Maatregelen voor het beperken van geurhinder
Er zijn diverse maatregelen mogelijk om geurhinder te beperken. Zo zijn er procesgeïntegreerde maatregelen, nageschakelde technieken en maatregelen voor het beperken van de geurimmissie. Het toepassen van geurneutraliserende maatregelen is onwenselijk, omdat het bedrijf hierdoor extra stoffen in het milieu brengt.
Informatie over geurhinder
Informatie over de geurhinder is nodig om de juiste maatregel te kiezen. Het bevoegd gezag houdt hierbij rekening met de kosten van aanpassing en de mate van ingrijpen in de bedrijfsvoering. Vragen om verleggen van het emissiepunt of betere ruimteventilatie kan bijvoorbeeld alleen als dit niet leidt tot onredelijke kosten.
Oorzaak van de geurhinder
Om geurhinder te beperken, is goed inzicht nodig in de oorzaken van de geurhinder:
- Welke geurbronnen veroorzaken de hinder?
- Zijn het incidentele pieken of continue emissies die de hinder veroorzaken?
- Spelen andere factoren een rol bij degenen die hinder ervaren? Bijvoorbeeld stof- of geluidhinder, een gevoel van onveiligheid, lelijk gebouw of slechte communicatie met het bedrijf.
Het kan veel opleveren om de omwonenden te betrekken bij het opsporen van de geurbronnen. Bij processen waar een variatie aan stoffen vrijkomt, is het zinvol te achterhalen welke stoffen de geur veroorzaken.
Inzicht in afgaskarakteristieken geurbron
Om te bepalen welke maatregelen geschikt zijn, is ook inzicht nodig in de afgaskarakteristieken van de geurbron:
- diffuus of gekanaliseerd
- tijdsduur en variatie in de emissie
- temperatuur, relatieve vochtigheid, debiet en stofgehalte van de afgasstroom
Mogelijkheden om geurhinder te beperken
Deze analyse geeft inzicht in welke mogelijkheden er zijn om de geurhinder te beperken. Dit zijn procesgeïntegreerde maatregelen, nageschakelde technieken en maatregelen voor het beperken van de geurimmissie. Naast deze maatregelen kan het voorkomen dat een bedrijf een geurneutraliserend middel in wil zetten.
Procesgeïntegreerde maatregelen
Bij het bestrijden van geuremissies blijken procesgeïntegreerde maatregelen vaak bruikbaar en effectief. Bovendien hebben ze vaak een gunstig effect op andere aspecten van de bedrijfsvoering, zoals Arbo. Voorbeelden van procesgeïntegreerde maatregelen zijn:
- het werken met gesloten procesapparatuur
- het veranderen van grondstoffen op hulpstoffen
- het verbeteren van de hygiëne door good-housekeeping-maatregelen
- afspraken maken over de tijd en frequentie van activiteiten die piekemissies veroorzaken
Werken met gesloten procesapparatuur
Voorbeelden van werken met gesloten procesapparatuur zijn:
- afdekken van ontvangstkelders en voorbezinkbassins bij een rioolwaterzuiveringsinstallatie
- het gebruik van (gesloten) transportschroeven in plaats van transportbanden
- het (snel) afdekken van een stortfront op stortplaatsen
- dampretoursystemen, drijvende daken bij op- en overslag van bijvoorbeeld oplosmiddelen
Veranderen van grond- of hulpstoffen
Het veranderen van grond- of hulpstoffen komt in beeld:
- als duidelijk is dat de geuremissie te herleiden is tot het gebruik van een bepaalde grondstof, én
- als er alternatieven voorhanden zijn om deze grond- of hulpstof te vervangen.
Er zijn bedrijven met een groot aantal grond- en hulpstoffen in meerdere (batch)processen. Bij zo'n bedrijf kan het zinvol zijn om het productieschema aan te passen. Richt het productieschema dan zo in, dat dit gebruik van meerdere geurveroorzakende grond- en hulpstoffen tegelijkertijd voorkomt.
Grond- en hulpstoffen die aan bederf onderhevig zijn
Geef vooral aandacht aan natuurlijke grond- en hulpstoffen die aan bederf onderhevig zijn. Bederf van het materiaal is op vier manieren te voorkomen, te vertragen of tegen te gaan.
- Het vertragen van de groeisnelheid van de micro-organismen door het maken van ongunstige groeiomstandigheden (bijvoorbeeld conditioneren, koelen).
- Het doden van de micro-organismen (bijvoorbeeld ontsmetten, steriliseren).
- Het voorkomen of beperken van besmetting/enting van het vrijkomende materiaal (bijvoorbeeld materiaal afgedekt, installaties gesloten houden).
- Het beperken van de verblijftijd (bijvoorbeeld snel afvoeren).
