Generieke invoergegevens
Voor het berekenen van de luchtkwaliteit hebt u gegevens nodig die voor iedereen gelijk zijn. Dit noemen we de generieke invoergegevens. Die generieke gegevens bestaan uit kaarten met de achtergrondconcentraties en tabellen met de emissiefactoren.
Publicatie door de minister van Infrastructuur en Waterstaat
De generieke gegevens luchtkwaliteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) bestaan uit tabellen en grootschalige kaarten met data. De gegevens worden verzameld en gemaakt door instituten zoals het RIVM, TNO, KNMI en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het is belangrijk dat de gegevens goed op elkaar afgestemd zijn en de kwaliteit gegarandeerd is. In het Omgevingsbesluit is in artikel 10.29, lid 2 vastgelegd dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de nieuwe generieke gegevens jaarlijks voor 31 maart elektronisch beschikbaar stelt.
De grootschalige kaarten luchtkwaliteit
De grootschalige kaarten bestaan uit kaarten met data. Die kaarten zijn op elkaar afgestemd en hebben zoveel mogelijk dezelfde resolutie: een grid van 1 bij 1 kilometer. De grootschalige kaarten bestaan uit de volgende gegevens:
- Grootschalige Concentratie- en Depositiekaart Nederland (GCN en GDN)
- meteorologische gegevens
- ruwheidskaart
Emissiefactoren
De emissiefactoren maken ook deel uit van de set van generieke gegevens.
Grootschalige Concentratie- en Depositiekaart Nederland (GCN en GDN)
Het RIVM maakt de Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland (GCN en GDN). Bij de kaarten publiceert het RIVM een GCN- en GDN-rapportage met een beschrijving van de kaarten en concentraties en de opvallendste zaken.
Actueel beeld op 1 bij 1 kilometer
De kaarten in de GCN en GDN geven een actueel beeld en de prognose van de luchtkwaliteit in Nederland. De resolutie is op elkaar afgestemd en bestaat uit een grid van 1 bij 1 kilometer. De kaarten brengen alleen grootschalige concentraties in beeld. De kleinschalige en lokale verhogingen, zoals dicht bij drukke verkeerswegen of in drukke straten in de stad, staan niet op de kaarten. Deze lokale verhogingen langs wegen berekent u met een combinatie van standaardrekenmethode luchtkwaliteit 1 (SRM-1) en 2 (SRM-2) of voor milieubelastende activiteiten met standaardrekenmethode luchtkwaliteit 3 (SRM-3).
Dubbeltellingscorrectie
In de GCN zijn de emissies van alle grote bronnen opgenomen. Ook de emissies van de autosnelwegen. Op het moment dat u berekeningen maakt met de standaardrekenmethode luchtkwaliteit 2 (SRM-2), voegt u uw eigen gegevens van de autosnelwegen toe. U moet in dat geval de GCN corrigeren en verminderen met de bijdrage van de autosnelwegen. Deze correctie staat bekend als de dubbeltellingscorrectie.
Dit geldt ook als u voor een grote activiteit berekeningen maakt. U moet dan ook controleren of de emissie van het bedrijf opgenomen is in de GCN en daar dan voor corrigeren.
Het RIVM levert bij de GCN en GDN ook kaarten met daarin de waarde van de dubbeltellingscorrectie. Er is alleen dubbeltellingscorrectie nodig voor stikstofdioxide (NO2), ozon (O3) en fijnstof PM10 en fijnstof PM2,5.
Dubbeltellingscorrectie veehouderijen
Voor de veehouderijen geldt hetzelfde als voor de autosnelwegen. De emissiebijdrage van de veehouderijen is al opgenomen in de GCN. Als u berekeningen maakt voor de veehouderijen en de bijdrage daarvan zelf invoert, moet u de GCN corrigeren.
Het RIVM heeft voor elke gridcel vastgesteld hoeveel fijnstofemissie uit landbouwstallen is opgenomen in de GCN. Op basis van deze waarden heeft het RIVM overdrachtsfactoren berekend. Deze factoren gebruikt u om de GCN lokaal te corrigeren voor de bijdrage van uw specifieke bron. Het RIVM heeft een Exceltool ontwikkeld waarmee u de gecorrigeerde GCN waarde voor veehouderijen kunt berekenen.
