Participatie en overleg bij actieplan geluid
De motiveringsplicht geeft invulling aan het betrekken van belanghebbenden bij de voorbereiding van het actieplan geluid. Zo zorgt u voor draagvlak over de keuzes van de voorgenomen maatregelen.
Motiveringsplicht
Communicatie met burgers over het actieplan is 1 van de pijlers uit de Europese richtlijn omgevingslawaai. In de Nederlandse wetgeving is daar invulling aan gegeven door de motiveringsplicht (artikel 10.8 Omgevingsbesluit). In het vaststellingsbesluit van het actieplan geluid moet staan hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere bestuursorganen bij de voorbereiding betrokken zijn en wat de resultaten hiervan zijn. De bestuursorganisaties geven aan hoe ze invulling geven aan hun eigen participatiebeleid.
De mogelijke betrokken partijen zijn:
Burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties
Volgens de motiveringsplicht wordt aangegeven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding betrokken zijn en wat de resultaten daarvan zijn.
De vorm en wijze waarop een bestuursorgaan participatie voorafgaand aan de vaststelling van een programma’s inricht is niet wettelijk geregeld. Dus de “hoe”-vraag is niet beantwoord. Wel moet de gemeente kenbaar maken hoe inwoners, bedrijven, maatschappelijke partners en ketenpartners zijn betrokken bij de totstandkoming van programma’s en hoe zij hun mening hierover kenbaar hebben kunnen maken. De motivering kan bestaan uit de volgende onderdelen:
het exacte onderwerp van het participatieproces; het doel van de participatie; het niveau van de participatie, waarbij een gemotiveerde keuze wordt gemaakt uit: raadplegen, adviseren, coproduceren of meebeslissen; de inhoudelijke, financiële, procedurele en overige kaders voor de participatie en de wijze waarop deze kaders vooraf met de deelnemers worden gecommuniceerd; de schaal waarop het participatieproces speelt; wie de belanghebbenden zijn; of ook anderen dan belanghebbenden aan het proces kunnen deelnemen; de wijze en het tijdstip waarop de deelnemers hun inbreng kunnen leveren; de wijze waarop het bestuursorgaan communiceert over de inrichting en inhoud van het participatieproces; de wijze en het tijdstip waarop het bestuursorgaan reageert op de uitkomsten van het participatieproces; de begroting van de kosten van het participatieproces. De manier waarop participatie heeft plaatsgevonden en wat er uiteindelijk met de inbreng is gedaan maakt onderdeel uit van het besluit tot het vaststellen van het programma.
Lees meer in de Participatiegids.
Andere overheden
De motiveringsplicht over participatie heeft ook betrekking op andere bestuursorganen. Dit is vooral van belang als het geluid van een bron de gemeentegrens of provinciale grens overschrijdt.
Voor zover het actieplan betrekking heeft op een grensregio, overlegt het bestuursorgaan met de bevoegde autoriteiten van de aangrenzende lidstaten (artikel 10.17 Omgevingsbesluit).
Bestuur
Het actieplan is een beleidsdocument met financiële consequenties. Overleg met het bestuur is daarom zeer belangrijk. Committeer het college al bij het ontwerpactieplan. Betrek de wethouder of gedeputeerde bijvoorbeeld door een geregeld overleg met de portefeuillehouders. Dit voorkomt vertraging bij de vaststelling van het actieplan.
Het is ook raadzaam de gemeenteraad en de Provinciale Staten te betrekken bij het opstellen van het actieplan. Bijvoorbeeld tijdens raadscommissies. Afstemming met de gemeenteraad bevordert de besluitvorming door die raad bij de uitvoering van de voornemens uit het actieplan te betrekken.
Ambtelijke organisatie
Bij de evaluatie en uitvoering van maatregelen zijn meer en andere afdelingen betrokken dan bij geluidbelastingkaarten. Het is raadzaam bepaalde afdelingen op te nemen in het projectteam. Voorbeelden van die afdelingen of disciplines zijn:
- Milieu
- Ruimtelijke Ordening
- Verkeer en Vervoer
- Wegonderhoud
- Financiën
- Communicatie
Stem de keuzes in het actieplan af met de afdelingen die daar een belang bij hebben. Deze afdelingen integreren dus de uitvoering van de voorgenomen maatregelen in de werkprocessen. Neem die maatregelen ook op in hun begroting. Het gaat bijvoorbeeld om het onderhoud van wegen of de consequenties voor de ruimtelijke ordening.