Industrie – transitie naar een circulaire economie
Zowel in 2019 als in 2023 zijn de afspraken over de emissiereductiedoelstellingen van de industrie vernieuwd. Met ingang van 2023 is het doel voor deze sector volgens IBO Klimaat 2023 om de uitstoot van broeikasgas te verminderen tot 29,6 megaton in 2030. Op basis van de KEV 2023 moet de sector de uitstoot tot 2030 nog met 20,2 megaton verminderen om dat doel te halen.
Reductieopgave industrie
De Rijksoverheid en bedrijven streven naar een bloeiende, circulaire en CO2-arme industrie in 2050. De fabrieken draaien dan op duurzame elektriciteit uit zon en wind. Of op energie uit aardwarmte, duurzame waterstof en biogas. De grondstoffen voor producten komen uit biomassa, reststromen en -gassen. De restwarmte gebruikt de industrie zelf of levert het aan de tuinbouw, gebouwen en woningen. De industrie is dan naast gebruiker van energie ook producent en buffer van energie.
In 2030 moet de industrie al flink minder CO2 uitstoten. Dat is een tussenstap. Veel van de nieuwe manieren van produceren staan nog in de kinderschoenen en zijn nog duur. Bedrijven investeren zelf in vernieuwing. Er is ook subsidie om de ontwikkeling op gang te krijgen. De industrie kan dan uitgroeien tot de meest CO2-efficiënte bedrijfstak in Europa. En de internationale concurrentiepositie komt niet in gevaar.
Klimaatakkoord (2019)
In het klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt over 'slimme industrie' en 'schone industrie'.
Slimme industrie
- Zuiniger produceren: soms kunnen fabrieken nog energie-efficiënter produceren dan ze nu al doen. Het gaat hier om veel verschillende technologieën.
- Intensievere samenwerking, vooral met de regioclusters.
- De industrie gaat meer restwarmte onderling uitwisselen. Wat overblijft kan gebruikt worden voor verwarming van kantoren, woningen en kassen. Dat spaart aardgasgebruik in de andere sectoren.
- Grondstof: broeikasgassen kunnen ook grondstof worden voor andere sectoren. Dit heet Carbon Capture and Usage (CCU). De tuinbouw gaat meer CO2 afnemen om de planten in de kas te laten groeien. Met CO2 en duurzame stroom is het bijvoorbeeld ook mogelijk om plastics of synthetische brandstoffen te maken, bijvoorbeeld voor de luchtvaart. Zo komen er meer toepassingen om CO2 als grondstof te gebruiken.
- Veel aandacht moet worden besteed aan het opleiden van de mensen die in de industrie werken.
Schone industrie
- Elektrificatie: aardgas wordt op termijn vervangen door duurzame elektriciteit, aardwarmte of groene waterstof dat gemaakt wordt met duurzaam opgewekte elektriciteit.
- Opslag: CO2 kan worden opgeslagen in lege gasvelden onder de Noordzee. Op de weg naar volledige duurzaamheid in 2050 kan dit op kortere termijn een vermindering van CO2-uitstoot opleveren. Dit wordt ook wel Carbon Capture and Storage (CCS) genoemd. Afgevangen CO2 kan op termijn ook als grondstof worden ingezet (CCU).
- Grondstof: aardgas en aardolie als grondstof worden steeds meer vervangen door grondstoffen uit planten (biobased) of hergebruik van grondstoffen. Dat is nu vaak nog duur, maar in 2050 moet deze ombouw compleet zijn.
Dashboard Klimaatbeleid 2023
De industrie vervult een belangrijke rol in de Nederlandse economie en de strategische autonomie van Europa. Tegelijkertijd staat de industrie voor een grote verduurzamingsopgave. Hierbij worden bestaande fossiele activiteiten omgebouwd of afgebouwd en worden innovatieve CO2-arme en circulaire activiteiten opgebouwd.
