Omgevingswaarden NEC
De NEC-plafonds staan als rijksomgevingswaarden Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in artikel 2.8a van het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl). Deze omgevingswaarden gelden ook voor de exclusieve economische zone Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (artikel 2 lid 1 Bkl).
De rijksomgevingswaarden brengen een resultaatsverplichting Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) met zich mee. De omgevingswaarde voor lucht geeft de emissiereductie weer die Nederland ten minste moet bereiken. Het aangegeven reductiepercentage geldt ten opzichte van het referentiejaar 2005.
Omgevingswaarden NEC-stoffen: reductiepercentage ten opzichte van het referentiejaar 2005
NEC-stof |
2020 |
2030 |
SO2 |
28% |
53% |
NOx |
45% |
61% |
NMVOS |
8% |
15% |
NH3 |
13% |
21% |
PM2.5 |
37% |
45% |
Het is niet mogelijk voor provincie en gemeente om voor de NEC-plafonds aanvullende of afwijkende omgevingswaarden te stellen (artikel 2.11 lid 2 en artikel 2.12, lid 2 Omgevingswet).
Rol bevoegd gezag
De rijksomgevingswaarden voor de NEC-stoffen gelden voor Nederland. Ze hebben daarom geen directe doorwerking. Ook zijn ze dus niet direct van toepassing voor het bevoegd gezag bij bijvoorbeeld het verlenen van een vergunning.
Uitzonderingsmogelijkheden omgevingswaarden NEC
Nederland kan tijdelijk afwijken van de NEC-plafonds. Dit kan alleen als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Er zijn 4 uitzonderingssituaties:
- uitzonderlijke klimatologische omstandigheden (artikel 2.8b lid 2a Bkl)
- alle getroffen kosteneffectieve maatregelen zijn onvoldoende (artikel 2.8b lid 2b Bkl)
- plotseling capaciteitsverlies van stroom- en/of warmtevoorzieningen (artikel 2.8b lid 2d Bkl)
- nieuwe (wetenschappelijke) inzichten in aanvullende bronnen (artikel 2.8b lid 1 Bkl)
Uitzonderlijke klimatologische omstandigheden
Door uitzonderlijke klimatologische omstandigheden kan er een overschrijding zijn van de NEC-plafonds. Voorbeelden hiervan zijn een koude winter of droge zomer. Een lidstaat mag voor het voorafgaande, lopende of komende jaar met een gemiddelde rekenen.
Alle getroffen kosteneffectieve maatregelen zijn onvoldoende
Het kan zijn dat alle getroffen kosteneffectieve maatregelen niet voldoende waren om het NEC-plafond te halen. Een lidstaat moet dan binnen een termijn van 5 jaar alsnog aan dit NEC-plafond voldoen. Dit mag alleen als de lidstaat dit compenseert met een gelijkwaardige emissiereductie van een andere verontreinigende stof uit bijlage II van de NEC-richtlijn.
Plotseling capaciteitsverlies stroom- en/of warmtevoorzieningen
Er geldt ook een uitzondering als er sprake is van een plotseling capaciteitsverlies van het stroom- en/of warmtevoorzieningssysteem. Een lidstaat mag er dan voor kiezen om voor een periode van 3 jaar tijdelijk niet te voldoen aan de reductiedoelstelling van het NEC-plafond. In zo'n geval hoeft een lidstaat het NEC-programma niet aan te passen. Wel moet de lidstaat een toelichting geven over de aanvraag van de uitzondering in de rapportage over de monitoring richting de Europese Commissie. Hierbij vermeldt de lidstaat de maatregelen die ze nemen om te voldoen aan de reductiedoelstelling.
Relatie omgevingswaarden luchtkwaliteit en NEC-plafonds
De aard van de reductieverplichting voor de NEC-plafonds verschilt van de omgevingswaarden voor de kwaliteit van de buitenlucht. De NEC-plafonds zijn nationale doelstellingen voor totalen aan toegestane emissies. De emissies van heel Nederland worden opgeteld.
De omgevingswaarden voor de kwaliteit van de buitenlucht zijn maximaal toegestane concentraties die gelden op elke locatie in Nederland afzonderlijk. Ze hebben deels wel betrekking op dezelfde stoffen, namelijk zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en fijnstof (PM2.5). De doelstellingen hebben gezamenlijk een versterkend effect op het verlagen van de achtergrondconcentratie van stoffen in Nederland.