Klimaatmitigatie en klimaatadaptatie, onderscheid en samenhang
Deze pagina geeft weer wat klimaatverandering is en waarom er 2 opgaven zijn: klimaatmitigatie (de oorzaak van klimaatverandering aanpakken, dus de uitstoot van broeikasgassen verminderen) en klimaatadaptatie (ons aanpassen aan het veranderende klimaat). Wat die opgaven van elkaar onderscheidt, maar ook hoe die opgaven verband houden met elkaar en met andere maatschappelijke opgaven, wordt op deze pagina beschreven.
Wat is dat? Het 'klimaat'?
De zon verwarmt de aarde. Een deel van de zonnestraling kaatst terug, een ander deel wordt omgezet in warmte. Broeikasgassen zoals waterdamp en kooldioxide (CO2) houden een deel van de warmtestraling van de grond vast en vormen zo een warmtedeken. Zonder dit effect zou de aarde veel kouder zijn.
Wind en oceaanstromingen spelen een belangrijke rol bij de verdeling van de warmte over de aarde. De relatie tussen de atmosfeer, de oceaan, het landoppervlak, sneeuw en ijs, en de biosfeer (bomen, plankton, enzovoorts) is van groot belang.
Een klimaat is niet stabiel: het kan door natuurlijke en menselijke invloeden veranderen. Het klimaat wordt bepaald aan de hand van het gemiddelde over 30 jaar van temperatuur, vocht, luchtdruk, wind, bewolking en neerslag. Van belang zijn ook de dagelijkse en jaarlijkse variaties en hoe vaak extremen voorkomen.
Het KNMI actualiseert het klimaat iedere 10 jaar: de gegevens van het oudste decennium vervallen en de gegevens en het jongste decennium worden toegevoegd. Dat is onder andere nodig voor de weersvoorspelling. Doet het KNMI dat niet, zou het tegenwoordig alle dagen van het jaar warmer zijn dan 'normaal'.
Klimaatverandering
Het klimaat op aarde is niet stabiel. Van invloed zijn onder andere natuurlijke factoren zoals de activiteit van de zon en vulkaanuitbarstingen. Maar sinds de industriële revolutie is de invloed van de mens op het klimaat snel groter geworden. Dit komt vooral door de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2. Deze komen vrij bij de verbranding van aardolie, aardgas en steenkool. Sinds de industriële revolutie neemt de hoeveelheid broeikasgas in de atmosfeer snel toe. Hierdoor houdt de atmosfeer meer warmte vast.
De snelheid waarmee de aarde opwarmt, is sinds halverwege de vorige eeuw ongeëvenaard hoog. Wereldwijd is de temperatuur inmiddels 1,2 oC hoger dan in 1900. In Nederland is de temperatuur sindsdien al met 2,3 oC gestegen. Hierdoor wordt het klimaat grilliger en dus onvoorspelbaarder. Extremen nemen toe. Gebeurtenissen vinden plaats die ook klimatologen en meteorologen verrassen. Neem het laatste hitterecord, waarbij temperaturen van boven de 40 oC werden bereikt. En de neerslag die in de zomer van 2021 viel in Duitsland, België en Nederland en in een aantal kleinere rivieren in Duitsland en België grote afvoergolven veroorzaakten, waarbij veel doden vielen. De mens is zelf veroorzaker van deze ongeëvenaarde versnelling van klimaatverandering.
Klimaatverandering en de Omgevingswet
Klimaatverandering gaat over een milieuaspect waarvoor beleid en wetgeving pril is en in ontwikkeling. Klimaat is een onderwerp dat in de Omgevingswet nog weinig plek heeft, omdat het in nieuwe separate wetgeving is vastgelegd. In het omgevingsbeleid (Nationale Omgevingsvisie, NOVI) is klimaat 1 van de 4 prioriteiten: ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie. Klimaat is als beleidsdossier en wetgevingsdossier volop in ontwikkeling. Dat geldt zowel internationaal, voor Europa en ook voor Nederland. Overigens gaat de Nota Ruimte de huidige NOVI vervangen, waarschijnlijk in 2026.
