Stappenplan 1e vastlegging basisgeluidemissie
Als gemeente of waterschap heeft u de taak om voor de eerste keer een basisgeluidemissie vast te leggen voor wegen en lokale spoorwegen over een basisjaar. De basisgeluidemissie is het referentieniveau waarop u het geluid in de toekomst gaat monitoren. We nemen u stap voor stap mee bij de uitvoering van deze taak. Van de voorbereiding tot het moment dat u alle informatie aanlevert aan het geluidregister.
We geven aan wat u nodig heeft om te kunnen starten en tot welk resultaat het doorlopen van alle stappen leidt.
De regelgeving is nog in ontwikkeling. De verplichting tot het vastleggen van een basisgeluidemissie is uitgesteld tot een nader te bepalen tijdstip. Artikel 11.46 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) treedt daarom nog niet in werking. Gemeenten en waterschappen mogen wel een basisgeluidemissie vastleggen. Daarom ziet u in dit stappenplan soms ook gewoon een verwijzing naar dit artikel. De tekst van artikel 11.46 is te lezen in Staatsblad 2020, nr. 577.
Verder heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangekondigd dat ook een aantal regels wijzigen over de basisgeluidemissie. In dit stappenplan gaan we uit van deze voorgenomen wijzigingen. Die hebben vooral te maken met het basisjaar (wijziging artikel 11.46 Bkl) en het aantal wegen waarvoor een basisgeluidemissie moet worden vastgelegd (wijziging artikel 3.26 Bkl). Meer informatie hierover is te vinden op Geluid | Nieuws.
Kennis
U bent bekend met:
- het doel van de basisgeluidemissie. De basisgeluidemissie is het referentieniveau van het geluid door lokale (spoor)wegen waarmee u de ontwikkeling van geluid bewaakt.
- het geluidregister, het digitale systeem Centrale voorziening geluidgegevens (Cvgg) en het Informatiemodel Geluid (IMG). Bronhouders moeten gegevens over hun geluidbronnen registreren in het geluidregister. Dat kan via de Cvgg, dat wordt beheerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Om de gegevens aan te kunnen leveren, moeten deze gegevens voldoen aan het IMG.
- eHerkenning. De Cvgg gebruikt eHerkenning om de identiteit en bevoegdheid van personen te controleren die gegevens willen aanleveren.
- het maken van berekeningen in een geluidrekenprogramma.
- werken met een geografisch informatiesysteem (GIS).
Collega's
Om alle stappen te doorlopen is medewerking en hulp nodig van collega's. Voor inhoudelijke informatie zijn dat collega's met taken over verkeer, beheer en onderhoud. Voor ondersteuning bij het opbouwen van het databestand, is dat een programmeur of GIS-specialist. Direct contact met de bronbeheerder van aansluitende of kruisende infrastructuur is ook nodig. Stem met elkaar af, zodat de gegevens op elkaar aansluiten.
Ook zijn collega's nodig binnen de interne procesorganisatie. Het vastleggen van de basisgeluidemissie is geen formeel juridisch besluit. Maar het college van burgemeester en wethouders moet wel na alle stappen verslag doen van de waarde van de basisgeluidemissie aan de gemeenteraad. In geval van het waterschap doet het dagelijks bestuur dat aan het algemeen bestuur.
Software
De minimale vereisten zijn een GIS-applicatie en eHerkenning. U kunt bij het doorlopen van de stappen ook gebruik maken van het geluidrekenprogramma dat u al gebruikt voor het werken met de Omgevingswet. U moet in de volgende stappen een bestand opbouwen dat voldoet aan het Informatiemodel Geluid (IMG). Het IMG beschrijft welke gegevens er in het geluidregister staan en op welke manier deze gestructureerd zijn. U kunt kiezen welk programma u gebruikt om dit bestand te maken. De specifieke eisen aan het bestand zijn te vinden via Informatiemodel Geluid.
