Zoeken in deze site

Gezondheid en omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning weigeren als deze zou leiden tot (mogelijk) ernstige nadelige gevolgen voor de gezondheid.

Weigeren van een omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag moet motiveren dat er bijzondere omstandigheden zijn als ze een weigert. Dit staat in artikel 5.32 van de Omgevingswet. Het kan daarbij gaan om onzekere risico's voor de gezondheid. Het bevoegd gezag moet dan goed motiveren waarom het de vergunning uit voorzorg weigert.

Bestaande vergunningen

Voor bestaande vergunningen, richt artikel 5.42 lid 4 van de Omgevingswet zich op het belang van de gezondheid. Het bevoegd gezag kan zo nodig voorschriften wijzigen of de vergunning intrekken. Dit om de gezondheid te beschermen met passende preventieve maatregelen. In paragraaf 8.10.2 van het (Bkl) is dit verder uitgewerkt. Hier staan de specifieke redenen voor het wijzigen of intrekken van een vergunning.



Omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning als bedoeld in afdeling 5.1 van de Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.

Afdeling 5.1, Omgevingswet bevat regels over de omgevingsvergunning. Het Rijk, de provincie, de gemeente en het waterschap kunnen activiteiten aanwijzen die alleen zijn toegestaan als daarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)

Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.