Er zijn 2 mogelijke actielijnen voor het omgaan met klimaatverandering:
- klimaatmitigatie: de oorzaak van klimaatverandering aanpakken, dus de uitstoot van broeikasgassen verminderen
- klimaatadaptatie: ons aanpassen aan het veranderende klimaat
Klimaatmitigatie: de uitstoot van broeikasgas verminderen
De belangrijkste actielijn is het beperken van de snelheid van klimaatverandering door de uitstoot van broeikasgas te verminderen. Als de wereld in staat is om de uitstoot van broeikasgas te verminderen volgens afspraken in het Akkoord van Parijs blijft de klimaatverandering beperkt. Om dat te bereiken, moet de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd zo snel mogelijk verminderd worden, om in 2050 uit te komen op netto 0.
Klimaatadaptatie: aanpassingsmaatregelen uitvoeren
Aan de andere kant is het mogelijk aanpassingsmaatregelen te nemen om ons te beschermen tegen de impact van toenemende weersextremen. Dat gaat niet alleen om het verhogen van dijken. Het gaat er ook om dat er bij nieuwbouw rekening gehouden wordt met de toenemende kans op hittegolven: bij het ontwerp van nieuwe woningen zou zonwering en ventilatiecapaciteit meegenomen moeten worden. En dat de natuur geholpen wordt bij haar noodzakelijke migratie noordwaarts, die gedreven wordt door opwarming.
Of dat voorkómen wordt dat ICT en telecom uitvallen door weerextremen en/of hogere waterstanden. Juist in crisissituaties, bijvoorbeeld tijdens of volgend op een overstroming, zijn basisvoorzieningen voor communicatie essentieel. Zo heeft vrijwel iedere sector te maken met aanpassingsopgaven. En juist voor investeringen met een lange levensduur geldt, dat er snel maatregelen genomen moeten worden.
De oceanen reageren heel langzaam op een temperatuurstijging van de atmosfeer. De zeespiegel stijgt daarom nog lang door, ook nadat de uitstoot van broeikasgassen volledig stopt. Het gevolg hiervan is dat zelfs in het lage uitstootscenario de zeespiegel voor de Nederlandse kust na 2150 waarschijnlijk meer dan een meter is gestegen.
Samenhangende aanpak van opgaven
Samenhang tussen klimaatmitigatie en klimaatadaptatie
Er is een grote samenhang tussen de opgaven voor klimaatmitigatie en klimaatadaptatie: hoe effectiever het wereldwijde mitigatiebeleid, des te minder noodzaak tot snelle en grootschalige aanpassing aan klimaatverandering. Hoe minder resultaat het mitigatiebeleid heeft, des te meer en des te sneller aanpassingsmaatregelen nodig zijn.
De volgende 3 verantwoordelijkheden kunnen worden onderscheiden:
Coördinerende verantwoordelijkheid
Vanwege de sterke samenhang tussen klimaatmitigatie en klimaatadaptatie is voor het klimaatdossier samenwerken als 1 overheid van groot belang. Het gaat daarbij in elk geval om de samenwerking tussen de 2 coördinerende ministeries: het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG), verantwoordelijk voor mitigatie, en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), coördinerend ministerie voor klimaatadaptatie. De gesplitste verantwoordelijkheid heeft inmiddels geleid tot separate (en partiële) wetgeving en tot separate budgettering, die niet dekkend is voor alle benodigde klimaatacties.
Inhoudelijke verantwoordelijkheden voor adaptatie en mitigatie
De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van mitigatie- en/of adaptatieopgaven ligt bij tal van ministeries. Zij moeten ervoor zorgen dat de sectoren waarvoor zij beleidsverantwoordelijk zijn, mitigatiemaatregelen en/of adaptatiemaatregelen gaan uitvoeren. De ministeries maken de programma's die de sectoren moeten helpen de uitstoot van broeikasgas op tijd tot 0 terug te brengen en de programma's om de sectoren te helpen bij de aanpassing aan klimaatverandering.