Aan het eind van het stappenplan (stap 7) kan uw college van burgemeester en wethouders of uw dagelijks bestuur van het waterschap:
- een basisgeluidemissie vastleggen in het geluidregister voor de (spoor)wegen die onder verantwoordelijkheid van de organisatie vallen
- verslag doen van de waarde van de basisgeluidemissie aan de gemeenteraad of het algemeen bestuur van het waterschap
In deze stap bepaalt u welke wegen in aanmerking kunnen komen voor de eerste vastlegging van de basisgeluidemissie.
Het college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van het waterschap legt een basisgeluidemissie vast voor een verharde weg waar over het kalenderjaar gemiddeld meer dan 2.500 motorvoertuigen per etmaal rijden. In het Besluit kwaliteit leefomgeving is dit toepassingsbereik vastgelegd in (het nog te wijzigen) artikel 3.26. Het gaat om het verkeer in beide rijrichtingen samen.
De stappen voor het vastleggen van een basisgeluidemissie voor een lokale spoorweg zijn grotendeels hetzelfde. Aanvullende informatie over het vastleggen van een lokale spoorweg, vindt u onder Aanvullende stappen bij aanwezigheid lokaal spoor.
Stap 2a
Vraag de verkeerskundige binnen uw gemeente of waterschap de volgende wegen te selecteren:
- wegen met een etmaalintensiteit van meer dan 2.500 motorvoertuigen
- wegen met een naar verwachting op korte termijn etmaalintensiteit van meer dan 2.500 motorvoertuigen, en
- wegen waarvan niet precies duidelijk is hoeveel verkeer er rijdt, maar naar schatting rond de 2.500 motorvoertuigen ligt
Laat hierbij erven en onverharde wegen buiten beschouwing. Neem alleen de wegen mee die onder verantwoordelijkheid van uw organisatie vallen. Stem de selectie af met bronbeheerders van aansluitende of kruisende wegen. Op deze manier voorkomt u dat een weggedeelte in meerdere selecties zit, of juist in geen enkele.
Stap 2b
Controleer de selectie of laat deze controleren. Bekijk of doorgaande wegen zijn meegenomen. Daar rijden in de meeste situaties meer dan 2.500 motorvoertuigen per etmaal. Het is toegestaan om ook korte, tussenliggende weggedeelten met een lagere intensiteit mee te nemen.
Het resultaat van deze stap is een overzicht van alle wegen waarvoor u de geluidbrongegevens gaat verzamelen.
U verzamelt alle geluidbrongegevens die noodzakelijk zijn om een basisgeluidemissie te kunnen bepalen van de geselecteerde wegen. We geven aan wat nodig is en hoe u kunt aansluiten op bestaande gegevens.
U heeft de wettelijke verplichting om de gegevens voor de basisgeluidemissie te verzamelen. Dit zijn in ieder geval de geluidbrongegevens en het geluidaandachtsgebied (artikel 11.46 Besluit kwaliteit leefomgeving). Geluidbrongegevens zijn bij ministeriële regeling aangewezen gegevens die nodig zijn voor het bepalen van geluid. In dit geval door de gemeentelijke wegen of waterschapswegen.
Stap 3a
Verzamel de rijlijnen met een geografische ligging (in Rijksdriehoekscoördinaten) bij de wegen die u heeft geselecteerd in stap 2. Veel gemeenten gebruiken de rijlijnen uit het Nationaal Wegenbestand.
Voor iedere rijlijn verzamelt u de verkeersgegevens over het basisjaar. Dit zijn:
- per etmaalperiode het aantal motorvoertuigen, verdeeld over de voertuigcategorieën licht, middelzwaar en zwaar dat per uur passeert (gemiddeld over een kalenderjaar)
- de gemiddelde representatieve snelheid per voertuigcategorie
- het wegdektype
Bij het verzamelen van de verkeersgegevens kunt u aansluiten bij bestaande processen. Bijvoorbeeld: een milieumodel, een verkeersmodel of het systeem waarin de organisatie gegevens over de wegdekverharding beheert.
U mag geen gebruik maken van standaard invoerwaarden of veronderstellingen. Tenzij de verzameling van de werkelijke gegevens tot onevenredig hoge kosten leidt.