Luchtvaartbijdrage Schiphol
Het RIVM heeft de luchtvaartbijdrage rondom Schiphol in een aanvullingskaart opgenomen. Deze kaart bevat de luchtvaartbijdrage van stikstofdioxide en ozon. De resolutie is gelijk aan de GCN. Deze gegevens moet u gebruiken als u berekeningen maakt voor de regio Schiphol.
Verfijnde gegevens IJmond
In de regio IJmond is naar verhouding veel luchtverontreiniging door fijnstof. Het RIVM maakt voor deze regio een verfijning in de GCN. De resolutie daarvan is een grid van 250 bij 250 meter. De verfijnde kaart is beschikbaar voor fijnstof PM10 en fijnstof PM2,5. Deze gegevens moet u gebruiken als u berekeningen maakt voor de regio IJmond.
Stoffen in de GCN- en GCN-kaarten
Het RIVM maakt jaarlijks een GCN-kaart van het voorbije jaar én kaarten met de prognoses tot 2030.
Van de volgende luchtvervuilende stoffen is een GCN beschikbaar
- benzeen (C6H6)
- fijnstof (PM10)
- fijnstof (PM2,5)
- stikstofdioxide (NO2)
- ozon (O3)
- zwaveldioxide (SO2)
- koolmonoxide (CO) en koolmonoxide 98percentiel
- elementair koolstof (EC)
Van de volgende stoffen is een GDN beschikbaar
- totaal stikstof (N)
- potentieel zuur (potz)
- gereduceerd stikstof (NHx)
- geoxideerd stikstof (NOy)
De concentraties van benzeen en koolmonoxide zijn al jaren gelijk. Van deze stoffen maakt het RIVM niet meer jaarlijks een nieuwe kaart. U kunt de kaart van deze stoffen voor alle jaren gebruiken.
Er is een aparte pagina met informatie over de verschillende luchtvervuilende stoffen.
Meteorologie
Het KNMI levert de meteorologische gegevens in een kaart als onderdeel van de generieke gegevens. De gegevens komen van de weerstations van Schiphol en Eindhoven. De meteorologische gegevens bestaan onder meer uit de windrichting, windsnelheid, temperatuur en de hoeveelheid bewolking.
Ruwheidskaart
De Wageningen University & Research (WUR) maakt het Landelijk Grondgebruiksbestand Nederland (LGN2020). Op basis van de gegevens in LGN2020 zijn waarden voor de ruwheidslengtes vastgesteld die de ruwheidskaart vormen.
De ruwheidslengte is een parameter voor de wrijving tussen de luchtstromen en het landoppervlak. Obstakels zoals huizen, gebouwen, bomen en kerktorens hebben invloed op deze wrijving. Hoe meer wrijving, hoe meer de luchtvervuiling verdund. De ruwheidskaart heeft dezelfde resolutie als de GCN, namelijk 1 bij 1 kilometer.
Pre-SRM
De Pre-SRM is een uniforme methode voor de preprocessing van de gegevens voor de achtergrondconcentraties, de meteorologie en de ruwheid. Pre-SRM bewerkt de generieke gegevens voor het gebruik in SRM-2 en SRM-3.
Gebruik eigen brongegevens
U mag natuurlijk berekeningen maken met uw eigen (grootschalige) brongegevens, bijvoorbeeld op basis van metingen. De resultaten mag u voor uw eigen toepassing gebruiken. Maar u mag ze alleen voor toetsing en beoordeling van de omgevingswaarden gebruiken, als u toestemming heeft van de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).
Voor het krijgen van toestemming, moeten uw gegevens gelijkwaardig zijn aan de officiële generieke gegevens. Dit is nodig om te kunnen bepalen of uw eigen brongegevens in ieder geval een gelijkwaardig beeld geven. Daarvoor moeten uw eigen metingen bijvoorbeeld voldoen aan de eisen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). De metingen moeten zijn uitgevoerd volgens de procedures beschreven in de norm ISO 17025.
Daarnaast moet u duidelijk onderbouwen op welke manier u de gegevens gemaakt heeft en hoe u ze in de berekeningen gebruikt.
Meer informatie
Generieke gegevens luchtkwaliteit
Voor het berekenen van de luchtkwaliteit heeft u invoergegevens nodig van uw lokale situatie. Deze invoergegevens moet u zelf verzamelen. Daarnaast heeft u gegevens nodig die voor iedereen gelijk zijn. Dit noemen we de generieke invoergegevens. De generieke gegevens moet u gebruiken bij alle berekeningen van de luchtkwaliteit.
Lees meer op de pagina Vaststellen luchtkwaliteit.