Wet- en regelgeving over ozonlaagafbrekende stoffen en F-gassen
Deze pagina bevat de belangrijkste herzieningen van de Verordening gefluoreerde broeikasgassen (F-gassenverordening) en de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen (Ozone Depleting Substances) en de uitwerking in nationale wet- en regelgeving.
Op deze pagina
- Verordening gefluoreerde broeikasgassen
- Strengere regels en certificering
- F-gasquotum
- Verordening ozonlaagafbrekende stoffen
- Nationale wet- en regelgeving
- Meer informatie (inhoudsopgaven van beide verordeningen)
Verordening gefluoreerde broeikasgassen (ofwel F-gassenverordening)
De herziening van de F-gassenverordening (2024/573) bouwt sterk voort op eerdere Europese wetgeving rondom dit thema. De belangrijkste wijzigingen zijn als volgt:
- Van terugfasering naar uitfasering van HFK's in 2050.
- Diverse extra productverboden.
- Voor meer werkzaamheden van installateurs en monteurs gaat een opleidings- en certificeringsplicht gelden. Deze plicht gaat ook gelden voor werken met natuurlijke koudemiddelen.
- Verbreding van verbodsbepalingen voor zwavelhexafluoride (SF6) en desfluraan.
- Invoering van een vergoeding van € 3,- per ton CO2-equivalent voor de aanschaf van F-gasquota.
- HFK’s voor astma- en COPD inhalatoren vallen voortaan ook onder het quotum.
Het beleid richt zich op het afbouwen van de productie en het gebruik van F-gassen. Dit wordt onder andere geregeld door gefaseerd steeds minder productie en verkoop van HFK's toe te staan. Voor de verkoop moeten producenten en importeurs een quotum hebben. Stapsgewijs wordt dit quotum (omgerekend naar CO2-equivalent, gebaseerd op het broeikaseffect van de gassen) verlaagd. De nieuwe verordening zet voor deze afbouw een duidelijke stip op de horizon en bepaalt dat de verkoop van nieuwe HFK’s in 2050 volledig uitgefaseerd moet zijn.
Strengere regels en certificering
De nieuwe verordening introduceert ook strengere regels voor bepaalde producten en apparatuur (bijlage IV), waarvan voor sommige al is bepaald op welke termijn ze volledig F-gasvrij moeten zijn, zoals airconditioning, warmtepompen en chillers.
Ter vervanging van HFK's zal steeds meer gebruik gemaakt gaan worden van natuurlijke koudemiddelen, zoals propaan, CO2 en ammoniak. Om er voor te zorgen dat installateurs hiermee veilig kunnen omgaan, wordt certificering verplicht. Daarnaast moeten onderhoudsmedewerkers af en toe op herhalingstraining voor (her)certificering.
Er komen ook strengere regels voor elektrische schakelinrichtingen. Stapsgewijs zullen nieuwe midden- en hoogspanningsinstallaties gebruik moeten maken van klimaatvriendelijkere alternatieven. Daarnaast mogen ziekenhuizen bij de anesthesie geen gebruik meer maken van het middel desfluraan. Dit kan omdat er voldoende alternatieven zijn.
F-gasquotum
De Europese Commissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het F-gasquotum. Onder de vorige verordening werden de rechten nog gratis weggegeven. Dit leidde in de praktijk tot een enorme groei van het aantal bedrijven dat wilde handelen in de rechten. Om de handel weer te beperken tot alleen marktpartijen die handelen in de gassen zelf, wordt er nu een vergoeding gevraagd van € 3,- per ton CO2-equivalent.
Astma- en COPD-inhalatoren maken soms ook gebruik van HFK's (als aerosol). Daarom worden de HFK's voor deze producten nu ook onder het quotum gebracht. Dit gebeurt overigens wel met een ruime ingroeiregeling. De Europese Commissie ziet erop toe dat dit zonder marktverstoring verloopt.
Verordening ozonlaagafbrekende stoffen (Ozone Depleting Substances)
De herziening van de ODS-verordening (2024/590) is wat minder ingrijpend. Dit is vooral omdat er op dit terrein al geruime tijd heel veel toepassingen verboden zijn. De wetgeving regelt daarom met name nog enkele uitzonderingen. De belangrijkste wijziging betreft de nieuwe verplichting voor het zorgvuldig verwerken van enkele soorten isolatieschuim uit gebouwen, zodat het gas erin niet vrijkomt. Eenzelfde bepaling staat in de nieuwe F-gassenverordening.
Nationale wet- en regelgeving
In het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen worden de bepalingen uit de verordeningen voor de handhaving aangewezen. Het Besluit regelt ook, samen met de Regeling gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen en de Beoordelingsrichtlijnen (BRL 100 en BRL 200), het nationale certificeringssysteem.