Gebruiksregels emplacement als milieubelastende activiteit en geluid
De eisen voor bescherming tegen geluid van emplacementen staan met de inwerkingtreding van de Omgevingswet in de voorschriften omgevingsvergunning milieubelastende activiteit. Later wordt het geluid door spoorvoertuigen op emplacementen gereguleerd met geluidproductieplafonds als omgevingswaarden (gpp's) voor hoofdspoorwegen.
De algemene regels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) over geluid voor overige activiteiten op een emplacement komen in het nieuw deel omgevingsplan.
Gewijzigde vergunningplicht
De aanwijzing van het exploiteren van een spoorwegemplacement als vergunningplichtige milieubelastende activiteit komt overeen met de vroegere aanwijzing als vergunningplichtige inrichting. Deze vergunningplicht is op 1 punt gewijzigd: de vergunningplicht geldt niet voor het geluid door spoorvoertuigen op spoorwegemplacementen die onderdeel zijn van die (hoofd)spoorweg met gpp's (artikel 3.295b, lid 2, Bal). Deze uitzondering omvat het laten rijden met of opstellen van spoorvoertuigen op de (hoofd)spoorweg. De emplacementen die onderdeel zijn van een hoofdspoorweg staan in bijlage 6 van de Regeling spoorverkeer.
Deze wijziging van de vergunningplicht geldt voor bestaande emplacementen pas vanaf het moment waarop de gpp's met toepassing van artikel 12.5 Bkl worden gewijzigd en dit besluit in werking is getreden (artikel 3.295d Bal).
Voor de vergunningplicht van bestaande emplacementen voor trams en metro's verandert er dus niets.
Situatie op 1 januari 2024: vergunningvoorschriften
Een omgevingsvergunning milieu is op 1 januari 2024 op basis van het overgangsrecht een omgevingsvergunning milieubelastende activiteit (artikel 4.13 Invoeringswet Omgevingswet). De voorschriften over geluid van een emplacement gelden als voorschriften omgevingsvergunning milieubelastende activiteit. Dit betekent ook dat erop gehandhaafd kan worden. Die voorschriften gaan voor op de regels uit de bruidsschat omgevingsplan als dat hetzelfde regelt als een regel in de bruidsschat. Deze voorrangsbepaling staat in artikel 22.1 bruidsschat omgevingsplan.
Ook het geluid door spoorvoertuigen op spoorwegemplacementen die onderdeel zijn van die (hoofd)spoorweg met gpp's, blijft onder de vergunningvoorschriften van de omgevingsvergunning milieubelastende activiteit vallen tot de wijziging van de gpp's.
Na wijziging gpp's hoofdspoorwegen
Om het geluid door spoorvoertuigen op spoorwegemplacementen onder de systematiek van de geluidproductieplafonds te brengen, wijzigt het Rijk de gpp's voor een hoofdspoorweg (artikel 12.5 Bkl). Als het besluit tot wijziging van de gpp's in werking is getreden, wijzigt de omgevingsvergunning niet. Wel vervallen de vergunningvoorschriften over het geluid door die spoorvoertuigen van rechtswege. Dit omvat het laten rijden met of op opstellen van spoorvoertuigen. Dit geluid is beschreven met de geluidbrongegevens die het Rijk uiterlijk 4 weken na het besluit over de gewijzigde gpp's levert aan het geluidregister.
De ongewijzigde geluidvoorschriften uit de omgevingsvergunning bieden dan meer geluidruimte. Dit kan worden gecorrigeerd als de gemeente regels voor geluid door de milieubelastende activiteit opneemt in het omgevingsplan. Zie hieronder, onder de tussenkop Geluid van emplacementen in het omgevingsplan.
Geluid van emplacement in het omgevingsplan
Gemeenten kunnen de regels voor geluid van emplacementen aanpassen. De regels voor geluid dat niet met de gpp's wordt gereguleerd, komen in het nieuw deel omgevingsplan. De wijziging van het omgevingsplan heeft betrekking op toelaten van activiteiten op een emplacement, anders dan een rijdend of stilstaand spoorvoertuig. Dit kan gaan om het geluid door de volgende activiteiten:
- Omroepinstallatie
- Werkzaamheden aan of bij treinen, zoals: wassen en schoonmaken, verwijderen graffiti, onderhoud, verven, tanken, laden en lossen en opladen van steenslag voor onderhoud
- Stemgeluid
- Depotvoeding
- Testen apparatuur op emplacement
De regels in het omgevingsplan mogen geen betrekking hebben op het geluid door spoorvoertuigen op een emplacement dat onderdeel is van een hoofdspoorweg (artikel 5.55 lid 2 onder e Bkl). Geluid door rijdende en stilstaande spoorvoertuigen is onderdeel van de geluidproductieplafonds van hoofdspoorwegen (artikel 3.24 Bkl).
Regels voor te beschermen objecten bij emplacementen
In het nieuw deel omgevingsplan bepaalt de gemeente zelf het beschermingsniveau, op basis van de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). De regels in het nieuw deel omgevingsplan gelden voor het geluid op geluidgevoelige gebouwen.
Emplacementen op een industrieterrein
Emplacementen kunnen op een industrieterrein liggen. De wijziging van het gpp hoofdspoor, heeft ook effect op het geluid door een industrieterrein. Lees meer hierover op: Emplacement op industrieterrein.
Meten en berekenen geluid bij emplacementen
Het geluid bij emplacementen moet u bepalen aan de hand van Bijlage IVh van de Omgevingsregeling. Dit staat in:
- artikel 4.12e, Omgevingsregeling voor voorschriften omgevingsvergunning milieubelastende activiteit
- artikel 6.6, Omgevingsregeling voor decentraal gereguleerde activiteiten in het omgevingsplan
- artikel 8.22, Omgevingsregeling bij het stellen van regels in het omgevingsplan
Algemene regels
Algemene regels zijn regels die voor iedereen gelden. Met 'iedereen' bedoelen we iedereen die iets doet of wil doen waarop de regels van toepassing zijn. Alle overheden kunnen algemene regels vaststellen.
Meer informatie op de pagina Algemene regels.