Voor menselijk stemgeluid is het mogelijk gebruiksregels, zoals een sluitingstijd voor een terras, voor te schrijven. Voor hulpvoertuigen geldt deze mogelijkheid niet.
Flexibiliteit op gebiedsniveau of bij een concrete situatie en grenswaarden
Het Bkl biedt een aantal mogelijkheden voor flexibiliteit in situaties waar de standaardwaarden niet leiden tot het gewenste evenwicht tussen beschermen en benutten. Het bevoegd gezag kan daarbij kiezen voor:
- een andere periode, dosismaat of waarden dan de standaardwaarden
- geen waarden
- andere voorwaarden dan waarden (voorzieningen of gedragsregels)
Als de gemeente de flexibiliteitsbepalingen gebruikt, onderbouwt zij dat het geluid door één activiteit bij geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is (artikel 5.64, lid 2 Bkl).
Tip: zorg voor beleid over het toepassen van flexibiliteitsbepalingen
Voldoen aan grenswaarde (binnenwaarde) verplicht
Bij hanteren van een andere periode, dosismaat of waarden en het stellen van voorwaarden moet geluid door één activiteit voldoen aan de grenswaarden in geluidgevoelige ruimten uit de voorgaande tabel, ook als het geluidgevoelig gebouw niet in- of aanpandig is (artikel 5.66, lid 2 Bkl).
In de volgende uitzonderlijke gevallen regelt het omgevingsplan dat de grenswaarden niet van toepassing zijn (artikel 5.66, lid 3 Bkl):
- Er zijn bouwkundige bezwaren tegen maatregelen aan de gevel. Het bevoegd gezag moet dan wel zoveel mogelijk andere maatregelen treffen.
- De eigenaar van het geluidgevoelige gebouw werkt niet mee aan het onderzoek naar de binnenwaarde en de mogelijke maatregelen.
- De eigenaar weigert geluidwerende maatregelen aan te brengen.
Daarnaast geldt de grenswaarde niet als de gemeente in het omgevingsplan de festiviteitenregeling toepast of geen waarden stelt.
Op geluid door een activiteit dat is toegestaan vóór het in werking treden van de Omgevingswet, is overgangsrecht voor de grenswaarde in geluidgevoelige ruimte van toepassing (artikel 5.66, lid 2, onder b, en lid 5 Bkl).
Andere periode, andere dosismaat of waarden anders dan standaardwaarden
Meer geluid dan de standaardwaarde
Een gemeente kan in een omgevingsplan meer geluid dan de standaardwaarde toestaan (artikel 5.66, lid 1 Bkl). Bijvoorbeeld als de gemeente gewenste of noodzakelijke activiteiten toelaat die meer geluid veroorzaken of in een omgevingstype met functiemenging. Uit de motivatie van de aanvaardbaarheid van geluid blijkt dan ook dat het redelijkerwijs niet mogelijk is geluid te verminderen. Voldoen aan de grenswaarde (binnenwaarde) is verplicht.
Tip over het borgen van de binnenwaarde bij het opnemen van een hogere waarde
Meer geluid dan de standaardwaarden voor festiviteiten
Een gemeente kan bepalen dat de waarden op de gevel en de binnenwaarden niet gelden bij festiviteiten. Dit kan betrekking hebben op collectieve feesten en feesten met een individueel karakter, maximaal 12 etmalen per jaar (artikel 5.68 Bkl).
De grenswaarden (binnenwaarde) gelden niet als in het omgevingsplan is bepaald dat de waarden in het omgevingsplan niet van toepassing zijn op festiviteiten.
Minder geluid dan de standaardwaarde
Een gemeente kan in een omgevingsplan minder geluid dan de standaardwaarde toestaan (artikel 5.66, lid 1 Bkl). Bijvoorbeeld in of nabij een rustige woonwijk. Ook kunnen lagere waarden wenselijk zijn in verband met cumulatie van geluid op een specifieke locatie (Staatsblad 2018 292, pagina 358).
Tip bij het onderbouwen van lagere waarden.
Overheden mogen deze mogelijkheid niet gebruiken bij een militair terrein. Voor een militair terrein mag het omgevingsplan alleen standaardwaarden of hogere waarden bevatten (artikel 5.72 Bkl).