Verantwoordelijkheid voor de impact
De effectiviteit van het klimaatbeleid wordt afgemeten aan de bereikte impact op mens en cultuur, natuur en milieu en economie (people, planet, profit). Niet alleen klimaatverandering heeft impact, ook klimaatmaatregelen kunnen impact hebben. Er zijn daarom ook ministeries die verantwoordelijk zijn voor deze impacts: gezondheid (ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport), cultuur (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), natuur (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur), milieu (IenW) en economie (EZ/FIN). De verantwoordelijkheid die deze ministeries dragen, bestaat uit het organiseren en bewaren van overzicht over de totale impact van zowel klimaatverandering als alle afzonderlijke klimaatmaatregelen. De vraag is of de juiste maatregelen worden getroffen en of er genoeg maatregelen worden uitgevoerd.
Een ministerie kan meerdere verantwoordelijkheden hebben
Al met al zijn er dus ministeries die voor bepaalde sectoren 3 verantwoordelijkheden hebben:
- de uitvoering van mitigatiemaatregelen
- de uitvoering van adaptatiemaatregelen
- en het bewaren van overzicht over impact van klimaatverandering en de impact van afzonderlijke maatregelen.
Samenhang tussen de klimaatopgave en andere opgaven
Er is niet alleen een grote samenhang tussen de mitigatie- en de adaptatie-opgave. Er is ook samenhang tussen de klimaatopgave en andere opgaven. De trend van versnellende klimaatverandering is ook zichtbaar bij biodiversiteitsverlies en bij de uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Deze trends houden verband met elkaar.
Gelijktijdig met het verminderen van de uitstoot van broeikasgas tot netto 0, moeten ervoor gezorgd worden dat de economische activiteiten binnen de planetaire grenzen blijven: er moet gewerkt worden aan de transitie naar een circulaire economie waarbij grondstoffen hergebruikt worden, aan de transitie van de landbouw naar een kringlooplandbouw. Ook het herstellen van de biodiversiteit is nodig, want alleen gezonde ecosystemen kunnen zogeheten ecosysteemdiensten leveren, zoals de opslag van CO2.
En ten slotte is het van belang om als 1 overheid samen te werken, zodat maatregelen vanuit verschillende maatschappelijke opgaven elkaar in de uitvoeringspraktijk kunnen versterken. Dat kan betekenen dat sectorale wet- en regelgeving die dit verhindert, aangepakt moet worden.
Samenhang in de uitvoeringspraktijk
Maatregelen voor klimaatmitigatie en klimaatadaptatie moeten in de uitvoering integraal en in samenhang opgepakt worden. Daar zijn 2 redenen voor:
- Om te voorkomen dat maatregelen voor mitigatie ongewenste gevolgen hebben voor adaptatie. Denk aan: isoleren/hitte, groene daken/zonnedaken, klimaatbestendige energiesystemen.
- Omdat de maatregelen ruimtelijk bij elkaar komen en samen met andere maatschappelijke opgaven tot een opgetelde impact leiden voor samenleving en ecosystemen.
Voorbeeld
Het isoleren van bestaande woningen leidt in de winter tot minder warmteverlies en dus tot energiebesparing. Het risico bestaat dat dezelfde woningen ook in de zomer hun warmte langzamer kwijtraken, waardoor bewoners sneller en meer last krijgen van hittestress. Bij deze mitigatiemaatregel moet daarom onderzocht worden welke effecten 's zomers optreden en welke adaptatiemaatregelen tegelijk met het isoleren van de woningen getroffen zouden moeten worden. Het kan dan gaan om zonweringen, ventilatiecapaciteit of het aanpassen van de kleur van het gebouw. Als langetermijnmaatregel kan groenvoorziening een goede optie zijn. Bij het ontwerp van nieuwe woningen moeten beide typen maatregelen een plek krijgen in de afweging voor het ontwerp.
Samenhang in de klimaatbeleidscyclus
Voor een integrale, samenhangende uitvoeringspraktijk zijn ook wetgeving en beleidskaders nodig. Ze tonen de samenhang tussen klimaatmitigatie en klimaatadaptatie:
- Hoe effectiever het wereldwijde mitigatiebeleid, des te minder noodzaak tot snelle en grootschalige aanpassing aan klimaatverandering.
- Hoe minder resultaat het mitigatiebeleid heeft, des te meer en des te sneller aanpassingsmaatregelen nodig zijn.
