Geen toetsing NIBM standaardgevallen
Een aantal veelvoorkomende activiteiten dragen niet in betekenende mate (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging. Daarom is het niet nodig deze 'standaardgevallen' te toetsen aan de rijksomgevingswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10).
Op deze pagina
- Standaardgevallen NIBM
- Woningen en kantoren: ontsluitingswegen
- Woonfunctie
- Kantoorfunctie
- Combinatie woningen en kantoren
- Telen van gewassen
- Aanleg of wijziging spoorwegemplacementen
- Geen standaardgeval, mogelijk toch NIBM
Standaardgevallen NIBM
Voor de volgende activiteiten geeft het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl) in artikel 5.54 grenzen aan. Als een activiteit binnen deze grenzen valt, is geen toetsing nodig aan de rijksomgevingswaarden voor (NO2) en fijnstof (PM10). Want de activiteit draagt dan per definitie NIBM bij aan de luchtverontreiniging. Het gaat om:
- woningen
- kantoren
- een combinatie van woningen en kantoren
- het telen van gewassen
- het aanleggen of wijzigen van een spoorwegemplacement
Hieronder staat een omschrijving van deze standaardgevallen. Meer informatie vindt u in de toelichting van de voormalige Regeling niet in betekenende mate. Veel standaardgevallen uit deze regeling zijn overgenomen in het Bkl.
Woningen en kantoren: ontsluitingswegen
Woningen en kantoren zijn NIBM, als de omvang onder een vastgelegde grens ligt. Ook voor een combinatie van woningen en kantoren geeft het Bkl in artikel 5.54 een NIBM-grens.
Het aantal NIBM-woningen of kantooroppervlakte is afhankelijk van het aantal ontsluitingswegen. Bij 2 ontsluitingswegen zijn meer woningen en kantoren mogelijk dan bij 1 ontsluitingsweg. Want twee ontsluitingswegen zorgen voor een betere spreiding van de uitstoot, als het verkeer zich (gelijkmatig) verdeelt over de wegen.
Het bevoegd gezag motiveert zelf of de verkeersverdeling gelijkmatig is. Het is verdedigbaar dat een verkeersverdeling van 60/40 gelijkmatig is. Een verdeling van 80/20 is dat vanzelfsprekend niet.
Het maximum aantal woningen of kantoren ligt vast. Bij 2 of meer ontsluitingswegen ligt de NIBM-grens op 3.000 woningen of 200.000 m2 kantooroppervlakte.
Woonfunctie
Woonwijken zijn NIBM als het gaat om maximaal:
- 1.500 woningen bij 1 ontsluitingsweg
- 3.000 woningen bij 2 of meer ontsluitingswegen
Met woonfunctie wordt ook de nevengebruiksfunctie daarvan bedoeld. Nevengebruiksfunctie is een gebruiksfunctie die ten dienste staat van een andere gebruiksfunctie. Voor woningen kan gedacht worden aan een garage of aan een kantoor aan huis.
Netto aantal woningen
Met woningen wordt het netto aantal woningen bedoeld. Het gaat hierbij dus om het aantal woningen dat er (netto) bij komt, vergeleken met eerdere situaties.
Voorbeeld
Een woningbouwcorporatie gaat een naoorlogse wijk herstructureren. Daarbij worden 1.200 galerij- en portiekwoningen gesloopt. In de wijk zullen 2.000 woningen nieuw gebouwd worden. Het netto aantal woningen binnen dit totale project is dan 800.
Kantoorfunctie
Kantoren zijn NIBM als het gaat om een bruto vloeroppervlakte van maximaal:
- 100.000 m2 bij minimaal 1 ontsluitingsweg
- 200.000 m2 bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling
Bij de kantoorfunctie wordt ook de nevengebruiksfunctie daarvan bedoeld. Een kantine kan bijvoorbeeld een nevengebruiksfunctie van een kantoorfunctie zijn.
Bruto vloeroppervlakte (bvo)
Bij de bvo gaat het om de som van de vloeroppervlakten van alle binnenruimte van een gebouw. Bij een kantoorlocatie worden de bvo's van alle afzonderlijke kantoren bij elkaar opgeteld.
