Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Contact
  • Stel uw vraag
Informatiepunt Leefomgeving (naar homepage)
Zoeken in deze site
  1. Home ›
  2. Thema's ›
  3. Lucht ›
  4. Vaststellen luchtkwaliteit ›
  5. Handreiking Nieuw Nationaal Model deel II (toepassing) ›
  6. 4.4 Invloed discontinue emissie op concentraties ›
  7. 4.4.1 Inleiding invloed discontinue emissie
  • Home
  • Actueel
  • Regelgeving
  • Thema's
  • Digitaal stelsel
  • Contact
  • Contact
  • Stel uw vraag

4.4.1 Inleiding invloed discontinue emissie

De invloed van een discontinue bron op de immissie kan in de tijd veel verschillen.

De jaargemiddelde immissie rond de bron zal (ten opzichte van een continu emitterende bron met dezelfde emissie per jaar) gelijk blijven, als de variaties volstrekt willekeurig verdeeld zijn over de tijd.

Wanneer de bron alleen onder specifieke meteo-omstandigheden emitteert (bijvoorbeeld alleen 's nachts), geeft een jaargemiddelde berekend over alle meteo-omstandigheden geen representatief beeld. De gebruiker moet de emissievariatie dan nauwkeuriger modelleren.

De percentielwaarden zijn in het algemeen gevoeliger voor discontinuïteit in de emissies. Dit hangt onder andere af van factoren als de ligging (qua windrichting) van een receptorpunt ten opzichte van de bron, de afstand tot de bron, de hoogte van de bron en het te berekenen percentiel.

Emissievariaties

De hogere percentielwaarden zijn in het algemeen hoger als er emissievariaties zijn. De lagere percentielwaarden dalen juist (zie ook figuur 4.2). Als de jaaremissie niet verandert, zullen er ook uren zijn met een lagere emissie dan gemiddeld. Deze geven lagere concentraties. Omdat percentielen overschrijdingskansen betreffen, zullen de lagere percentielen dus dalen. Bij hogere emissies treden natuurlijk hogere concentraties op en dit verhoogt de hogere percentielen.

De grens tussen toename en afname varieert, onder meer afhankelijk van de genoemde factoren en de feitelijke emissieduur (zie onderdeel Toelichting). Hoge en lage percentielwaarden zijn hier relatieve begrippen. Maar beoordeeld in een specifiek receptorpunt zijn 90-p en 95-p ruwweg lage en 99,5-p en 99,9-p hoge percentielen.

Geen vaste richtlijnen

Omdat zoveel verschillende factoren het effect van emissievariaties op de immissie bepalen, zijn hiervoor helaas geen vaste richtlijnen te geven. Probeer daarom bij berekening van met name percentielen het discontinue emissiepatroon altijd zo realistisch mogelijk te simuleren.

De emissievariatie kan, door de wisselende achtergrondconcentratie, ook afhankelijk zijn van deze variërende achtergrond. Bijvoorbeeld door de samenhang tussen buitenluchttemperatuur en windrichting, waarbij verhoogde achtergrondconcentraties kunnen optreden.

Om een indruk te geven van de invloed die het emissiepatroon kan hebben op de percentielwaarde is in de volgende paragraaf een voorbeeld uitgewerkt. De emissie vindt of alleen overdag of alleen ‘s nachts plaats.



delen

  • Delen op LinkedIn

Vraag het onze experts!

Heeft u beroepsmatig te maken met regelgeving over de leefomgeving, de Omgevingswet of het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)? Hierover kunt u vragen stellen aan onze helpdesk. Wilt u als inwoner meer weten over deze onderwerpen? Neem dan contact op met uw gemeente.

Stel uw vraag

IPLO geeft informatie en beantwoordt vragen

Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Onze experts geven via de IPLO-website en de helpdesk antwoord op vragen. IPLO maakt deel uit van het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet. Meer informatie vindt u op onze pagina Over IPLO.

Service

  • Over IPLO
  • Abonneren
  • Contact
  • Archief
  • Omgevingswet op LinkedIn

Over deze site

  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Kwetsbaarheid melden
Rijksoverheid
UvW - Unie van Waterschappen
VNG - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal overleg - IPO