Houtstook: de Stookwijzer
De Stookwijzer geeft advies over wanneer mensen beter geen houtvuur kunnen maken. Dit is afhankelijk van de weersomstandigheden en de luchtkwaliteit. De Stookwijzer kan helpen om overlast voor de omgeving te beperken. Op deze pagina staat hoe de Stookwijzer werkt en wat de rol is van gemeenten.
Op deze pagina
- Stookalert voorlopig stopgezet
- Beperken negatieve effecten van houtstook
- Hoe werkt de Stookwijzer?
- Rol van gemeenten
- Toelichting bij de gebruikte criteria
- Beheer van de Stookwijzer
- Meer informatie over houtstook en de Stookwijzer
Stookalert voorlopig stopgezet
Op deze pagina stond eerder ook informatie over het 'stookalert'. Dat stookalert is voorlopig stopgezet, vanwege de introductie van de vernieuwde Stookwijzer en het lanceren van de Stookwijzerapp. Er is namelijk overlap ontstaan in de berichtgeving over beide instrumenten. Dit kan voor gebruikers verwarrend zijn.
Net als het stookalert geeft de vernieuwde Stookwijzer nu ook ruim van tevoren een advies. Op basis van de ervaringen met de Stookwijzer bespreken het RIVM en het ministerie van IenW hoe het in de toekomst verder gaat met het stookalert.
Beperken negatieve effecten van houtstook
Particuliere houtstook leidt tot negatieve gezondheidseffecten door emissies naar de lucht en kan overlast geven voor omwonenden. Bij bepaalde weersomstandigheden is er al veel fijnstof in de lucht of blijft rook langer hangen. Dan adviseert de Stookwijzer om het houtvuur uit te laten. Helemaal geen hout stoken, is het beste voor een gezonde leefomgeving.
Gemeenten en provincies kunnen de Stookwijzer gebruiken om hun burgers te informeren. En zo te zorgen voor minder overlast en negatieve gezondheidseffecten.
Hoe werkt de Stookwijzer?
De Stookwijzer is een pagina binnen de Atlas leefomgeving die op postcodeniveau advies geeft aan iemand die de kachel, open haard, tuinkachel, vuurkorf of barbecue wil aansteken.
Iedereen kan op elk moment van de dag de Stookwijzer raadplegen via www.atlasleefomgeving.nl/stookwijzer of via Stookwijzer.nu. Sinds 24 oktober 2024 kunt u via de website ook een applicatie downloaden voor de telefoon. Via de app kunt u instellen om een melding te ontvangen wanneer er in de omgeving code rood geldt.
De Stookwijzer moet bijdragen aan het verminderen van overlast door houtrook. Uit RIVM-onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de overlastmeldingen wordt gedaan bij een windkracht van 2 of minder. Daarom geeft de Stookwijzer in dat geval code rood. Als het harder waait dan windkracht 2 kijkt de Stookwijzer ook naar de luchtkwaliteit, gebaseerd op de luchtkwaliteitsindex voor PM2,5 (LKI-PM2,5).
Code | Advies | Achtergrond |
---|---|---|
Geel | Let op: stoken zorgt voor overlast en luchtverontreiniging. | Windkracht is 3 of hoger en de LKI-PM2,5 geeft een waarde van 3 of minder |
Oranje | Het is beter nu geen hout te stoken | Windkracht is 3 of hoger en de LKI-PM2,5 geeft een waarde van 4,5 of 6 |
Rood | Stook geen hout | Windkracht is 2 of lager, of de LKI-PM2,5 geeft een waarde van 7 of hoger |
Het advies geldt advies voor tijdblokken van 6 uur. Bovendien staan de adviezen voor ten minste een periode van 6 uur vooruit vast. Zo weet iemand die van plan is hout te stoken ruim van tevoren wat het advies is van de Stookwijzer. De Stookwijzer doet ook een verwachting over de komende 24 uur.
Rol van gemeenten
Gemeenten en provincies kunnen hun inwoners wijzen op de Stookwijzer. Daarnaast kunnen bewoners die last hebben van rook, dat melden via de Stookwijzer. Meldingen van inwoners van een gemeente die aangesloten is bij de Stookwijzer, worden automatisch doorgezet naar die gemeente.
Vrijwel alle gemeenten die deelnemen aan het Schone Lucht Akkoord (SLA) zijn ook aangesloten bij de Stookwijzer. Maar ook gemeenten die geen SLA-deelnemer zijn, kunnen meldingen ontvangen uit hun gemeente. Hiervoor moet een gemeente zich eerst aanmelden via schoneluchtakkoord@minienw.nl. Zo houden ook deze gemeenten zicht op overlast en klachten en kunnen ze actie ondernemen bij herhaalde overlast.
Toelichting bij de gebruikte criteria
De Stookwijzer maakt gebruik van de luchtkwaliteitsindex (LKI) voor PM2,5 van het RIVM. Die LKI wordt berekend voor elk uur van de dag en verspreid over Nederland en geeft aan hoe de luchtkwaliteit op dat moment is in Nederland. Hoe lager de LKI, hoe beter de luchtkwaliteit. De Stookwijzer combineert de LKI met de windkracht. De windkracht voor elk uur en voor elke locatie in Nederland wordt overgenomen uit berekeningen van het KNMI.
De Stookwijzer doet een voorspelling tot 24 uur vooruit. Meerdere keren per dag wordt de verwachting van de windkracht geactualiseerd. Omdat de Stookwijzer is gebaseerd op modelberekeningen, kan de LKI of de windkracht die de Stookwijzer toont soms afwijken van de actuele metingen en lokale windkracht. Bij windkracht 2 geldt altijd een code rood. Bij meer wind hangt de melding van de Stookwijzer af van de luchtkwaliteit.
Voordat de criteria op 24 oktober 2024 aangepast werden, baseerde de Stookwijzer zich op windsnelheid in plaats van windkracht. In de vernieuwde Stookwijzer zijn de berekeningen gebaseerd op windkracht, omdat de Beaufortschaal (Bft) voor windkracht bij de bevolking bekender is dan de windsnelheid in meter per seconde.
Beheer van de Stookwijzer
De Stookwijzer bestaat sinds 2017 en kwam voort uit het programma Slimme en gezonde stad, in samenwerking met Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en de gemeente Nijmegen. De huidige opdrachtgever is het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Sinds 2 oktober 2023 is de Stookwijzer onderdeel van de Atlas Leefomgeving en wordt deze beheerd door het RIVM.
Meer informatie over houtstook en de Stookwijzer
- De Stookwijzer
- Criteria Stookwijzer aangepast (invoering RIVM, oktober 2024)
- Herziening criteria Stookwijzer (advies RIVM, juni 2024)
- Voorlichtingsmateriaal 'Denk aan je buur, even geen vuur'
- Regels voor houtstook vanuit woningen
- Routewijzer houtstook en overlast