Het kan zijn dat uw gemeente of waterschap geen of onvoldoende gegevens heeft. Verzamel dan telgegevens van de drukste wegen. Dit zijn de wegen waarvan u verwacht dat daar meer dan 4.500 motorvoertuigen per etmaal rijden. Voor de overige wegen maakt u een onderbouwde schatting.
Ga uit van een representatieve deklaag. Korte onderbrekingen in het wegdek kunt u buiten beschouwing laten, zoals een drempel met klinkers in een asfaltweg.
Tip: Het ligt voor de hand om voor een weg waar al een besluit tot aanleg of wijziging is genomen, uit te gaan van de verwachte verkeersgegevens voor die weg. U gebruikt dan de gegevens die zijn gebruikt voor de onderbouwing van dat besluit tot aanleg of wijziging. Dit staat in artikel 3.27, lid 1, onder b van het Besluit kwaliteit leefomgeving. Een voordeel is dat de basisgeluidemissie dan al het resultaat bevat van een afweging over de aanvaardbaarheid van het geluid en het eventueel treffen van maatregelen.
Stap 3b
Controleer de verzamelde gegevens.
Tip: Maak de verzamelde gegevens ruimtelijk inzichtelijk om te controleren. Dat kan binnen het softwareprogramma voor geluidberekeningen, maar ook in een geografisch informatiesysteem. Zo ziet u sneller of informatie ontbreekt of logisch is. Kijk bijvoorbeeld naar wegen die aansluiten op wegen met een hoge etmaalintensiteit. Of kijk naar de maximaal toegestane snelheden, in combinatie met het wegdektype.
Het tussenresultaat is een gevalideerde set aan geluidbrongegevens van alle wegen die onder verantwoordelijkheid van uw organisatie vallen en waarvoor u een basisgeluidemissie gaat vastleggen.
In deze stap bepaalt u het geluidaandachtsgebied per weg. Het geluidaandachtsgebied is het gebied langs de weg waar het geluid door de weg hoger kan zijn dan de standaardwaarde.
U heeft de wettelijke verplichting om de gegevens voor de basisgeluidemissie te verzamelen. Dit zijn in ieder geval het geluidaandachtsgebied en de geluidbrongegevens (artikel 11.46 Besluit kwaliteit leefomgeving). Het geluidaandachtsgebied is het gebied langs de weg waar het geluid door de weg hoger kan zijn dan de standaardwaarde. Tot een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip bestaat het geluidaandachtsgebied uit vaste afstanden. Dit staat in artikel 17.5 van de Omgevingsregeling.
Stap 4a
Bepaal voor iedere weg (resultaat van stap 3) het geluidaandachtsgebied. Het geluidaandachtsgebied heeft een breedte van 100 meter, 200 meter of 350 meter aan weerszijden van de weg. Dit is afhankelijk van het aantal rijstroken, het aantal sporen en de snelheid.
Stap 4b
Maak 1 geografisch bestand (vlakbestand) met alle geluidaandachtsgebieden.
Stap 4c
Controleer of u voor alle geselecteerde wegen een geluidaandachtsgebied heeft bepaald.
Een geografisch bestand met 1 vlak waarin alle geluidaandachtsgebieden zijn opgenomen.
In deze stap bepaalt u de basisgeluidemissie. We helpen u eerst om de werkelijke situatie van de weg te vertalen naar een model. Vervolgens kunt u de basisgeluidemissie bepalen.
U bepaalt de basisgeluidemissie van een gemeentelijke weg of waterschapsweg volgens de regels uit de Omgevingsregeling. Dit staat in artikel 3.27 lid 5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. De basisgeluidemissie berekent u volgens bijlage IVd van de Omgevingsregeling en rondt u af op 1 decimaal.
