Bodem en klimaatadaptatie
Klimaatverandering heeft impact op de bodem. Klimaatverandering is een van de stressfactoren die de kwaliteit en vitaliteit van de bodem beïnvloeden. De impact van klimaatverandering verschilt per bodemsoort. Door steeds intensiever gebruik is de bodem steeds kwetsbaarder geworden voor klimaatverandering. Maatregelen liggen onder andere op het vlak van het herstel van de biodiversiteit.
De bodem
De bodem is de bovenste laag van de aardkorst, die door planten beworteld wordt. Er zijn veel verschillende bodemsoorten, zoals klei, veen en zand. De bodemsoort wordt bepaald door het materiaal waaruit de bodem is gevormd: het moedermateriaal. De kwetsbaarheid van de bodem voor klimaatverandering is mede afhankelijk van de bodemsoort.
Impact van klimaatverandering
Klimaatverandering is een van de stressfactoren van de bodem. Het leidt tot:
- langdurige periodes van droogte, waardoor de bodem sterk kan uitdrogen
- langdurige periodes van neerslag, waardoor de bodem verzadigd kan raken met water
- extreme droogte, die kan worden gevolgd door extreme neerslag
Dit nieuwe weer heeft invloed op de bodem.
Veenbodems
Verbranding (oxidatie) van organisch materiaal is de belangrijkste oorzaak van bodemdaling door klimaatverandering. Oxidatie van organisch materiaal treedt op als de bodem uitdroogt. Oxidatie wordt versneld door periodes van droogte waarbij hoge temperaturen optreden. Hoe meer organisch materiaal in de bodem zit, hoe gevoeliger de bodem is voor oxidatie. Dit geldt met name voor veenbodems. De oxidatie van veenweide draagt jaarlijks 4 à 7 megaton bij aan de CO2-uitstoot. Dat is 2 tot 4 procent van de jaarlijks uitstoot van broeikasgas door Nederland (zie het onderzoek Dalende bodems, stijgende kosten van het Planbureau voor de Leefomgeving).
In West-Nederland zijn veel boezemkaden die bestaan uit veen. Een boezemkade is een dijk langs een water (de boezem), die moet voorkomen dat bij hoog water het achtergelegen land overstroomt. De boezemkaden in West-Nederland bestaan vaak uit veenrestanten die zijn achtergebleven als dijk van een ringvaart of van een afvoerkanaal voor de droogmaking. In de zomer van 2003 schoof in Wilnis een veenkade af over een lengte van 60 m. De ringvaart liep leeg en in de straten van Wilnis stond een halve meter water. Ook traden er verzakkingen op. Hierdoor braken gas-, water- en elektriciteitsleidingen. Ongeveer 1500 bewoners moesten worden geëvacueerd. De oorzaak was een sterke uitdroging van de kade.
Overige bodems
Voor bodems die niet uit veen bestaan, geldt:
-
Hevige regen kan leiden tot erosie of verslemping van de bodem. Dit geldt vooral bij bodems zonder plantendek.
-
's Winters leidt langdurige regen tot uitspoeling van nutriënten naar de ondergrond. Ook dit gebeurt vooral bij bodems zonder plantendek.
-
Zonder plantendek wordt de bodem direct blootgesteld aan de zon. De bovenste bodemlaag kan sterk opwarmen, wat niet alleen de oxidatie van organisch materiaal versnelt, maar ook invloed heeft op de leefbaarheid van de bodem voor bodemorganismen.
-
Langdurige regen kan leiden tot langdurige plasvorming. Een gewas als aardappels is daar heel gevoelig voor.
-
De oxidatie van organisch materiaal in minerale bodem (klei, zand, leem) heeft invloed op het waterbergend vermogen van de grond
-
Na een langdurige droogte is de infiltratie van een regenbui in de bodem vaak beperkt. Een groot deel van de neerslag stroomt dan af. Dit kan weer bijdragen aan problemen van wateroverlast.
In het algemeen geldt dat bodems zonder plantendek het meest kwetsbaar zijn voor weersextremen.
