Verantwoordelijkheden om te voldoen aan geluidproductieplafond
Het verantwoordelijke bestuursorgaan of de verantwoordelijke instantie treft maatregelen om te voldoen aan de geluidproductieplafonds als omgevingswaarde (gpp's).
Monitoring en maatregelen
Het verantwoordelijke bestuursorgaan of de verantwoordelijke instantie (hierna: beheerder) monitort de geluidemissie en treft bij een (dreigende) overschrijding maatregelen om te voldoen aan het geluidproductieplafond als omgevingswaarde (gpp). Dit staat in artikel 3.45 Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl). Een gpp is een resultaatsverplichting (artikel 3.44, Bkl).
Beheerder
De beheerder is:
- voor omgevingsverordening aangewezen wegen: Gedeputeerde Staten
- voor omgevingsverordening aangewezen lokale spoorwegen: de instantie die op grond van artikel 18 lid 1 Wet lokaal spoor is aangewezen (een vervoerregio)
- voor ministeriële regeling aangewezen wegen: de minister van Infrastructuur en Waterstaat (de uitvoering ligt bij Rijkswaterstaat)
- voor ministeriële regeling aangewezen hoofdspoorwegen: ProRail
- voor een industrieterrein: het bestuursorgaan dat het gpp heeft vastgesteld.
Programma als mogelijkheid bij industrie
Voor een industrieterrein met geluidproductieplafond heeft het bestuursorgaan de mogelijkheid om een programma op te stellen voor het treffen van maatregelen (artikel 3.45, lid 2 onder b, Bkl). Vaak zijn maatregelen bij bedrijven nodig om aan het gpp te voldoen. Een programma kan dan een passend instrument zijn.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.