U gaat een geluidbronmodel maken om de basisgeluidemissie te kunnen bepalen. Een geluidbronmodel is het model waar de ligging van de rijlijnen is gekoppeld aan de verkeersgegevens en het wegdektype. Vervolgens maakt u geluidemissietrajecten door de rijlijnen te knippen. Een geluidemissietraject is namelijk het deel van de rijlijn waar de geluidemissie constant is. Voor ieder geluidemissietraject bepaalt u de basisgeluidemissie.
In stappen 5a tot en met 5e vindt u de uitleg en voorbeelden van wegen die vaak voorkomen:
- standaard kruising
- standaard rotonde
- weg met meerdere rijstroken en een smalle middenberm
Stap 5a
In deze stap maakt u een geluidbronmodel. U kunt hiervoor gebruikmaken van bestaande softwareprogramma’s voor geluidberekeningen of van een geografisch informatiesysteem.
Voor het bepalen van de basisgeluidemissies zijn geen gegevens nodig van (omliggende) bebouwing en andere omgevingskenmerken. Ook de hoogte van de weg neemt u niet mee. De modellering is tweedimensionaal.
Neem de rijlijnen met de bijbehorende verkeersgegevens (het tussenresultaat) uit stap 3. Bekijk of de ligging van deze rijlijnen representatief is voor de situatie van het wegprofiel. U mag dit vereenvoudigen.
Voorbeeld: het is toegestaan om de 2 rijlijnen die ieder een rijrichting weergeven, te vereenvoudigen tot 1 rijlijn. De vereenvoudigde rijlijnen zijn in figuur 2 weergegeven. De kruising en de rotonde hebben 2 kruisende rijlijnen en de weg met een smalle middenberm heeft 1 rijlijn.
Controleer in de organisatie of hiermee het door uw gemeente of waterschap gewenste detailniveau is bereikt.
Stap 5b
Controleer het geluidbronmodel. Na deze stap heeft u definitieve rijlijnen met bijbehorende brongegevens. Deze vormen samen het geluidbronmodel.
Stap 5c
U maakt in deze stap geluidemissietrajecten aan. Een nieuw geluidemissietraject start bij een wijziging:
- van samenstelling van het verkeer
- in de etmaalintensiteit
- van de snelheid
- van het wegdektype
Per geluidemissietraject bepaalt u een basisgeluidemissie (stap 5d). Geef daarom ieder geluidemissietraject een eigen unieke identificatie. In het voorbeeld in figuur 3 is het een letter. Maar om unieke codes te krijgen voor alle wegen binnen uw gemeente, moet de identificatie uit meerdere tekens bestaan. Zowel de kruising als de rotonde hebben 4 geluidemissietrajecten. Door de vereenvoudiging van de situatie met een 2x2 rijbaan heeft die 1 geluidemissietraject.
Stap 5d
Bepaal de geluidemissie voor elk geluidemissietraject. De geluidemissie van een rijlijn berekent u volgens de formule in paragraaf 1,2,2, bijlage IVd Omgevingsregeling.
De geluidemissie van een weg bepaalt u vervolgens door de energetische som van de individuele (uurgemiddelde) emissies van rijlijnen die tot 1 weg behoren volgens de formule in paragraaf 1.2.3, bijlage IVd Omgevingsregeling.
Voor de berekening van de geluidemissies kunt u gebruik maken van softwareprogramma’s voor geluidberekeningen onder de Omgevingswet. U kunt de berekeningen ook zelf maken in een geografisch informatiesysteem of database.
Tip: U kunt ook een basisgeluidemissie vastleggen die lager is dan de berekende waarde. Bijvoorbeeld als blijkt uit lokaal beleid dat de hoeveelheid geluid door een weg zal afnemen of dat er een besluit in voorbereiding is dat zorgt voor een afname van de hoeveelheid geluid door die weg. Dit staat in artikel 3.27 lid 6 onder a van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Stap 5e
Controleer de waarden van de basisgeluidemissies. Kijk daarbij vooral naar heel hoge en heel lage emissies (of nulwaarden) en opvallende emissiesprongen. Probeer die te verklaren uit de onderliggende brongegevens.
Het tussenresultaat is de basisgeluidemissie per geluidemissietraject.
