Waarden en eisen bij vaststellen van een geluidproductieplafond
Voor het beoordelen van geluid op geluidgevoelige gebouwen bij het vaststellen van een geluidproductieplafond als omgevingswaarde gelden waarden en eisen.
Toepassingsbereik: situaties waarbij instructieregels gelden
Het bevoegd gezag past de waarden en eisen toe bij het vaststellen van een geluidproductieplafond als omgevingswaarde (gpp) voor rijkswegen, provinciale wegen, hoofdspoorwegen en industrieterrein. Het bevoegd gezag beoordeelt het geluid bij (artikel 3.18 en 3.30 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)):
- vaststellen van een gpp voor een nieuwe geluidbron. Bijvoorbeeld bij het toelaten van een nieuw industrieterrein.
- vaststellen van een gpp voor een bestaande geluidbron, met wijziging van de geluidbron. Bijvoorbeeld bij het toevoegen van rijstroken.
- vaststellen van een gpp voor een bestaande geluidbron, zonder wijziging van de geluidbron. Bijvoorbeeld bij toe- of afname van verkeer.
In veel gevallen wordt het toelaten van de geluidbron in een omgevingsplan of projectbesluit én het vaststellen van het geluidproductieplafond gelijktijdig geregeld. Soms is het nodig om het gpp aan te passen met een zelfstandig gpp-besluit. Dit is geen onderdeel van een omgevingsplan of projectbesluit. De waarden en eisen zijn voor alle situaties gelijk.
Meer informatie over welke situaties de instructieregels gelden, staat op de pagina Toepassingsbereik beheersen van geluid van wegen, spoorwegen en industrieterreinen.
Waarden en eisen voor beschermen gezondheid
Het bevoegd gezag houdt bij het begrenzen van de geluidproductie met een gpp altijd rekening met het belang van het beschermen van de gezondheid. Voor het beschermen van de gezondheid bevat het Bkl waarden en eisen waarbinnen het bevoegd gezag de aanvaardbaarheid van het geluid beoordeelt.
Meer informatie over de afwegingsystematiek is te vinden op de pagina Systematiek beoordelen van geluid bij vaststellen geluidproductieplafond.
De waarden
Het Bkl bevat standaardwaarden en grenswaarden voor geluid door een geluidbronsoort op een geluidgevoelig gebouw. Deze waarden zijn van toepassing op het geluid door alle geluidbronnen binnen een geluidbronsoort. De waarden die bij vaststellen van gpp’s voor de 4 geluidbronsoorten gelden, staan in de volgende tabel.
Geluidbronsoort |
Standaardwaarde (dB) (tabel 3.34 Bkl) |
Grenswaarde (dB) (tabel 3.35 Bkl) |
---|---|---|
Provinciale wegen Rijkswegen |
50 Lden |
65 Lden |
Hoofdspoorwegen |
55 Lden |
70 Lden |
Industrieterreinen |
50 Lden |
60 Lden |
Industrieterreinen |
40 Lnight |
50 Lnight |
Voldoen aan de standaardwaarde is de hoofdregel (artikel 3.34 Bkl). Als het geluid op een geluidgevoelig gebouw voldoet aan de standaardwaarde, is het geluid in ieder geval aanvaardbaar en de kans op gezondheidsschade klein. Het bevoegd gezag mag meer geluid dan de standaardwaarde als aanvaardbaar beoordelen. Het besluit moet dan voldoen aan de eisen uit de instructieregels (artikelen 3.35 tot en met 3.40 Bkl).