Good-housekeeping-maatregelen
Denk bij good-housekeeping-maatregelen aan:
- het dichthouden van deuren en ramen om diffuse emissie tegen te gaan
- het goed onderhouden van aanwezige nageschakelde technieken
- stinkend afval direct opruimen en in gesloten vaten bewaren.
Tijd en frequentie afspraken bij piekemissies
Het beperken van incidentele geurpieken tot bepaalde tijdstippen kan een uitstekende en simpele oplossing zijn. Het doel hiervan is niet om de normale bedrijfsvoering of de normale bedrijfstijden in te perken. Wel kan dit in bepaalde gevallen een oplossing zijn. Een voorbeeld is het 1 keer in de week branden van koffie bij een horecagelegenheid. Een ander voorbeeld is het uitvoeren van tests aan een filter. Hierbij is altijd overleg met bedrijf en omwonenden nodig. Bepaal in overleg welke tijdstippen inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering en aanvaardbaar zijn voor omwonenden.
Nageschakelde technieken
Voorkomen of voldoende beperken van de geuremissie is niet altijd mogelijk zonder nageschakelde technieken. Kijk dan of het bedrijf met toepassing van een nageschakelde techniek de geuremissie kan reduceren. Een eerste aandachtspunt daarbij is het gecontroleerd afzuigen van de geurbron. De afzuiginstallatie voert het afgas af naar de geurbehandelingsinstallatie.
De techniek is in staat om de gewenste geurverwijdering te behalen. Voor een juiste keuze is inzicht nodig in:
- de samenstelling van het afgas
- de concentratie van de geurcomponenten
- de temperatuur
- de druk
- de relatieve vochtigheid
Voorreiniging vaak wenselijk
In veel gevallen is het wenselijk een voorreiniging toe te passen. De voorreiniging verwijdert stof, water, vet en andere verontreinigingen. Dit voorkomt dat de apparatuur en toevoerleidingen snel vervuilen of ontregeld raken.
Voorreiniging zorgt ook dat de geurbestrijdingsapparatuur zo effectief mogelijk werkt, door regulatie van temperatuur en vochtgehalte. Daarnaast heeft voorreiniging een nivellerend effect op de geurconcentratie, wat de nageschakelde techniek ten goede komt. In een aantal gevallen verwijdert een effectieve voorreiniging al een aanzienlijk deel van de geurvracht.
Nageschakelde technieken voor geurbestrijding
Nageschakelde technieken voor geurbestrijding zijn over het algemeen dezelfde technieken ter bestrijding van andere luchtemissies. Afhankelijk van de aard van de stoffen die de geur veroorzaken en de afgascondities zijn er diverse technieken.
Technieken voor het beperken van geuremissies zijn: adsorptie (vooral actief kool), gaswasser (absorptie; zuur- en loogwasser), naverbrander, biofilter, condensor en koude oxidatie. Daarnaast zijn er nog nageschakelde technieken die in eerste instantie niet bedoeld zijn om geur te verwijderen. Wel kunnen deze technieken deels bijdragen aan de vermindering van geuremissies. Dit zijn stofwassers en mistfilters.
Beperken van de geurimmissie
Een andere mogelijkheid om geuroverlast te verminderen is het verlagen van de geurimmissie op leefniveau. Dit kan door:
Verhogen van de emissiepunten
Door verhoging van de schoorstenen emitteert het bedrijf de afgassen op een grotere hoogte. Hierdoor bereikt het bedrijf een grotere verdunning van de geurconcentratie op leefniveau. Daarnaast vermindert deze maatregel de negatieve invloed van gebouwen en obstakels op de verspreiding.
Een hogere schoorsteen is niet altijd mogelijk. De maximum hoogte van een schoorsteen kan begrensd worden door financiële of technische argumenten maar ook door regels in het omgevingsplan.
Vergroten van de uittreesnelheid
Door de snelheid van uittreding (impuls) van het afgas te vergroten, neemt de effectieve hoogte waarop de geurstoffen vrijkomen toe. Dit verbetert de geurverspreiding. Kort gezegd: door de impulspluimstijging te vergroten, stijgt de 'effectieve emissiehoogte'.
Vergroting van de uittreesnelheid is mogelijk door:
- een kleinere uitstroomopening, bijvoorbeeld een vernauwende kap op een schoorsteen. Dit vergt meer energie van de ventilator. Neem dit mee bij de BBT-beoordeling (BBT staat voor beste beschikbare technieken).
- het afgasvolume per tijdseenheid vergroten, bijvoorbeeld door verschillende afgasstromen samen te voegen. Let wel, dit kan extra energie kosten en betekent mogelijk het verdunnen van een afgasstroom. Verdunnen van een afgasstroom is bij schadelijke stoffen niet toegestaan. Al deze aspecten spelen een rol in de BBT-afweging.
