T8.4 Prillen
In een bewerkingskamer vallen druppels van een gesmolten stof naar beneden. In tegenstroom wordt een koelgas geleid. Tijdens het vallen van de druppels stollen de druppels en worden kogelronde korrels gevormd.
Natuurlijk vervangingsmoment
Nee
Toepasbaarheid
Soort bedrijven: kunstmeststoffen, chemie, levensmiddelen, diervoer, farmacie.
Aanvoer
Stuifklasse: n.v.t. (geen).
Aard materiaal: vloeistof, slurry.
Productvoorbeelden: ureum, ammoniumnitraat, zeolieten.
Afvoer
Stuifklasse: S3, S4, S5.
Aard materiaal: kogelronde korrels.
Productvoorbeelden: kunstmest, waspoeder.
Beschrijving
In een bewerkingskamer vallen druppels van een gesmolten stof naar beneden. In tegenstroom wordt een koelgas geleid. Tijdens het vallen van de druppels stollen de druppels en worden kogelronde korrels gevormd.
Financiële aspecten
Bedrijfseffecten
Kosten: investering, onderhoud materiaal
Nuts: elektriciteit, brandstof voor verwarming drooglucht.
Hulp- en reststoffen: geen.
Personeel: uitvoering, onderhoud materiaal.
Kosten
Afhankelijk van specificaties.
Aanvullende informatie
Stofbepalende factoren: meestal wordt deze drooglucht gekanaliseerd afgevoerd. Bij gekanaliseerde afvoer kan het afgas (drooglucht) worden gereinigd. De drooglucht kan bij sommige processen na condensatie ook worden gerecirculeerd, zodat er een gesloten systeem is. Bij een gesloten systeem is er geen stofemissie.
Stofbepalende fasen: bewerking en afvoer.
Aanvullende maatregelen
Afzuiging (M06)
Optimalisatie techniek
-
Vervanging door
Trommeldrogen (T9.1)
Processtap
Convectiedrogen. Bij convectiedrogen wordt het te drogen of te koelen product in contact gebracht met lucht. Deze lucht neemt de warmte van het product op of draagt de warmte af aan het product waarbij het product vocht kan afgeven. Voor het droogproces kan deze lucht worden verwarmd, deze verwarming kan direct of indirect zijn. De droger of koeler bestaat meestal uit een kamer, silo of tunnel waar het te drogen/koelen product door wordt gevoerd. De verwarmde en bevochtigde lucht wordt afgevoerd naar de omgeving.
Emissie
De gedroogde materialen zijn stuifgevoeliger dan de oorspronkelijke materialen.
De drooglucht moet worden afgevoerd. Meestal wordt deze drooglucht gekanaliseerd afgevoerd. Bij gekanaliseerde afvoer kan het afgas (drooglucht) worden gereinigd. De gekanaliseerde emissie dient te voldoen aan de algemene emissie-eisen van de NeR.
De drooglucht kan bij sommige processen na condensatie ook worden gerecirculeerd, zodat er een gesloten systeem is. Bij een gesloten systeem is er geen stofemissie.
Voor- en nadelen milieu
Voor het verwarmen van de drooglucht kan restwarmte worden gebruikt.