Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Contact
  • Stel uw vraag
Informatiepunt Leefomgeving (naar homepage)
Zoeken in deze site
  1. Home ›
  2. Thema's ›
  3. Lucht ›
  4. Milieubelastende activiteiten lucht ›
  5. Maatregelen stofemissie bij op- en overslag en bewerken van goederen ›
  6. M01 Bevochtigen en vernevelen
  • Home
  • Actueel
  • Regelgeving
  • Thema's
  • Digitaal stelsel
  • Contact
  • Contact
  • Stel uw vraag

M01 Bevochtigen en vernevelen

Door het bevochtigen van materiaal, klonteren stofdeeltjes samen. Hierdoor ontstaan grotere deeltjes die niet snel verstuiven. Het bevochtigen gebeurt door besproeiing.

Natuurlijk vervangingsmoment

Nee

Toepasbaarheid

Soort bedrijven: kolen, erts, mineralen, zand/grond
Stuifklasse: S1, S4 en S5
Grote/kleine bedrijven: groot en klein

Overzicht

Techniek

In vergunning bij

Genoemd in document

Buitenopslag

80% van de kolen- en ertsoverslagbedrijven

NeR (2008) (voor S2 en S4), BREF, TA Luft

Onbezet opslagterrein

30% van de kolen- en ertsoverslagbedrijven

NeR (2008) (voor S2 en S4)

Vooraf transport en laden en lossen

80% van de kolen- en ertsoverslagbedrijven

NeR (2008)

Tijdens handelen

40% van de kolen- en ertsoverslagbedrijven

NeR (2008), BREF

Inlaat- en afwerpzijde van transportbanden

60% van de kolen- en ertsoverslagbedrijven

NeR (2008), BREF

Wegen

60% van de kolen- en ertsoverslagbedrijven

NeR (2008) (voor S2 en S4)

Bedrijfszekerheid

Stationaire sproeisystemen zijn eenvoudig vanuit de controlekamer te bedienen. Mobiele sproeiwagens zijn flexibel in te zetten. Sproeisystemen zijn bij vorst niet inzetbaar. Ook zijn de systemen minder goed inzetbaar bij harde wind. De frequentie van nathouden moet worden aangepast aan de meteorologische condities.

Stofreductie

Het gebruik van water vermindert de stofemissie bij opslag van 50-95% en bij overslag 20-80% [Visser, 1984].

Beschrijving

Door het bevochtigen van materiaal klonteren stofdeeltjes samen. Hierdoor ontstaan grotere deeltjes die niet snel verstuiven. Het bevochtigen gebeurt door besproeiing. Er zijn 2 verschillende sproeisystemen: stationaire sproeisystemen en mobiele sproeiwagens.

Het bevochtigen van materiaal kan alleen bij producten waarbij vocht geen invloed heeft op de samenstelling of kwaliteit van het materiaal. Bevochtigen kan alleen bij S2-, S4- en S5-materialen.

3 sproeitechnieken tijdens overslag

  1. Het te verzetten materiaal van de storthoop voor het verzetten besproeien.
  2. Besproeien van de vallende materiaalstroom tijdens het storten.
  3. Sproeien rondom de vallende materiaalstroom om het geëmitteerde (vrijgekomen) stof alsnog af te vangen en neer te slaan (aanleggen van een sproeischerm). Een bijzondere afscherming is het aanleggen van een waterscherm. Bij een waterscherm wordt de windsnelheid lager en wordt de stof gebonden aan waterdruppeltjes. Dit gebonden stof is zwaarder en zal dichtbij de bron terechtkomen. Ook kunnen stof-emitterende oppervlakten door nathouden worden behandeld.

Een aparte techniek voor het gebruik van water is het toepassen van een nevelgordijn of een vernevelkanon. Door te benevelen in plaats van te bevochtigen, wordt voorkomen dat producten nat worden. Deze techniek is daarom geschikt voor goederen die kunnen samenklonteren of goederen die voor verdere bewerking eerst nog gedroogd moeten worden. Het toepassen van een nevel heeft door de kleinere vangdeeltjes een beter stofreducerend effect dan sproeien.

Financiële aspecten

Kosten: investering sproei-installaties en leidingwerk

  • aanleg waterbekken € 100 per m3
  • sproeipaal € 10.000 tot € 15.000
  • gebruik dokwater € 0,02 per m3
  • ook zijn pompen en leidingen noodzakelijk

Nuts: waterverbruik, energieverbruik (pompen) en brandstofverbruik bij gebruik sproeiwagens.

Hulp- en reststoffen: percolaatwater.

Personeel: (ver)plaatsing en onderhoud sproei-installaties en chauffeurs voor sproeiwagens.

Aanvullende informatie

Kritische punten: weersinvloeden (wind, instraling, neerslag). Frequentie van nathouden. Nauwkeurigheid van toepassen. Soort activiteit.

Afbeeldingen

Besproeien met schuim

M01A Besproeien met schuim

Vaste sproei-installatie

M01B Vaste sproei-installatie [Den Bakker, 2008]

Mobiel Sproeisysteem

M01C Mobiel Sproeisysteem

Mobielsproeisysteem

M01D Mobielsproeisysteem [EMO, 2008A]

Voor- en nadelen milieu

Waterverbruik. Elektriciteitsverbruik. Het percolaat kan hergebruikt worden.



delen

  • Delen op LinkedIn

Vraag het onze experts!

Heeft u beroepsmatig te maken met regelgeving over de leefomgeving, de Omgevingswet of het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)? Hierover kunt u vragen stellen aan onze helpdesk. Wilt u als inwoner meer weten over deze onderwerpen? Neem dan contact op met uw gemeente.

Stel uw vraag

IPLO geeft informatie en beantwoordt vragen

Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Onze experts geven via de IPLO-website en de helpdesk antwoord op vragen. IPLO maakt deel uit van het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet. Meer informatie vindt u op onze pagina Over IPLO.

Service

  • Over IPLO
  • Abonneren
  • Contact
  • Archief
  • Omgevingswet op LinkedIn

Over deze site

  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Kwetsbaarheid melden
Rijksoverheid
UvW - Unie van Waterschappen
VNG - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal overleg - IPO