Monitoring klimaatmitigatie
Nederland monitort hoe snel de uitstoot van broeikasgassen afneemt en of dit in lijn is met de doelen die Nederland zich heeft gesteld. Dat is de monitoring van de aanpak van de oorzaken van klimaatverandering: klimaatmitigatie. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) coördineert deze monitoring.
Definitie klimaatmitigatie
Verdere opwarming van de aarde kan beperkt worden door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Dit heet klimaatmitigatie: het tegengaan van verdere klimaatverandering. De Rijksoverheid heeft met verschillende partijen, zowel nationaal als internationaal, afspraken gemaakt over hoe Nederland de uitstoot van broeikasgassen gaat verminderen.
Doelen klimaatmitigatie – internationale afspraken
Wereldwijd
Op de VN-klimaattop in Parijs in 2015 hebben 196 landen, waaronder Nederland, een resolutie aangenomen. In deze resolutie is afgesproken de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder 2 ºC en zo mogelijk tot 1,5 ºC. Deze resolutie is van kracht sinds 4 november 2016. Volgens het Paris Agreement van de Verenigde Naties betekent het halen van deze 1,5 ºC-doelstelling dat de piek in de uitstoot van broeikasgassen vóór 2025 bereikt moet zijn.
Voor de uitvoering van dit akkoord is afgesproken dat de landen die dit akkoord ondertekend hebben, iedere 5 jaar met een steeds ambitieuzer plan komen om hun uitstoot te verminderen. De landen hebben in 2020 hun 1e plan uitgebracht. In deze plannen is vastgelegd wat hun bijdrage is in het verminderen van de uitstoot van broeikasgas. Dit zijn de 'Nationally Determined Contributions (NDC's)'. In deze plannen leggen de landen ook vast welke acties zij zullen nemen om hun landen weerbaarder te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. De plannen zijn in 1e instantie gericht op klimaatmitigatie, maar ook op adaptatie.
In het Klimaatakkoord van Parijs is ook afgesproken dat de deelnemende landen vrijwillig langetermijnplannen kunnen opstellen. Hierin geven zij aan hoe zij op de lange termijn de uitstoot van broeikasgassen willen verminderen. Deze langetermijnplannen vormen een kader dat laat zien hoe met de bijdrage in de NDC's de doelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs wordt gehaald.
Bovenstaande afspraken en processen zijn op de Paris Agreement-pagina van de Verenigde Naties samengevat.
Europa
Volgens de Europese klimaatwet moeten EU-landen de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met minstens 55% verminderen. Tijdens een bijeenkomst van de Europese Raad in december 2019 kwamen de EU-leiders overeen dat de EU in 2050 klimaatneutraal moet zijn. Klimaatneutraal worden, betekent dat de EU-landen tegen 2050 hun broeikasgasemissies drastisch moeten hebben verminderd. En de EU-landen moeten manieren vinden om de resterende en onvermijdelijke emissies te compenseren om een netto nul-emissiebalans te bereiken. Zie Climate change: what the EU is doing – Consilium (europa.eu).
Doelen klimaatmitigatie – nationale afspraken
Het kabinet heeft besloten dat Nederland uiterlijk in 2050 klimaatneutraal moet zijn. Om dat te bereiken, heeft het kabinet zich voor 2030 een tussendoel gesteld. Dat tussendoel is een vermindering van de CO2-uitstoot van ten minste 55% ten opzichte van 1990. Om te voorkomen dat deze doelstelling door tegenvallers niet gehaald wordt, heeft het kabinet een zekerheidsmarge van 5% ingebouwd. In de praktijk gaat het daarom uit van een hogere opgave: ongeveer 60% CO2-reductie ten opzichte van 1990. Die zekerheidsmarge betekent ook dat er extra maatregelen nodig zijn vanuit verschillende sectoren. Daarom heeft het kabinet een aanvullend klimaatpakket gepresenteerd met extra bijdragen vanuit verschillende sectoren. De sectoren waarop dit betrekking heeft, zijn: elektriciteit, (circulaire) industrie, mobiliteit, landbouw & landgebruik en gebouwde omgeving. Het Klimaatfonds ter grootte van circa € 35 miljard is het belangrijkste instrument om de maatregelen te financieren.
Monitoring klimaatmitigatie – nationale afspraken
Bij het monitoren van de voortgang van de uitvoering van beleid staan 2 vragen centraal:
- Ligt Nederland op schema?
- Ligt Nederland op koers?
De 1e vraag gaat over de uitvoering van het beleid: zijn de maatregelen die waren afgesproken, uitgevoerd binnen het afgesproken tijdpad?
De 2e vraag gaat over het effect van dat beleid: is met die maatregelen ook bereikt wat met het beleid wordt beoogd?
Belang onderscheid vragen 'ligt Nederland op schema?' en 'ligt Nederland op koers?'
Het onderscheid tussen de vragen 'ligt Nederland op schema?' en 'ligt Nederland op koers?' is belangrijk. Nederland kan met de verschillende maatregelen wel keurig op schema liggen, maar het beoogde doel toch niet halen. Dat Nederland het doel niet haalt, kan komen doordat de groeiende kennis over klimaatverandering tot andere inzichten leidt.