Bij het bepalen van de bruto oppervlakte bij een uitbreiding of een nieuwe kantoorlocatie gaat het om het aantal bvo's dat erbij komt. Dit in vergelijking met de eerdere situatie. Voor de NIBM toetsing gaat het hier dus ook om het 'netto' bvo.
Combinatie woningen en kantoren
Locaties met een combinatie van woningen en kantoren zijn NIBM als het gaat om:
Combinatie bij 1 ontsluitingsweg
0,0008 x aantal woningen + 0,000012 x bruto vloeroppervlak kantoren in m2 ≤ 1,2
Combinatie bij 2 of meer ontsluitingswegen (evenredige verdeling)
Bij 2 of meer ontsluitingswegen mag het aantal woningen en bvo's worden verdubbeld. De formule mag dus als volgt gelezen worden:
0,0004 x aantal woningen + 0,000006 x bruto vloeroppervlak kantoren in m2 ≤ 1,2
Bovenstaande formules volgen uit artikel 5.54 Bkl.
Combinatie met bedrijven
De combinatieformules voor woningen en kantoren kunnen niet toegepast worden, als er ook kleinschalige bedrijven bijkomen (bijvoorbeeld horeca). In dat geval is een uitgebreider onderzoek nodig, om aannemelijk te maken of het project NIBM is.
Het is niet toegestaan om de plannen voor de bedrijvigheid los te koppelen van de woningen en kantoren. De bijdrage van de meerdere activiteiten moeten bij elkaar opgeteld worden. Deze anticumulatiebepaling staat in artikel 5.53 lid 3 van het Bkl.
Telen van gewassen
Het telen van gewassen is NIBM als het gaat om:
- niet-verwarmde kassen
- verwarmde kassen kleiner dan 2 hectare
- telen van gewassen in de open lucht en het behandelen van gewassen direct voor of na de teelt
- telen van witloftrek en eetbare paddenstoelen in een gebouw dat geen kas is
Alle bovenstaande activiteiten waar geen verwarming wordt gebruikt zijn NIBM, ongeacht de omvang van de activiteit. Voor verwarmde kassen geldt een NIBM-grens bij het starten van een nieuw bedrijf of uitbreiden van een bestaand bedrijf. Voor de andere activiteiten is er geen NIBM-grens.
Verwarmde kassen
Voor de verwarmde kassen geldt een NIBM-grens van 2 hectare oppervlakte. De onderbouwing daarvoor staat in de toelichting van de voormalige Regeling niet in betekenende mate: 'De aanwijzing van verwarmde kassen volgt uit berekeningen van TNO en het RIVM. Uit deze berekeningen volgt (samengevat) dat een kassencomplex van 2 ha (verwarmd of met ruimteverwarming) met een schoorsteen van 7 meter hoog leidt tot een concentratiebijdrage van circa 1.15 - 1.22 µg/m3 en NO2 aldus niet de 3%-grens overschrijdt'.
Bovenstaande NIBM-grens geldt voor de nieuwbouw van een glastuinbouwbedrijf en ook voor bedrijven die hun kasoppervlakte uitbreiden. In het laatste geval is de oppervlaktegrens alleen van toepassing op de uitbreiding.
Aanleg of wijziging spoorwegemplacementen
Het aanleggen of wijzigen van een spoorwegemplacement of een wijziging van de activiteiten op het spoorwegemplacement, is NIBM als het aantal dieseltractie-uren maximaal 7.500 per jaar toeneemt.
Geen standaardgeval, mogelijk toch NIBM
Valt een project buiten bovenbeschreven standaardgevallen NIBM? Dan kunt u misschien op een andere manier aannemelijk maken dat een project de 3%-grens niet overschrijdt.
Veel mensen bepalen met de NIBM-tool (Excelapplicatie) op een eenvoudige en snelle manier of een project in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Soms zijn detailberekeningen nodig als aanvulling op de NIBM-tool. Dit hangt af van de uitkomst van de NIBM-tool.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.