Maatregelen
Veenbodems, bodemdaling en beheer veenkaden
De enige maatregel die bodemdaling bij veenbodems stopt, is onder water zetten. Bij agrarisch gebruik is dit geen oplossing. Zonder enige mate van drooglegging (dat is het verschil tussen maaiveld en het oppervlaktewaterpeil) is agrarisch gebruik niet mogelijk. Bij veenweide wordt deze drooglegging zo klein mogelijk gehouden. Hiermee blijft veenoxidatie en bodemdaling tot een minimum beperkt. In een peilbesluit staat hoe hoog het water mag zijn in een gebied. Ook de kavelvorm is van invloed: lange, smalle kavels helpen om de bodem zo nat mogelijk te houden. En natuurlijk kan een gemeente de functie van landbouwgrond veranderen. Bij veenkaden voert het bevoegd gezag tegenwoordig droogte-inspecties uit. Deze inspecties beginnen als het voorjaar of de zomer veel droger is dan normaal.
Aanpakken man-made stressfactoren
Sommige stressfactoren voor de bodem worden door mensen veroorzaakt. Ze zijn 'man-made'. Het gaat onder andere om het gebruik van zware machines, de inzet van gewasbescherming en bemesting. Deze man-made stressfactoren maakten de bodem kwetsbaarder voor klimaatverandering.
Het verminderen van het gebruik van gewasbescherming en mest vermindert deze stressfactor. Dit heeft niet alleen invloed op de landbouwgrond zelf. Het heeft ook een positief effect op bodem in nabijgelegen natuurgebieden, en op waterbodems. Zie ook: Bodembacteriën in plaats van gewasbescherming (akkerwijzer.nl).
Broeikasgas verminderen
Klimaatverandering is een stressfactor die aangepakt wordt door de uitstoot van broeikasgas zo snel mogelijk te verminderen (klimaatmitigatie). Op korte termijn heeft dit voor de bodem niet veel resultaat. Zelfs bij effectief emissiebeleid is de verwachting dat de CO2-gehaltes de komende jaren nog blijven stijgen.
Zorgen voor een vegetatiedek
Een vegetatiedek maakt de bodem weerbaarder tegen klimaatverandering. Een landbouwbedrijf kan ervoor kiezen om niet te ploegen. Percelen die de winter ingaan met een groenbemester of met een wintergraan, hebben een groter waterbergend vermogen dan geploegde percelen. Dit heeft 2 redenen:
- Er treedt minder oppervlakkige verslemping op, omdat begroeiing de bodem beschermt. Hierdoor kan de grond ook beter ademen. Dit is gunstig voor het bodemleven.
- Het bodemleven maakt poriën en gangen in de bodem. Als er begroeiing is, is het bodemleven actief. Hierdoor is het poriënvolume van de grond groter dan bij geploegde of braakliggende grond.
Herstellen van het bodemecosysteem
Herstellen van (de biodiversiteit van) het bodemecosysteem is belangrijk om de bodem weerbaarder maken tegen klimaatverandering.
Bovenste laag van de bodem
De bovenste laag van de bodem bevat veel organische stoffen, zoals dode planten, dode dieren en hun uitwerpselen. Dit organische materiaal is de voedingsbron van allerlei bodemorganismen, zoals bacteriën, schimmels, insecten, mijten, wormen en aaltjes. De soortenrijkdom in de bodem is immens en vergelijkbaar met die van het tropische regenwoud. Eindproducten van de biologische activiteit in de bodem zijn anorganische stoffen zoals CO2, water en mineralen. Deze worden opgenomen door de planten. Ook humus is een eindproduct. Humus breekt nagenoeg niet verder af en kan honderden jaren stabiel blijven in de bodem. Het organisch materiaal, de bodemorganismen en de niet-levende delen van de bodem vormen samen het bodemecosysteem.
Gezond bodemecosysteem
Of een bodemecosysteem gezond is of niet, is bepalend voor het functioneren van de bodem. Een gezond bodemecosysteem heeft invloed op de beschikbaarheid van voedingsstoffen voor de planten en op de structuur en de doorwortelbaarheid van de bodem. Een gezonde bodem kan het optreden van bodemziekten onderdrukken en plantengroei stimuleren. Het bodemleven is ook van invloed op andere dieren: veel weidevogels voeden zich met bodemorganismen. Weidevogels zijn daarom gebaat bij een gezonde bodem.
Een gezonde bodem met bijbehorende natuurlijke begroeiing kan temperatuurschommelingen dempen. Ook kan deze bodem vocht bufferen en zodoende zorgen voor een aangenamer microklimaat. Een bodem met veel humus heeft een groter waterbergend vermogen en kan meststoffen vasthouden totdat planten die nodig hebben. Verder kan de gezonde bodem broeikasgassen vastleggen. Een gezond bodemecosysteem is essentieel voor goed functionerende kringlopen van water en voedingstoffen.
