Geluid en programma
Een programma kan maatregelen bevatten die de geluidkwaliteit beïnvloeden. Daarnaast kan in een programma ook een concreet doel staan dat samenhangt met geluid of specifiek is voor geluid. In een programma werkt een overheid haar beleid uit voor de ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming of het behoud van de fysieke leefomgeving.
Vrijwillig programma
Het bevoegd gezag kan zelf besluiten om het beleid uit de omgevingsvisie verder uit te werken in een programma.
Gezien de doelstellingen van de Omgevingswet en de beoogde samenhang ligt een vrijwillig programma specifiek voor geluid niet voor de hand. Geluid zal eerder een onderdeel zijn van een gebiedsgericht programma of van een thematisch programma. Geluid kan bijvoorbeeld relevant zijn bij een thematisch programma voor gezondheid, (een deel van de) leefomgevingskwaliteit, mobiliteit of horeca.
Verplicht programma – actieplan geluid
Het actieplan geluid is een verplicht programma voor het Rijk (artikel 3.9 Omgevingswet), de provincies (artikel 3.8 Omgevingswet) en een aantal gemeenten (artikel 3.6 Omgevingswet). Deze verplichting volgt uit de Europese richtlijn omgevingslawaai. In Afdeling 4.3 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) staan de instructieregels voor de gemeente, de provincie en het Rijk.
Een actieplan geluid kan gaan over de volgende geluidsbronnen: wegen, spoorwegen, luchthavens en activiteiten. Het actieplan wordt opgesteld aan de hand van de geluidbelastingkaarten. Het beleidsmatig deel van het actieplan beschrijft het te voeren beleid om de geluidbelasting Lden en Lnight te beperken. Voor die geluidbelasting bevat het actieplan een plandrempel op geluidgevoelige gebouwen. Bij provincies bevat het actieplan ook het te voeren beleid voor stille gebieden. Het concrete deel van het actieplan bestaat uit de voorgenomen maatregelen met hun effecten.
Verplicht programma – omgevingswaarde
De omgevingswaarde Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) is de aanleiding voor het inzetten van een verplicht programma. Ten eerste kan een gemeente kiezen voor het vrijwillig vaststellen van een omgevingswaarde voor geluid. De gemeente stelt het verplichte programma op bij een (dreigende) overschrijding van die omgevingswaarde.
Voor geluid bestaat geen landelijke omgevingswaarde bij te beschermen objecten. Dit komt onder andere door het specifieke karakter van het (hinder)aspect geluid, zoals verschillende dosis-effectrelaties voor verschillende geluidsbronnen en de verschillen in dynamiek (in tijd, in frequentie en in geluidsterkte) van verschillende geluidsbronnen.
Landelijk geldt wel een verplichte omgevingswaarde voor de geluidproductie van een aantal geluidsbronnen. Het gaat hier om geluidproductieplafonds voor industrieterreinen, rijkswegen, provinciale wegen, hoofdspoorwegen en een aantal lokale spoorwegen. De beheersing van het geluid afkomstig van deze bronnen – al dan niet met behulp van een verplicht programma – wordt ontwikkeld in het aanvullingsspoor geluid.
Programmatische aanpak
De programmatische aanpak is een bijzondere vorm van een programma. Het is een methode om activiteiten te beheren die een negatief effect hebben op omgevingswaarden of vastgestelde beleidsdoelen.
De inzet van dit instrument ligt voor het aspect geluid niet voor de hand. Voor de belangrijkste geluidsbronnen, zoals wegen, spoorwegen, vliegvelden en bedrijven, geldt een verplicht programma: het actieplan geluid.
Meer informatie
Omgevingswaarde
Omgevingswaarde als bedoeld in afdeling 2.3 van de Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Afdeling 2.3, Omgevingswet regelt dat het Rijk, de provincie of de gemeente omgevingswaarden kunnen vaststellen.
Uitleg
Met een omgevingswaarde kan het Rijk, de provincie of de gemeente een kwaliteit vastleggen die ze voor de fysieke leefomgeving wil bereiken. Deze kwaliteit moet objectief vast te stellen en kwantitatief meetbaar zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om waarden voor de luchtkwaliteit of de waterkwaliteit.