De plannen en instrumenten voor ombouw van activiteiten zijn te vinden op Dashboard Klimaatbeleid – Industrie bij het onderdeel Projectenpijplijn. De instrumenten voor de ontwikkeling van nieuwe activiteiten en technieken komen aan bod bij het onderdeel Innovatieroutes.
De verduurzaming van de industrie bestaat uit 3 elementen: beprijzen/normeren, subsidiëren en randvoorwaarden scheppen. Alle 3 zijn nodig om industriële bedrijven in Nederland te laten investeren in verduurzaming.
- Het emissiereductiedoel voor 2030 wordt geborgd door de nationale CO2-heffing. Deze heffing sluit aan op het Europese emissiehandelssysteem (ETS). Ook andere vormen van beprijzing (zoals de energiebelasting) en normeringsmaatregelen (zoals bijmengverplichtingen) sluiten waar mogelijk aan op Europese richtlijnen, om een gelijk speelveld binnen de EU te behouden.
- Ombouw wordt daarnaast gestimuleerd met subsidies voor toepassing en opschaling van technieken die nog onrendabel zijn. Met de grootste uitstoters wordt specifieke ondersteuning geboden via maatwerkafspraken in ruil voor extra emissiereductie. Het is van belang om nu al te investeren in nieuwe activiteiten en technologieën om de industrie in 2050 klimaatneutraal en circulair te laten produceren. Tijdig investeren is belangrijk, zodat ze op langere termijn schaalbaar zijn en verdienkansen opleveren.
- De overheid creëert de randvoorwaarden waarmee bestaande bedrijven de transitie kunnen maken en nieuwe duurzame bedrijven de markt kunnen betreden. Tegelijkertijd zullen bedrijven die de transitie niet willen of kunnen maken, op termijn verdwijnen. De juiste randvoorwaarden kunnen als vliegwiel fungeren voor de bredere energietransitie en de transitie naar een circulaire economie. Het inrichten van de juiste randvoorwaarden is een complex samenspel van verschillende partijen. De overheid neemt daarbij een regierol via het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI). Voor het NPVI wordt gewerkt aan een aanvullende monitor, de Monitor Verduurzaming Industrie 2022 (cbs.nl).
Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE)
De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen wordt voor 50% veroorzaakt door de winning en verwerking van grondstoffen. In het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 (NPCE) heeft het Rijk daarom maatregelen opgesteld die ervoor moeten zorgen dat er minder grondstoffen worden gebruikt en er minder afval wordt geproduceerd. Deze maatregelen zijn van toepassing op verschillende productketens: van consumptiegoederen tot verpakkingen, bouwproducten en voedsel. De maatregelen bestaan onder andere uit belastingen, wettelijke normen en subsidies. Het gaat bijvoorbeeld om het verbeteren van de kwaliteit van producten, zodat ze langer gebruikt kunnen worden en er minder hoeft te worden weggegooid. En om het stimuleren van hergebruik. Zo worden er ook minder broeikasgassen uitgestoten. De ambitie van het NPCE is dat de economie in 2050 volledig circulair is.
Het beleidsdomein industrie valt onder het ministerie van Economische Zaken (op Rijksoverheid.nl).
Verder lezen:
- Zie voor de emissiereductiedoelstellingen van alle sectoren de pagina Aanpak van de oorzaken van klimaatverandering: klimaatmitigatie
- IBO Klimaatrapport 2023
- Klimaat- en Energieverkenning 2023 (KEV 2023) | PBL Planbureau voor de Leefomgeving
- Industrie | Klimaatakkoord
- Dashboard Klimaatbeleid – Industrie
- Nationaal Programma Verduurzaming Industrie: de industrie en daarmee de rest van Nederland versneld verduurzamen | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl
- Monitor Verduurzaming Industrie 2022 (cbs.nl)
- Overzicht maatregelen Klimaatfonds uitgewerkt in fiches en addenda, 19 september 2023 (eerstekamer.nl)