In deze stap stelt u het bestand op dat u moet aanleveren aan het geluidregister via de Cvgg. U zet de basisgeluidemissie, de brongegevens en het geluidaandachtsgebied in een bestand. Deze gegevens vult u aan met administratieve gegevens, zodat het bestand voldoet aan het Informatiemodel Geluid (IMG).
De basisgeluidemissie, de brongegevens en het geluidaandachtsgebied moeten in het geluidregister komen. Dit staat in artikel 11.52 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. Om deze gegevens aan te kunnen leveren aan het geluidregister via de Cvgg, moet het bestand met deze informatie voldoen aan specifieke eisen uit het IMG.
De resultaten uit stap 4 'Het geluidaandachtsgebied' en stap 5 'Bepaal de basisgeluidemissie' zet u om in een GML-bestand. GML (Geography Markup Language) is een bestandsformaat met een XML-structuur dat wordt gebruikt voor geografische bestanden.
De specifieke eisen aan het te leveren bestand zijn te vinden op Geonovum | Informatiemodel Geluid. Een voorbeeldbestand is te vinden via RIVM | Informatiemodel Geluid.
In het blok 'Informatie over 1 basisgeluidemissieobject' ziet u een stukje code uit het voorbeeldbestand. Een basisgeluidemissieobject is in de definitie van het IMG een verzamelobject van de basisgeluidemissiewaarde en de geluidemissieobjecten waarop deze waarde betrekking heeft. Een geluidemissieobject is een objecttype in de structuur van het IMG. Onder het geluidemissieobject valt de rijlijn (of rijlijnen) met bijbehorende brongegevens zoals bepaald in Stap 5.
Informatie over 1 basisgeluidemissieobject
<gml:featureMember>
<img:Basisgeluidemissieobject gml:id="NL.img.30276683.BGE-3064.1">
<img:identificatie>
<img:NEN3610ID>
<img:namespace>Nl.img</img:namespace>
<img:lokaalID>30276683.BGE-3064</img:lokaalID>
<img:versie>1</img:versie>
</img:NEN3610ID>
</img:identificatie>
<img:basisgeluidemissiewaarde>116.3</img:basisgeluidemissiewaarde>
<img:metadataBerekening xlink:href="#NL.img.30276683.Geluidberekening-BGE-1.1">
</img:metadataBerekening>
<img:geluidemissieobject xlink:href="#NL.img.30276683.Wegdeel-2964.1">
</img:geluidemissieobject>
</img:Basisgeluidemissieobject>
</gml:featureMember>
Ieder basisgeluidemissieobject heeft:
- een identificatie op basis van de NEN 3610 (de gemeenschappelijke basis onder alle geo-informatiemodellen). Die is opgebouwd uit 3 delen: een namespace (hier: NL.img), een lokaalID (hier: 30276683.BGE-3064) en een versienummer (hier: 1)
- 1 waarde van de basisgeluidemissie (hier: 116.3)
- een koppeling naar de administratieve gegevens over de totstandkoming van de basisgeluidemissie (hier: #NL.img.30276683.Geluidberekening-BGE-1.1) en
- een koppeling naar het de gegevens van het geluidemissietraject (hier #NL.img.30276683.Wegdeel-2964.1)
Stap 6a
Stel een GML-bestand op van de resultaten uit stap 4 en 5. Bij aanwezigheid van een lokaal spoor zijn dat ook de resultaten uit stap C en stap E. Bij aanwezigheid van een lokaal spoor dat is vervlochten met een lokale weg zijn dat de resultaten uit stap F. U kunt kiezen welk programma u gebruikt om dit bestand te maken. De specifieke eisen aan het bestand zijn te vinden op Geonovum | Informatiemodel Geluid.
Tip: Vraag een dataspecialist om dit bestand op te bouwen.
Stap 6b
Een belangrijke toevoeging zijn de administratieve gegevens. Ook deze informatie moet voldoen aan het Informatiemodel Geluid. Het gaat dan om:
- KVK-nummer van bronhouder
- versie-aanduiding van de objecten
- metadata, zoals de geluidbron, het jaar waarover de gegevens gaan en het einde van de periode waarop het object geldig is
- voor zover relevant, een verwijzing naar het document met een besluit tot aanleg of wijziging van die weg.