Zie ook:
- Sturingsinstrumentarium voor een vitale bodem (stowa.nl)
- Typeringen van bodemecosystemen in Nederland (rivm.nl)
- Bodemgezondheid op termijn bepalen via indicator 'microscopisch bodemleven'? (ilvo.vlaanderen.be)
- Zeldzame bacteriën helpen bodems wereldwijd te herkennen (nioo.knaw.nl)
Ecosysteemdiensten
Ecosysteemdiensten zijn 'diensten' die de natuur aan mensen levert. Diensten waarvan mensen gebruikmaken en die zij in hun voordeel kunnen gebruiken. Zoals het voedsel dat een stuk landbouwgrond oplevert. Of het ziektewerend vermogen dat de bodem biedt. Ecosysteemdiensten zijn onderdelen van de natuur, zoals de bodem, het water en de lucht. Een ecosysteemdienst wordt verzorgd door een dynamisch geheel van organismen en de abiotische omgeving. Een ecosysteemdienst kan alleen geleverd worden door een gezond en goed functionerend ecosysteem. Goed bodembeheer is nodig om het bodemecosysteem gezond te houden. Zie ook: Ecosysteemdiensten en Ecosysteemdiensten en bodembeheer (wur.nl).
Ruimtelijke ordening en de bodem
Het natuurlijk systeem
De bodem is onderdeel van het natuurlijk systeem. Het natuurlijk systeem is de samenhang tussen de begroeiing, het reliëf, de bodem, de ondergrond en het watersysteem. Het natuurlijk systeem vormt de basis van het stedelijk en agrarisch landschap waarin wij wonen, werken, voedsel produceren en recreëren.
Integrale benadering stedelijke ontwikkeling
Sinds ongeveer 1900 is de relatie van de stad met het natuurlijk systeem steeds meer verloren gegaan. Herstel van deze relatie biedt kansen om problemen in het ruimtegebruik op te lossen en tegelijkertijd het bodem- en watersysteem te herstellen.
Als een nieuwe stedelijke ontwikkeling beter aansluit op belangrijke kenmerken van bodem, ondergrond en watersysteem, kunnen potentiële problemen door klimaatverandering voorkomen worden. Een deel van de problemen in de bestaande steden heeft een relatie met het veranderende klimaat en de invloed daarvan op het natuurlijk systeem. Oplossingen kunnen soms heel eenvoudig zijn. Bijvoorbeeld het verwijderen van bestrating of het openmaken van een oude watergang.
In het beste geval kan nieuwe stedelijke ontwikkeling bijdragen aan het herstel van het natuurlijk systeem en (een deel van) de oorspronkelijke natuur. En daarmee van de waterkringloop. Dat herstel kan nodig zijn om de weerbaarheid tegen klimaatverandering te vergroten. De Omgevingswet stimuleert de toepassing van deze integrale benadering bij omgevingsvisies en omgevingsplannen.
Bronnen:
- Stadsgenese.nl
- Alliantiebenadering.nl
- Basiskaart natuurlijk systeem Nederland (klimaateffectatlas.nl)
- Integraal ofwel samenhangend werken (aandeslagmetdeomgevingswet.nl)
Wetgeving en instrumenten
De Europese Commissie heeft op 5 juli 2023 een wetgevend voorstel over de bodemgezondheid goedgekeurd. Deze richtlijn vloeit voort uit de EU-bodemstrategie. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is verantwoordelijk voor de bodem. Het is betrokken bij de EU-bodemstrategie en de EU-bodemgezondheidsrichtlijn. Omdat een groot deel van Nederland uit landbouw- en natuurbodems bestaat, werkt het ministerie hierin nauw samen met het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).
Zie ook:
- Soil strategy in relatie tot bodem (iplo.nl)
- Toewerken naar een gezonde bodem in 2050 (iplo.nl)
- Richtlijn betreffende bodemmonitoring en -veerkracht (europa.eu)
- Voorstel voor een richtlijn inzake bodemmonitoring (eerstekamer.nl)
- Bodemwetgeving (rivm.nl)
- Bodembeleid (iplo.nl)
- RIVM beschrijft bouwstenen voor een toekomstbestendige visie op bodembeleid (rivm.nl)