Mogelijkheid om piekwaarden overdag op te nemen
In de dagperiode gelden geen standaard- en grenswaarden voor het maximaal geluidniveau (zie de 2 tabellen op deze pagina). Een gemeente kan voor die situaties, gebiedsgericht of in een individueel geval, wel een waarde voor het maximale geluidniveau opnemen (artikel 5.67 Bkl).
Overheden mogen deze mogelijkheid niet gebruiken bij een militair terrein (artikel 5.72, lid 2 Bkl).
Een locatie die dichterbij ligt
In het omgevingsplan kunnen de waarden ook gelden op locaties die dichter bij een activiteit liggen dan de gevel van een geluidgevoelig gebouw of de grens van een ligplaats of woonwagenterrein. Dit staat in artikel 5.69 Bkl.
Tip bij afwijkende locaties voor geluidimmissiepunten.
Een gemeente mag deze mogelijkheid niet gebruiken bij een militair terrein (artikel 5.72, lid 2 Bkl).
Andere dosismaat
Als de dosismaat dB(A) niet past bij een activiteit, kan de gemeente in het omgevingsplan ook een waarde met een andere dosismaat opnemen in plaats van de standaardwaarde. Dit kan bijvoorbeeld bij een activiteit die vooral veel laagfrequent geluid produceert. Een normering in dB(C) kan dan beter passen (Staatsblad 2018 292, pagina 359).
Geen waarden
Een gemeente kan er in specifieke gevallen voor kiezen geen waarden op de gevel of in een geluidgevoelige ruimte op te nemen in het omgevingsplan (artikel 5.70 Bkl). Denk bijvoorbeeld aan werkzaamheden op een akker, of eenmaal per maand een nachtelijke laad- en losactiviteit. De keuze om geen waarden of binnenwaarden op te nemen, kan gaan over bepaalde activiteiten en gebieden.
Bij de onderbouwing kan de gemeente aandacht besteden aan de aard of locatie van de activiteiten. Zoals het moment of de tijdstippen dat de activiteiten geluid produceren óf de afstand van de activiteiten tot geluidgevoelige gebouwen. Als de gemeente deze flexibiliteitsbepaling gebruikt, onderbouwt zij dat het geluid door één activiteit bij geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is (artikel 5.64, lid 2 Bkl).
Andere voorwaarden dan waarden
Een gemeente kan in plaats van (of als aanvulling op) waarden ook andere regels opnemen in haar omgevingsplan. Dit staat in artikel 5.71 Bkl.
Andere voorwaarden legt het bevoegd gezag vast. Dit kan met een gebruiksregel in het omgevingsplan. Het gaat om voorzieningen of gedragsregels, zoals een begrenzer op een muziekinstallatie, bepaalde sluitingstijden voor bedrijven of terrassen, of venstertijden voor transport. Ook kunnen er regels worden opgenomen die een afstand bepalen tussen belastende activiteiten en geluidgevoelige gebouwen. Een voorbeeld is het vastleggen van een laad- of losplek, of de locatie van een inrit. Een scherm of het bouwvlak en bouwhoogte van een (afschermende) loods kunnen bijvoorbeeld als bouwregels in het omgevingsplan worden opgenomen. Als de gemeente dit soort voorwaarden stelt, onderbouwt zij dat dit in samenhang met de andere regels in het omgevingsplan zorgt voor aanvaardbaar geluid (artikel 5.64, lid 2 Bkl).
De gemeente mag geen gebruiksregels opstellen voor een militair terrein (art 5.72, lid 3 Bkl) en voor hulpvoertuigen (artikel 5.73, lid 2 Bkl).
Beoordelen indirecte akoestische effecten (indirecte hinder)
Toelaten van een activiteit kan zorgen voor veranderend verkeer. Informatie over het beoordelen van indirect effecten staat op Regels over indirecte akoestische effecten.
Informatie over toelaten van andere activiteiten of activiteit in omgevingstype
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Algemene regels
Algemene regels zijn regels die voor iedereen gelden. Met 'iedereen' bedoelen we iedereen die iets doet of wil doen waarop de regels van toepassing zijn. Alle overheden kunnen algemene regels vaststellen.
Meer informatie op de pagina Algemene regels.