Stap 6c
U kunt voorafgaand aan de aanlevering, eerst het bestand controleren. Hier is een speciale oefenomgeving voor gemaakt.
Tip: U bent zelf verantwoordelijk voor de gegevens in het geluidregister. Verzeker u ervan dat u een eigen database bijhoudt, voorzien van documentatie met gemaakte keuzes en uitgangspunten. Hanteer steeds dezelfde uitgangspunten. Dat is noodzakelijk voor het monitoren van het geluid.
Het tussenresultaat is een GML-bestand dat voldoet aan het Informatiemodel Geluid. Het bestand is klaar voor levering aan het geluidregister.
In deze stap legt u de basisgeluidemissie vast. Het vastleggen van de basisgeluidemissie is geen formeel juridisch besluit. Met het vastleggen zorgt u er wel voor dat er binnen de organisatie een ambtelijk en bestuurlijk akkoord is van het college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van het waterschap over de waarde van de basisgeluidemissie. U levert de gegevens aan voor de eerste vastlegging van de basisgeluidemissie. Ook zorgt u dat verslag wordt gedaan van de waarde van de basisgeluidemissie aan de gemeenteraad of het algemeen bestuur van het waterschap.
De basisgeluidemissie moet in het geluidregister komen. Dat staat in artikel 11.52 van het Besluit kwaliteit leefomgeving en in artikel 10.42a van het Omgevingsbesluit. Dit geldt ook voor de geluidbrongegevens van de basisgeluidemissie en het geluidaandachtsgebied. Bij Koninklijk Besluit wordt bepaald wanneer dit uiterlijk moet gebeuren. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verplicht om verslag te doen van de waarde van de basisgeluidemissie aan de gemeenteraad, en dezelfde verplichting geldt voor het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur van het waterschap. Dit staat in artikel 10.42c van het Omgevingsbesluit.
Stap 7a
Volg de interne procedure binnen uw organisatie voor een akkoord van het college of het dagelijks bestuur van het waterschap op de waarde van de basisgeluidemissie. Het vastleggen van de basisgeluidemissie is geen formeel juridisch besluit. Het is logisch dat u het college of het dagelijkse bestuur ook informatie geeft over het vervolg: de monitoring van de geluidemissie en de daarmee samenhangende verplichtingen.
Tip: Benieuwd welke verplichtingen er zijn? De gemeente of het waterschap monitort de toename van geluid ten opzichte van de basisgeluidemissie. Bij een significante toename van het geluid moet u nagaan of er maatregelen mogelijk zijn. Uitgebreide informatie is te vinden op Verantwoordelijkheden bij basisgeluidemissie.
Geef een passende onderbouwing aan het college of het dagelijks bestuur van het waterschap als u gebruikt hebt gemaakt van de mogelijkheid om:
- uit te gaan van verwachte verkeerscijfers op basis van een besluit in plaats van de werkelijke verkeerscijfers in het referentiejaar, of
- een lagere basisgeluidemissie vast te leggen dan het basisjaar, of
- een gezamenlijke waarde van de basisgeluidemissie vast te leggen wanneer een lokaal spoor is vervlochten met een weg. Zie hiervoor Stap F 'Aanvullende stappen bij aanwezigheid spoor'.
Stap 7b
Start de interne procedure om de gegevens vast te leggen in het geluidregister. Hiervoor heeft u eHerkenning nodig. Als u dat nog niet heeft, kunt u eHerkenning aanvragen. Hiervoor moet uw organisatie u wel machtigen. De levering van eHerkenning kan enkele dagen duren. De levertijd is afhankelijk van het betrouwbaarheidsniveau dat u nodig heeft en verschilt per leverancier.
