T10.3 Calcineren

Natuurlijk vervangingsmoment

Nee

Toepasbaarheid

Soort bedrijven

Keramische industrie, metaalindustrie.

Aanvoer

Stuifklasse: S1, S3, S5

Aard materiaal: korrels, granulaat, brokken

Productvoorbeelden: ertsen, kalksteen, bauxiet, aardoliebitumen, anataas (TiO₂), glas.

Afvoer

Stuifklasse: S1, S3, S5.

Aard materiaal: korrels, granulaat, brokken

Productvoorbeelden: cement, bauxiet, gips, calciumoxide, SiO, rutiel (TiO₂).

Beschrijving

Bij calcineren worden door verhitting gebonden metalen gereduceerd tot de metaaloxiden. De gebonden metalen bevinden zich in ertsen of andere vaste stoffen. Tijdens het verhitten wordt het eindproduct gezuiverd van opgeloste stoffen. Deze stoffen zijn voornamelijk koolstofdioxide en kristalwater. Ook wordt calcineren gebruikt voor ontglazing van glasachtige stoffen. Dde carbonaten worden verwijderd uit het glas en de SiO krijgt weer kans tetraëders te vormen.

Het calcineren vindt plaats onder anaerobe omstandigheden en gewoonlijk bij een temperatuur onder het smeltpunt. Het verhitten wordt uitgevoerd in ovens of reactoren.

Financiële aspecten

Kosten: investering, onderhoud materiaal: afhankelijk van specificaties
Nuts: brandstof
Hulp- en reststoffen: geen
Personeel: uitvoering, onderhoud materiaal

Aanvullende informatie

• Stofbepalende factoren:
  De installatie kan open uitgevoerd zijn. Bij gekanaliseerde afvoer kunnen zuiveringstechnieken worden toegepast.
• Stofbepalende fasen:
  • aanvoer
  • bewerking
  • afvoer

Aanvullende maatregelen

Afzuigen (M06)

Optimalisatie techniek

--

Vervanging door

--

Afbeelding

Processtap

Verhitten

Emissie

De verhitte materialen zijn over het algemeen stuifgevoeliger dan het uitgangsmateriaal.

De proceslucht kan bij sommige processen ook gedeeltelijk worden gerecirculeerd, zodat er een half gesloten systeem is. Bij een half gesloten systeem zal er minder stofemissie zijn, omdat er minder lucht wordt geëmitteerd.

Voor- en nadelen milieu

Bewerking kost veel energie.