Hoofdspoorwegen met geluidproductieplafond
Het bevoegd gezag beheerst het geluid door hoofdspoorwegen met geluidproductieplafonds als omgevingswaarden (gpp's). Dit geluid omvat ook het geluid door spoorvoertuigen op spoorwegemplacementen die onderdeel zijn van die hoofdspoorweg.
Voor bestaande emplacementen neemt het bevoegd gezag een besluit over het geluid van een hoofdspoorweg inclusief het geluid van het emplacement. Daarmee vervalt het toegestane geluid van rechtswege uit de omgevingsvergunning.
Spoorwegemplacementen
Bij het bepalen van geluid door een hoofdspoorweg wordt volgens artikel 3.24 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) het geluid door spoorvoertuigen op spoorwegemplacementen betrokken bij die hoofdspoorweg.
Dit artikel en de artikelen die hierover gaan, hebben ook betrekking op lokale spoorwegen die door een provincie zijn aangewezen in de omgevingsverordening. Tot op heden zijn dergelijke spoorwegen niet aangewezen. Er zijn dus ook geen emplacementen op aangewezen lokale spoorwegen met gpp's. Om deze reden hebben we het hier alleen over hoofdspoorwegen.
Wijzigen gpp's
Om het geluid door spoorvoertuigen op spoorwegemplacementen onder de systematiek van de gpp's te brengen, neemt het Rijk een besluit tot het wijziging van de gpp's voor een hoofdspoorweg (artikel 12.5 Bkl). Als het nodig is, worden de gpp's verhoogd. Het Rijk neemt ook een besluit als de waarde van de geldende geluidproductieplafonds niet wijzigt. Dit is het geval wanneer er voldoende geluidruimte beschikbaar is binnen de geldende geluidproductieplafonds.
Bij deze wijziging vindt geen toetsing plaats aan de normen voor het geluid door spoorvoertuigen op geluidgevoelig gebouwen. Dit geluid was immers al toegestaan in de omgevingsvergunning milieubelastende activiteit.
Het besluit over de wijziging treedt 4 weken na bekendmaking in werking (artikel 16.78, vijfde lid, Omgevingswet).
Er is niet bepaald wanneer uiterlijk de gpp's voor hoofdspoorwegen moeten zijn gewijzigd.
De wijziging van de gpp's vindt plaats na de herberekening van de geluidproductieplafonds Wet milieubeheer naar geluidproductieplafonds als omgevingswaarden onder de Omgevingswet.
Geluid door stilstaande en rijdende spoorvoertuigen
De wijziging van de gpp's vanwege spoorwegemplacementen heeft betrekking op stilstaande en rijdende spoorvoertuigen op het hoofdspoor. Dit is het geluid door de volgende activiteiten:
- Rijdende spoorvoertuigen
- Locwissel/kopmaken
- Rolgeluid
- Rijden over voegen, wissels of bogen
- Verplaatsen/transport van (delen van) treinen
- Samenstellen en splitsen inclusief koppel- en stootgeluid
- Rangeren, bijvoorbeeld naar wasstraat, onderhoudswerkplaats of verfwerkplaats
- Stilstaande spoorvoertuigen
- Overstandgeluid, bijvoorbeeld compressor, stationair draaiende motor, ventilatie of geluid van gekoelde containers
- Testen apparatuur op trein
- Stroomvoorziening op trein
Geluid door andere activiteiten wordt dus niet meegenomen in de wijziging van de gpp's. Voor geluid door andere activiteiten zal het omgevingsplan voorzien in een aanvaardbaar geluid. Tot die tijd blijft voor dat geluid de omgevingsvergunning milieubelastende activiteit gelden.
Situatie op 1 januari 2024
Onder de Wet milieubeheer hadden de gpp's van hoofdspoorwegen geen betrekking op het geluid van spoorvoertuigen op spoorwegemplacementen die onderdeel zijn van die hoofdspoorweg.
Het geluid door spoorvoertuigen op spoorwegemplacementen die onderdeel zijn van die hoofdspoorweg, is geregeld in de omgevingsvergunning milieubelastende activiteit. Een omgevingsvergunning milieu is namelijk op 1 januari 2024 op basis van het overgangsrecht een omgevingsvergunning milieubelastende activiteit (artikel 4.13 Invoeringswet Omgevingswet). Het geluid door spoorvoertuigen blijft zo geregeld in de omgevingsvergunning milieubelastende activiteit tot het Rijk een besluit neemt tot wijziging van de gpp's met toepassing van artikel 12.5 Bkl.
Situatie na 1 januari 2024 en na wijziging gpp's
Met toepassing van artikel 12.5 Bkl neemt het Rijk een besluit tot wijziging van de gpp’s van hoofdspoorwegen bij bestaande emplacementen. Met die wijziging wordt het geluid door spoorvoertuigen op emplacementen gebracht onder de systematiek van de geluidproductieplafonds.
Het Rijk levert gegevens aan het geluidregister uiterlijk 4 weken na het besluit over de gewijzigde gpp's. Dit omvat onder andere de geluidbrongegevens (artikel 11.52, Bkl). Naast geluidbronregisterlijnen zijn dat onder andere ook geluidbrongegevens van stilstaande spoorvoertuigen op spoorwegemplacementen (artikel 3.19, Omgevingsregeling).
Als het besluit tot wijziging van de gpp's in werking is getreden, verandert de werking van de vergunning van het emplacement van rechtswege (artikel 3.295d, Bal). Bij deze verandering vervallen de vergunningvoorschriften over geluid door stilstaande en rijdende spoorvoertuigen. Lees meer hierover op Gebruiksregels emplacement als milieubelastende activiteit en geluid.
Akoestische kwaliteit
De beheerder van de hoofdspoorwegen draagt er zorg voor dat de bogen en wissels op een spoorwegemplacement een werkend spoorstaafconditioneringssysteem hebben als die bogen en wissels relevant zijn voor het geluid op geluidgevoelige gebouwen. In plaats van een werkend spoorstaafconditioneringssysteem kan ook een techniek worden toegepast die akoestisch gelijkwaardig is.
Bij het aanleggen of het vervangen van een spoorconstructie op het emplacement zorgt de beheerder ook voor een constructie van langgelast spoor in een ballastbed op betonnen dwarsliggers op een zandlichaam. Er kan ook een constructie worden toegepast die akoestisch gelijkwaardig is. Deze zorgplicht vervalt bij overwegende bezwaren van technische aard.
Dit staat in artikel 3.29, lid 2, Bkl.
Berekenen geluid hoofdspoorwegen
Het geluid door hoofdspoorwegen op een referentiepunt wordt bepaald volgens bijlage IVg van de Omgevingsregeling. Dit is op grond van artikel 3.24, Bkl geregeld in artikel 3.14, lid 1 onder d, Omgevingsregeling.
Bijlage IVg verwijst voor het geluid door spoorwegen naar bijlage IVf. Die omvat rekenregels voor het rekenen met het zogenoemde overstandgeluid. Dit is het specifieke geluid van treinen die gedurende langere tijd op het emplacement stilstaan maar waarvan bepaalde systemen wel operationeel blijven.
Mapservice ProRail
Via een mapservice van ProRail kan in een GIS-omgeving worden geraadpleegd. Hiermee wordt duidelijk welke sporen bij ProRail in beheer zijn en daarmee onderdeel zijn van een hoofdspoorweg en welke sporen door derden worden beheerd en dus geen onderdeel zijn van een hoofdspoorweg.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.