Waar de waarden gelden
Het Bkl bepaalt waar de waarden gelden. Dit is op grond van artikel 3.23 Bkl:
- op een geluidgevoelig gebouw:
- op de gevel Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), als het gaat om een aanwezig geluidgevoelig gebouw
- op de locatie waar een gevel mag komen, als het gaat om een nieuw te bouwen geluidgevoelig gebouw
- op de begrenzing van de locatie voor het plaatsen van een woonschip of woonwagen en
- in geval van een binnenwaarde, in een geluidgevoelige ruimte
Onderwijs en kinderdagverblijf
Het is mogelijk dat in het omgevingsplan het gebruik van een gebouw voor onderwijs of kinderdagverblijf niet is toegelaten in de avond en/of nachtperiode. De standaardwaarde voor Lnight geldt in dat geval niet. In plaats van Lden leest u dan in de tabel:
- Lde, als het omgevingsplan gebruik in de nachtperiode uitsluit
- Lday, als het omgevingsplan gebruik in de avond- en nachtperiode uitsluit
Startpunt bij wijziging gpp
Bij een bestaande geluidbron heeft het bevoegd gezag de waarde op geluidgevoelige gebouwen bij de eerdere vaststelling van het geluidproductieplafond als aanvaardbaar beoordeeld. Deze immissiewaarde kan hoger zijn dan de standaardwaarde. In dat geval is die hogere immissiewaarde het startpunt van de beoordeling (artikel 3.34 lid 1b Bkl). In het Bkl heet dit de ‘hoogste waarde’ (artikel 3.35 Bkl).
Grenswaarde provinciale wegen
Het geluid door een provinciale weg binnen de bebouwde kom mag bij het vaststellen van een geluidproductieplafond 5 dB hoger zijn dan de grenswaarde. Dat mag alleen als de overschrijding redelijkerwijs niet te voorkomen is (artikel 3.36 Bkl).
De eisen bij meer geluid dan standaardwaarde
Bij geluid tussen de standaardwaarde of waarde bij volledige benutting van de eerder vastgestelde gpp en de grenswaarde vindt een bestuurlijk afweging plaats. Bij deze afweging geldt een aantal eisen. Geluid boven de grenswaarde is niet toegestaan, behoudens enkele uitzonderingen.
Geluid tot en met grenswaarde
Het bevoegd gezag kan alleen geluid tot en met de grenswaarde op de gevel van een geluidgevoelig gebouw toestaan als ze:
- geen geluidbeperkende maatregelen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) kan treffen om aan de standaardwaarde te voldoen (artikel 3.35 lid 1 onder a Bkl)
- de overschrijding van de standaardwaarde zoveel mogelijk heeft beperkt door het treffen van geluidbeperkende maatregelen (artikel 3.35 lid 1 onder b Bkl). Het bevoegd gezag kan geluidbeperkende maatregelen treffen die de overschrijding van de standaardwaarde in mindere mate beperkt, maar die leiden tot minder gecumuleerd geluid (artikel 3.35 lid 4 Bkl)
- geluidbeperkende maatregelen bij voorkeur aan de bron heeft getroffen (artikel 3.35 lid 5 Bkl)
- bij voorwaarde 1, 2 en 3 geluidbeperkende maatregelen overweegt, die financieel doelmatig zijn, en als er tegen het treffen van geluidbeperkende maatregelen geen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of technische aard bestaan. (artikel 3.35 lid 2 Bkl).
- geluidbeperkende maatregelen als financieel doelmatig heeft beoordeeld. Voor bronnen in beheer bij het Rijk geldt de methode in paragraaf 3.5.4.4 Bkl (3.35 lid 3 Bkl). Deze methode is niet voorgeschreven voor bronnen in beheer van de provincie en industrieterreinen met een gpp. In die gevallen wordt op een eigen wijze bepaalt of een maatregel financieel doelmatig is.
- het gecumuleerd geluid beoordeelt (artikel 3.38 Bkl)
- het gezamenlijk geluid bepaalt (artikel 3.39 Bkl)
- een besluit over het treffen van geluidwerende maatregelen vaststelt. Het bevoegd gezag beslist of en zo ja, welke geluidwerende maatregelen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) aan een gebouw nodig zijn
Meer geluid dan de grenswaarde
Als dat onvermijdelijk is, kan het bevoegd gezag meer geluid dan de grenswaarde toestaan. Dit kan alleen als het bevoegd gezag:
- Geen geluidbeperkende maatregelen kan treffen om aan de grenswaarde te voldoen (artikel 3.37 lid 1 Bkl). Dat zijn geluidbeperkende maatregelen die financieel doelmatig zijn en waartegen geen overwegende bezwaren zijn van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of technische aard.