Stap 7c
Lever de gegevens aan bij het geluidregister. Dat doet u (of een gemachtigde) door het elektronisch verstrekken van het eindresultaat van stap 6 aan de Cvgg. U moet zich identificeren met eHerkenning bij het portaal van de Cvgg om de gegevens aan te leveren. De handleiding voor aanleveren vindt u op de website van het RIVM.
Stap 7d
Het college of het dagelijks bestuur van het waterschap doet verslag van de waarde van de basisgeluidemissie aan de gemeenteraad of het algemeen bestuur van het waterschap. U kunt zelf bepalen hoe u dit verslag vormgeeft.
U heeft voldaan aan de verplichting voor de eerste vastlegging van de basisgeluidemissie.
U monitort vanaf nu het geluid door wegen met een basisgeluidemissie en doet hier iedere 5 jaar verslag van. U bekijkt dan of het geluid is veranderd ten opzichte van de basisgeluidemissie en bekijkt of maatregelen nodig zijn. Lees meer op de pagina Monitoren basisgeluidemissie.
In een aantal gemeenten zijn er lokale spoorwegen die niet bij omgevingsverordening zijn aangewezen. Net als voor de lokale wegen, bent u verplicht voor deze spoorwegen een basisgeluidemissie vast te leggen.
De stappen voor het vastleggen van een basisgeluidemissie voor een lokale spoorweg zijn grotendeels het zelfde als voor een lokale weg. We verwijzen dan ook meerdere keren naar die stappen. Daar waar 'lokale weg' staat, kunt u dan lezen als 'lokale spoorweg'.
Bekijk daarom eerst Stap 1 'Bereid u voor'. Daar vindt u belangrijke algemene informatie over het vastleggen van een basisgeluidemissie.
U legt een basisgeluidemissie vast voor een lokale spoorweg die niet bij provinciale omgevingsverordening is aangewezen. Dit staat in artikel 3.26, onder b, van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). U heeft de wettelijke verplichting om de gegevens voor de basisgeluidemissie te verzamelen. Dit staat in artikel 11.46 Bkl. De gegevens bevatten in ieder geval de geluidbrongegevens en het geluidaandachtsgebied. U bepaalt de geluidemissie van een lokale spoorweg volgens de regels uit de Omgevingsregeling. Dit staat in artikel 3.27, lid 5, Bkl. De basisgeluidemissie berekent u volgens bijlage IVd van de Omgevingsregeling en rondt u af op 1 decimaal.
Stap A
Check welke lokale spoorweg in uw gemeente niet bij omgevingsverordening is aangewezen.
Stap B
Verzamel de bronlijnen bij de lokale spoorwegen van stap A zijn geselecteerd. Voor iedere bronlijn verzamelt u geluidbrongegevens over het basisjaar. Dit zijn:
- per etmaalperiode, het aantal rekeneenheden per spoorvoertuigcategorie dat gemiddeld over een kalenderjaar per uur passeert
- maximale snelheid per spoorvoertuigcategorie
- bovenbouwconstructie
Voor de metro en sneltram verzamelt u aanvullend ook gegevens over:
- spoorstaafruwheid
- snelheid doorgaande en stoppende spoorvoertuigcategorieën
- ingeschakeld remsysteem
- aanwezigheid van wissels
Controleer vervolgens de verzamelde gegevens.
Tip: Maak de verzamelde gegevens ruimtelijk inzichtelijk om te controleren.
Het tussenresultaat is een gevalideerde set aan geluidbrongegevens van alle lokale spoorwegen die onder de verantwoordelijkheid vallen van uw organisatie.
Stap C
Bepaal voor iedere lokale spoorweg (resultaat van stap B) het geluidaandachtsgebied. Zie hiervoor Stap 4 'Bepaal het geluidaandachtsgebied'.
Het tussenresultaat is een geografisch bestand met 1 vlak waarin alle geluidaandachtsgebieden zijn opgenomen.
Stap D
In deze stap bepaalt u de basisgeluidemissie voor de lokale spoorweg. U maakt eerst een geluidbronmodel van het lokale spoor. Daarna maakt u op basis van het geluidbronmodel geluidemissietrajecten aan. Zie voor de aanpak hiervoor Stap 5a, 5b en 5c 'Bepaal de basisgeluidemissie'.