- met een stijgspiraal om de schoorsteen een extra windlift meegeven aan de pluim
De uittreesnelheid kan beperkt worden verhoogd. Een uittreesnelheid tot 10 m/s is mogelijk, 15 m/s is hoog, 20 m/s is zeer hoog en 25 m/s is onwaarschijnlijk hoog. Uittreesnelheden hoger dan ongeveer 17 m/s geven een fluitend geluid en komen alleen al om die reden weinig voor. Bij waarden van 10 m/s of meer is het dus extra van belang om te controleren of de gebruikte gegevens kloppen en overeenkomen met de feitelijke situatie.
Vergroten van de warmte-inhoud
Door de warmte-inhoud van het afgas stijgen de rookgassen na uittreding voor ze zich horizontaal verspreiden. Dit effect wordt 'thermische pluimstijging' genoemd. Door de warmte-inhoud te vergroten, neemt de thermische pluimstijging toe; de 'effectieve emissiehoogte' wordt hoger. Dit verbetert de geurverspreiding.
Als de temperatuur van de pluim gelijk is aan de temperatuur van de omgeving is de transporthoogte gelijk aan de bouwhoogte van die schoorsteen. Vergroting van de thermische pluimstijging kan door:
- gebruik van restwarmte om afgassen te verwarmen
- samenvoegen met warme afgasstromen
Let wel, dit kan extra energie kosten en het verdunnen van een afgasstroom met schadelijke stoffen is niet toegestaan. Daarnaast is het beter om de restwarmte nuttig te gebruiken (energiebesparing). Al deze aspecten spelen een rol in de BBT-afweging.
Geurneutraliserende middelen
Het kan voorkomen dat een bedrijf geurneutraliserende middelen wil toepassen om de geuremissie te verminderen. Een geurneutraliserend middel wordt door verneveling toegevoegd aan geurhoudende lucht in het afgaskanaal of in de open lucht. Het doel is de geurmoleculen af te breken, in te kapselen of te maskeren.
In de praktijk gaat het bij geurneutraliserende middelen om een grote verscheidenheid aan vloeistoffen. Ook de werking van deze stoffen verschilt sterk: maskering, absorptie of omzetting. De neutraliserende stoffen die een gaswasser gebruikt, zoals zuur en loog, vallen niet onder de geurneutraliserende middelen. De natte wasser behoort tot de nageschakelde technieken.
Toepassen geurneutraliserende middelen is onwenselijk
Toepassing van een geurneutraliserende middel kan leiden tot stoffen in de buitenlucht die er niet thuishoren. Dit kan zowel het geurneutraliserende middel zelf zijn als de reactieproducten die ontstaan bij de toepassing van het geurneutraliserende middel. De hoeveelheden geurneutraliserende middelen en de reactieproducten die hierbij in de buitenlucht komen, zijn in het algemeen onbekend. Het toepassen van geurneutraliserende maatregelen is dus niet wenselijk.
Bij een geurneutraliserende middel wil de leverancier meestal de samenstelling uit commerciële overwegingen geheim houden. Hierdoor is over de samenstelling en de werking van de stoffen weinig bekend. Het gaat bij geurneutraliserende middelen voornamelijk om vloeistoffen die bestaan uit vluchtige organische stoffen. Leveranciers omschrijven de aard van deze vloeistoffen vaak als:
- maskeringsvloeistoffen
- enzymen
- alcoholhoudende vloeistoffen
- vloeistoffen op basis van etherische oliën
Hierbij is het soms mogelijk om een globale samenstelling van deze stoffen te verkrijgen. Daarnaast zijn er ook stoffen op de markt waarvan de aard en/of de samenstelling geheel onduidelijk is.
Voorbeeld lokaal beleid geurneutraliserende middelen
De provincie Zuid-Holland en DCMR hebben een geurbeleidsdocument opgesteld. Het beschrijft onder meer hoe het bevoegd gezag bij vergunningaanvragen met geurneutraliserende middelen kan omgaan. Dit beleid staat het gebruik van een geurneutraliserende middel alleen onder strikte voorwaarden toe. De provincie Zuid-Holland moet zich aan dit document houden bij het beoordelen van het gebruik van geurneutraliserende maatregelen.
Onderzoeken naar werking geurneutraliserende middelen
Een driejarige studie in Frankrijk gaat in op de werking van 26 geurneutraliserende middelen (A. Bruchet, V. Decottignies, G. Filippi, Efficiency of masking agents: outcome of a 3 year study at pilot and full scales, CIRSEE, France). De studie toont geen statistisch verantwoord neutraliserend effect aan op basis van de aanwezigheid van aldehyden in geurneutraliserende middelen. Producten die wel een maskerende werking hadden, zorgden voor een toename van de geuremissie.
Een onderzoek in België gaat over 1 geurneutraliserend middel bij een bedrijf dat citroenzuur produceert (I. Bilsen and R. De Fré, evaluation of a neutralizing agent applied on a cooling tower at a citric acid production plant, VITO, Belgium). Het rapport concludeert dat het geurneutraliserend middel voor een toename van de geuremissieconcentratie zorgde.