- Geen andere maatregelen dan geluidbeperkende maatregelen bedoeld in voorwaarde 1 kan treffen om aan de grenswaarde te voldoen (artikel 3.37 lid 2 onder a Bkl).
- De toelating van een geluidgevoelig gebouw niet kan beëindigen (artikel 3.37 lid 2b Bkl).
- Geen overeenkomst kan bereiken met de eigenaar van het geluidgevoelige gebouw over het treffen van bouwkundige maatregelen (artikel 3.37 lid 2 onder c Bkl).
- Geluidbeperkende maatregelen treft om de overschrijding van de grenswaarde zoveel mogelijk te beperken (artikel 3.37 lid 3 onder a Bkl).
- Ervoor zorgt dat de akoestische kwaliteit van bestaande rijkswegen en spoorwegen voldoet aan de eisen uit artikel 3.29 Bkl (artikel 3.37 lid 3 onder b Bkl). Ook als het initiatief geen aanleiding geeft voor aanpassing van de weg.
- De maatregelen treft die in redelijkheid niet te kostbaar zijn en waar geen zwaarwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of technische aard tegen bestaan (artikel 3.37 lid 4 Bkl).
- Het gecumuleerd geluid beoordeelt (artikel 3.38 Bkl).
- Het gezamenlijk geluid bepaalt (artikel 3.39 Bkl).
- Besluit tot geluidwerende maatregelen als het geluid in een geluidgevoelige ruimte hoger is dan de grenswaarde in geluidgevoelig ruimte (binnenwaarde). De karakteristieke geluidwering is van deze ruimte is minstens 3 dB groter dan het verschil tussen het gezamenlijk geluid en de grenswaarde. Deze grenswaarde in geluidgevoelig ruimte is meestal 36 dB. In een beperkt aantal bestaande situaties is de grenswaarde 41 dB (tabel 3.53 Bkl).
Als dat onvermijdelijk is, kan het bevoegd gezag 5 dB meer geluid dan de grenswaarde toestaan op een bestaand bouwwerk waarvoor zij een wijziging van de gebruiksfunctie toelaat. Het bevoegd gezag beperkt het geluid hierbij zoveel mogelijk door het treffen van geluidbeperkende maatregelen. Deze geluidbeperkende maatregelen moeten financieel doelmatig zijn. Ook mogen er geen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of technische aard zijn. Dit kan alleen als het bevoegd gezag ervoor zorgt dat voldaan wordt aan de hiervoor genoemde voorwaarden 1, 5, 8, 9 en 10 (artikel 3.37 lid 5 Bkl).
Tijdelijk afwijken van gpp
Het is mogelijk om op een later tijdstip te voldoen aan het geluidproductieplafond (artikel 3.46 lid 1 Bkl). Dit kan het tijdstip zijn wanneer de geluidbeperkende maatregelen of een wijziging aan de bron is getroffen. Het bevoegd gezag moet dit bepalen bij het vaststellen van een gpp.
Ook bestaan de mogelijkheden om bij bijzondere omstandigheden niet aan het gpp te voldoen. Dit kan voor ten hoogste 5 jaar. Het bevoegd gezag bepaalt dan bij het vaststellen van een gpp:
- de tijdsduur en de mate van de overschrijding van het gpp
- de geluidwerende of geluidbeperkende maatregelen (artikel 3.46 lid 2 Bkl)
Gerelateerde informatie
De waarden en eisen voor beschermen van de gezondheid bij vaststellen van geluidproductieplafonds zijn essentieel bij toelaten van een geluidbron met een geluidproductieplafond in een omgevingsplan of projectbesluit.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Gevel
Een gevel in het omgevingsplan geeft de ligging weer van de buitenzijde van een toegelaten gebouw.
Lees meer over typen gevels, representatieve beoordelingspunten, borgen van een aanvaardbaar geluid en overgangsrecht op Geluid en gevel.
Geluidbeperkende maatregel
Maatregel die het geluid op een geluidgevoelig gebouw verlaagt. Deze begripsbepaling staat in bijlage 1 bij het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
Geluidwerende maatregel
Maatregel aan een geluidgevoelig gebouw ter beperking van het geluid in dat gebouw. Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).