Het is van belang dat beleid, wetgeving en rijksbegroting laten zien hoe mitigatie en adaptatie met elkaar en met andere maatschappelijke opgaven samenhangen. En wat dat betekent voor de te stellen prioriteiten en het herschikken van middelen. In de beleidscyclus Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) moet deze afweging steeds opnieuw, en op basis van actuele gegevens, worden gemaakt. Na iedere nieuwe klimaatrapportage van het VN panel over klimaatverandering (IPCC) en het KNMI, is integrale herijking nodig.
Samenhangende kostenafweging
In de klimaatbeleidscyclus gaat het er ook om een samenhangende afweging te maken tussen enerzijds mitigatiekosten en anderzijds adaptatiekosten.
- Mitigatiekosten: kosten die gemaakt worden om de mate en de snelheid van klimaatverandering te verminderen en te vertragen.
- Adaptatiekosten: kosten die gemaakt worden om de impact van klimaatverandering op mens, milieu en economie te verminderen of verzachten.
Verder uitstel van klimaatmitigatie zal de aanpassingsopgave (klimaatadaptatie) snel doen groeien, wat ertoe kan leiden dat een fundamenteel andere, ingrijpendere oplossing noodzakelijk is.
Bij snelle klimaatverandering moeten sommige aanpassingsmaatregelen ook snel genomen worden. Het kan dan gebeuren dat benodigde maatregelen snel groter worden, terwijl de termijn waarbinnen de maatregelen uitgevoerd moeten worden steeds korter wordt. Op een gegeven moment zullen de uitvoeringstermijnen onhaalbaar worden. Dit probleem geldt vooral voor het nemen van infrastructurele maatregelen. Daarvoor is tijd nodig.
Voorbeeld
De primaire waterkeringen, zoals duinen en dijken, moeten bestand zijn tegen klimaatverandering. In het kader van het Deltaprogramma worden afgekeurde waterkeringen versterkt. Afgesproken is dat alle waterkeringen in 2050 moeten voldoen aan normen voor waterveiligheid. De uitvoering vindt plaats in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Regelmatig wordt getoetst of het programma op schema ligt. In november 2023 bleek dat de opgave veel groter is dan in 2014 geraamd. Zie Kamerbrief over Landelijk Veiligheidsbeeld Primaire Waterkeringen (op rijksoverheid.nl).
Tot 2050 moeten er meer kilometers dijk worden versterkt. Als klimaatverandering door gebrekkig wereldwijd mitigatiebeleid blijft versnellen, kan het nodig blijken dat de deadline naar voren gehaald moet worden: naar 2045. In dat geval wordt niet alleen de opgave groter, ook de uitvoeringstermijn wordt korter.
Impact van klimaatverandering, van klimaatmitigatie en van klimaatadaptatie
Uiteindelijk gaat het om de gevolgen van klimaatverandering, de gevolgen van klimaatmitigatie en de gevolgen van klimaatadaptatie. En, de netto-uitkomst van deze 3 op mens en cultuur, natuur en milieu, en economie (people, planet, prosperity). Langs deze meetlat wordt de effectiviteit van het klimaatbeleid beoordeeld. Zie ook de methode die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) beschrijft in de Nationale klimaatrisicoanalyse 2022-2026 – uitwerking methodiek.
Verder lezen
- Uitleg over Klimaat (KNMI)
- Klimaatverandering beperken: klimaatmitigatie
- Aanpassen aan klimaatverandering: klimaatadaptatie
- Integraal ofwel samenhangend werken (Aan de slag met de Omgevingswet)
- Anders (samen)werken (Aan de slag met de Omgevingswet)
- Planbureau voor de Leefomgeving (2023): Aan de slag met transformerend klimaatbeleid
- Kabinetsaanpak Klimaatbeleid: Kamerbrief en beslisnota Contouren klimaatplan 2024
- Deltares (2022): Synergie tussen klimaatadaptatie en -mitigatie
- Meekoppelkansen benutten – Klimaatadaptatie (klimaatadaptatienederland.nl)
- Handreiking Gebiedsgericht Werken: Regie en samenhang in ruimtelijke keuzes (Rijksoverheid.nl)
Beleidscyclus
De beleidscyclus van de Omgevingswet biedt een structuur om de instrumenten van de Omgevingswet te ordenen. De cyclus bestaat uit 4 fasen: beleidsontwikkeling, beleidsdoorwerking, uitvoering en terugkoppeling.
Lees meer over de beleidscyclus.