Luchtkwaliteit: wat 'niet in betekenende mate' betekent
Een toetsing aan de rijksomgevingswaarden voor luchtkwaliteit is niet nodig als een project of activiteit maar weinig bijdraagt aan luchtverontreiniging. In juridische termen heet dat: niet in betekenende mate (NIBM).
Inhoud deze pagina
- Afkorting NIBM
- NIBM: 3% grens
- Aantonen of project binnen NIBM-grens valt
- Opknippen niet toegestaan
- NIBM en veehouderijen
- NIBM bij kantoren, woonwijken, gewasteelt en spoorwegemplacementen
Afkorting NIBM
De afkorting NIBM staat voor 'niet in betekenende mate' bijdragen aan de luchtverontreiniging. Het gaat bijvoorbeeld om een ruimtelijk project of activiteit waarvoor een omgevingsvergunning nodig is maar waarvan de bijdrage aan de luchtverontreiniging klein is. Dan is geen toetsing aan de rijksomgevingswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) nodig. Wel zal een gemeente een programma moeten opstellen bij (dreigende) overschrijding van een rijksomgevingswaarde.
NIBM: 3%-grens
Een project of activiteit draagt niet in betekenende mate bij als de toename van de concentratie NO2 en PM10 niet hoger is dan 1,2 µg/m3. Dat is 3% van de omgevingswaarde voor de jaargemiddelde concentraties. Dit volgt uit artikel 5.53 en 5.54 van het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl).
Aantonen of project binnen NIBM-grens valt
Er zijn 2 mogelijkheden om aannemelijk te maken dat een project binnen de NIBM-grens blijft:
- Motiveren dat het project binnen de getalsmatige grenzen van een aangewezen categorie blijft. Onder deze standaardgevallen NIBM vallen kantoren, woonwijken en het telen van gewassen. Dit moet dan wel onder een bepaalde omvang blijven (artikel 5.54 Bkl). Valt een project binnen een genoemde categorie, maar niet binnen de gestelde grenzen? Het is dan mogelijk om alsnog via detailberekeningen aannemelijk te maken dat de 3%-grens niet wordt overschreden.
- Op een andere manier aannemelijk maken dat een project de 3%-grens niet overschrijdt. Soms kan een kwalitatieve beschrijving voldoende zijn. Veel mensen bepalen met de NIBM-tool (Excelapplicatie) op een eenvoudige en snelle manier of een project in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Soms zijn detailberekeningen nodig als aanvulling op de NIBM-tool. Dit hangt af van de uitkomst van de NIBM-tool.
Bij de NIBM-toets zet de toetsende partij de toename van de luchtverontreiniging af tegen de autonome ontwikkeling. Autonome ontwikkeling betekent: alle toekomstige ontwikkelingen en activiteiten die redelijkerwijs te verwachten of te voorzien zijn zonder het voorgenomen project.
Opknippen niet toegestaan
Het is niet toegestaan om 'in betekenende mate' (IBM) projecten in verschillende NIBM-projecten op te knippen, om zo onder de 3%-bijdrage te blijven (artikel 5.53 Bkl). Als verschillende projecten of activiteiten ruimtelijk of functioneel met elkaar zijn verbonden, dan moet de besluitvormer dit beschouwen als 1 project. Meer informatie over deze anticumulatiebepaling staat op de pagina NIBM: opknippen van projecten niet toegestaan.
NIBM en veehouderijen
De NIBM-regeling geldt niet altijd voor veehouderijen. Enkele locaties zijn uitgezonderd van de NIBM-regeling. Dit zijn locaties met een hoge fijnstofconcentratie (PM10). Het gaat om locaties in de gemeenten Asten, Barneveld, Deurne, Ede, Nederweert, Renswoude en Scherpenzeel. De begrenzing van de locaties staat in de Omgevingsregeling.
De uitbreiding of bouw van een veestal kan op deze locaties leiden tot (dreigende) overschrijdingen van een rijksomgevingswaarde voor PM10. Dit kan ook als de toename niet in betekenende mate is. Daarom moet de gemeente daar bij de vergunningverlening toetsen of de rijksomgevingswaarden voor PM10 overschreden worden, ook als de toename NIBM is. Deze toets aan de rijksomgevingswaarden is nodig voor veehouderijen op de genoemde locaties, mits ze jaarlijks meer dan 800 kg PM10 uitstoten.
Lees meer over de beoordeling van fijnstof bij veehouderijen.
NIBM bij kantoren, woonwijken, gewasteelt en spoorwegemplacementen
Van een aantal activiteiten is het aannemelijk dat deze niet in betekenende mate bijdragen. De overheid hoeft voor een aantal standaardsituaties niet te toetsen aan de rijksomgevingswaarden. Het kan daarbij gaan om:
- kantoren
- woningen
- een combinatie van woningen en kantoren
- het telen van gewassen
- het aanleggen of wijzigen van een spoorwegemplacement
Een uitgebreidere toelichting van deze standaardsituaties staat op de pagina Geen toetsing NIBM standaardgevallen.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.