6.3 Keuze invoer pluimstijging
Het Nieuw Nationaal Model (NNM) berekent altijd de thermische en de impuls-pluimstijging. Het NNM berekent de pluimstijging automatisch, door het invullen van de concrete warmte-inhoud, debiet en schoorsteendiameter. Op voorwaarde dat er geen andere belemmerende omstandigheden zijn. En dat de schoorsteen:
- verticaal is opgesteld
- een rond exemplaar is
- geen speciale attributen heeft, zoals regenkappen
Het is belangrijk dat de gebruiker de uitstootparameters zo goed mogelijk opgeeft.
Op deze pagina's wordt aangegeven hoe de parameters voor een ‘normale schoorsteen’ zo goed mogelijk gekozen kunnen worden. Vervolgens wordt ingegaan op lastige en afwijkende situaties.
De volgende invoerparameters zijn van belang voor pluimstijging:
- schoorsteenhoogte
- emissietemperatuur
- schoorsteendiameter
- warmte-inhoud
- debiet
- kenmerken van de uitstroomopening (binnen- en buitendiameter)
De parameters worden in de volgende pagina's toegelicht.
De schoorsteenhoogte wordt altijd ten opzichte van het direct omringende maaiveld bepaald. Ook als de schoorsteen op een dak staat.
Als emissietemperatuur wordt de temperatuur van de afgassen bij de uitstroomopening (schoorsteenmond) opgegeven (in K).
Het Nieuw Nationaal Model (NNM) vraagt de gebruiker om de buitendiameter en de binnendiameter van de schoorsteen op te geven, beide bij de schoorsteenmond.
Het Nieuw Nationaal Model bepaalt uit het debiet en het temperatuurverschil tussen de afgassen en de omgevingslucht de warmte-inhoud van de pluim.
Voor het debiet moet het feitelijke debiet opgegeven worden als ‘normaal kuub’ (m03), maar inclusief eventueel vocht.
De binnendiameter van de schoorsteen en de buitendiameter van de schoorsteen moeten worden opgegeven voor de schoorsteentop.
Bij de keuze van de invoer is aangegeven hoe standaardsituaties met het NNM doorgerekend kunnen worden. In deze paragraaf wordt toegelicht hoe omgegaan kan worden met enkele lastige en minder voorkomende situaties.
Niet in alle gevallen is er sprake van een 'normale' schoorsteen die recht omhoog wijst en waaruit de pluim ongehinderd kan worden geëmitteerd.
Er komen ook situaties voor waarbij er een korte kap met versmalde opening voor of over de schoorsteenmond is geplaatst.
Het komt voor dat brede emissie-openingen is opgegeven. Bijvoorbeeld wanneer men een koeltoren doorrekent of lekkages uit ronde opslagtanks.