Voor klimaatmitigatie kan de vraag 'ligt Nederland op schema?' nationaal worden beantwoord. Nederland kan de uitstoot van broeikasgassen van jaar op jaar bewaken in relatie tot het doel voor 2030 en daarna. De vraag of Nederland op koers ligt, kan alleen internationaal worden beantwoord. Het gaat dan om de vraag of en hoe de wereldwijde optelsom van de uitstoot van broeikasgassen van alle landen bijdraagt aan de doelstelling in het Klimaatakkoord van Parijs.
Nationaal
Op nationaal vlak heeft Nederland in de Klimaatwet vastgelegd dat de uitstoot van broeikasgassen in het land wordt gevolgd in de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning (KEV). Het Planbureau voor de Leefomgeving voert deze uit. Met het vastgestelde en voorgenomen beleid in het huidige uitvoeringstempo is de conclusie in de KEV 2024 dat in 2030 een vermindering in de uitstoot van broeikasgas mogelijk is met 44 à 52% ten opzichte van 1990. Ook wordt geconcludeerd dat de kans dat Nederland het klimaatdoel van 2030 gaat halen, uitkomt op minder dan 5%.
Het Nationaal Klimaat Platform heeft als doel de uitvoering van het klimaatbeleid te helpen versnellen: het benutten van kansen om de mitigatie te versnellen wordt gestimuleerd. Het Nationaal Klimaat Platform stimuleert daarnaast ook acties in de politiek om knelpunten bij het benutten van deze kansen te verhelpen. De Wetenschappelijke Klimaatraad adviseert kabinet en parlement over de inhoud en richting van het te voeren beleid voor zowel mitigatie als adaptatie.
Monitoring klimaatmitigatie – internationale afspraken
In het Klimaatakkoord van Parijs zijn afspraken gemaakt over de manier waarop de vermindering van de uitstoot van broeikasgas wordt gemonitord. Landen maken gebruik van het Enhanced Transparency Framework (ETF). Hierbij rapporteren ze zo helder mogelijk over de uitgevoerde maatregelen en de bereikte voortgang voor klimaatmitigatie en -adaptatie. De hier verzamelde informatie toont de wereldwijde voortgang in het behalen van de doelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs. Afhankelijk van het resultaat kan worden besloten om het eerstvolgende plan van de deelnemende landen – hun NDC's – al dan niet ambitieuzer in te vullen.
Het klimaatpanel van de Verenigde Naties, het IPCC, rapporteert ongeveer eens in de 7 jaar over de ontwikkeling van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Dat gebeurt in het 3e deel van het 'IPCC Assessment Report'. Een samenvatting is opgenomen in een Summary for Policymakers. Het rapport geeft daarbij aan wat die ontwikkeling betekent voor het halen van de doelstelling in het Klimaatakkoord van Parijs.
Uit het Emissions Gap rapport van het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) blijkt dat de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen in 2023 sneller is gestegen dan in eerdere jaren. Het rapport concludeert dat de doelstelling van 1,5 °C opwarming alleen wordt gehaald als landen hun NDC's verder aanscherpen en uitvoeren.
Portalen over mitigatie
Kennisportalen
De 30 Regionale Energiestrategie-regio's (RES-regio's) maken plannen om de uitstoot van broeikasgas te verminderen door de inzet van duurzame warmtebronnen of het opwekken van duurzame, hernieuwbare energie. Het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie ondersteunt de 30 RES-regio's hierbij. De oorspronkelijke ambitie in het klimaatakkoord van 2019 was om in 2030 ten minste 35 TWh aan grootschalige duurzame elektriciteit op land op te wekken. In december 2022 is dat streefdoel aangescherpt tot 55 TWh.
Monitoringportalen
Verschillende websites bieden informatie over de ontwikkeling van de broeikasgasuitstoot:
- De website Emissieregistratie geeft de uitstoot voor de verschillende broeikasgassen per jaar (vanaf 2015) of om de 5 jaar (1990-2015).
- Met deze gegevens wordt op de website dashboard klimaatbeleid de ontwikkeling van de uitstoot van broeikasgassen in grafieken in beeld gebracht. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de bijdragen van de verschillende sectoren: elektriciteitsproductie, industrie, gebouwde omgeving, landbouw en landgebruik, en mobiliteit. Ook wordt voor een deel van deze gegevens een verwachting gegeven voor de ontwikkeling in de komende jaren tot rond 2030.
- Ook het CBS rapporteert over de ontwikkeling van de uitstoot van broeikasgas per sector: Welke sectoren stoten broeikasgassen uit? (cbs.nl).
- EU-lidstaten, waaronder Nederland, rapporteren jaarlijks aan de EU: Emissions monitoring & reporting (europa.eu).
- Het Internationaal Energieagentschap (IEA) heeft in 2022 zijn eerste mondiale inventarisatie uitgevoerd van de Overeenkomst van Parijs (CO2 Emissions in 2022 – Analysis – IEA). Het IEA heeft dit gedaan in de aanloop naar COP28, de VN-conferentie over klimaatverandering van eind 2023. Waar de wereldwijde uitstoot van CO2 in 2021 nog met 6% steeg, bleef de stijging in 2022, mede vanwege de energiecrisis, beperkt tot 1%.