Vandaar gaat u weer verder met Stap E.
Stap E
Bepaal de basisgeluidemissie voor ieder geluidemissietraject.
U bepaalt per bronhoogte de emissie volgens de formule 2.1 van bijlage IVf bij de Omgevingsregeling. De geluidemissie voor een bronlijn k berekent u volgens de eerste formule in paragraaf 1.3, bijlage IVd Omgevingsregeling.
De totale geluidemissie van een spoorweggedeelte bestaat uit de som van de bronlijnen k per periode gewogen naar een Lden-waarde. U berekent die volgens de tweede formule in paragraaf 1.3, bijlage IVd Omgevingsregeling.
Voor de berekening kunt u gebruik maken van softwareprogramma’s voor geluidberekeningen. Uiteraard is het ook mogelijk de berekeningen zelf te maken in een geografisch informatiesysteem of database.
Het tussenresultaat is de basisgeluidemissie per geluidemissietraject.
Stap F
Soms is een lokaal spoor vervlochten met een lokale weg. U kunt er dan voor kiezen om 1 basisgeluidemissie vast te leggen voor lokaal spoor en weg samen. U kunt de basisgeluidemissie van een gemeenteweg baseren op het geluid door die gemeenteweg en de lokale spoorweg samen. Het kan alleen als de lokale spoorweg grotendeels is verweven of gebundeld met een gemeenteweg. Dit staat in artikel 3.27, lid 2, Bkl. Dat kan gaan om een trambaan die onderdeel is van de weg, maar ook om een spoorweg en een gemeenteweg die direct naast elkaar liggen.
Beoordeel of de lokale spoorweg uit Stap A een lokale spoorweg is of een lokale spoorweg die grotendeels is verweven of gebundeld is met een gemeenteweg. Kies vervolgens of en waar daadwerkelijk 1 basisgeluidemissie zal worden vastgelegd voor de lokale spoorweg en de gemeenteweg samen.
Tip: Het is aan te bevelen om deze beslissing ambtelijk en bestuurlijk af te stemmen en op te nemen in documentatie. Denk hierbij ook aan de argumenten die daaraan ten grondslag liggen. Het documenteren van deze keuze is van belang. De keuze werkt door bij het nemen van latere besluiten. Zowel bij besluiten over een wijziging van deze infrastructuur als bij besluiten over het toelaten van geluidgevoelige gebouwen nabij die gebundelde infrastructuur.
De omvang van het geluidaandachtsgebied bij een lokale spoorweg die grotendeels is verweven of gebundeld met een gemeenteweg is afhankelijk van het aantal sporen en rijstroken samen.
Het tussenresultaat is een geografisch bestand met 1 vlak waarin alle geluidaandachtsgebieden zijn opgenomen.
Bij een lokale spoorweg die is verweven met een lokale weg bepaalt u de geluidemissie per bronhoogte volgens formule 2.1 van bijlage IVf bij de Omgevingsregeling. De emissie van een bronlijn k voor periode p (dag, avond en nacht) berekent u volgens de formule in paragraaf 1.2.1, bijlage IVd Omgevingsregeling.
U telt vervolgens de geluidemissie van de weg en spoor energetisch bij elkaar op tot 1 basisgeluidemissie. Voor berekening van de basisgeluidemissie gebruikt u de formule in paragraaf 1.2.3, bijlage IVd Omgevingsregeling.
Het tussenresultaat is de basisgeluidemissie per geluidemissietraject.
Stap G
Controleer de waarden van de basisgeluidemissies. Kijk daarbij vooral naar heel hoge en heel lage emissies (of nulwaarden) en opvallende emissiesprongen. Probeer die te verklaren uit de onderliggende brongegevens.
Het tussenresultaat is de basisgeluidemissie per geluidemissietraject.
Vervolg verder de handelingen in Stap 6 'Stel het bestand samen voor in het geluidregister'.