7.4 Vergelijking metingen en modeluitkomsten
Als de waarden van grootschalige concentraties in Nederland worden vergeleken met lokale metingen, zoals bijvoorbeeld het geval is in drukke straten in grote straten, kan het zijn dat de metingen en modelresultaten niet met elkaar overeenstemmen.
Sterker nog: de concentraties zullen in veel gevallen niet met elkaar overeenstemmen. Dat kan komen doordat de berekende concentraties niet goed zijn berekend. Dat is altijd mogelijk als berekende concentraties zijn bepaald met een rekenmodel, waarin allerlei factoren zo goed mogelijk zijn beschreven, maar er toch vereenvoudigingen zijn gedaan.
Representatief beeld
Maar in veel gevallen geven de berekende waarden toch een beter representatief beeld van wat er op die locatie aan de hand is dan een punt-meting. De meting op één punt kan namelijk sterk beïnvloed zijn door een nabijgelegen bushalte, taxistandplaats, uitstekende gevel, een brandgang tussen de huizen of door optrekkend verkeer bij een verkeerslicht.
Metingen hebben altijd het laatste woord hebben in vergelijkingen. Wel moet men zich bedenken dat zo’n puntmeting weliswaar de situatie op dát punt weergeeft, maar dat een paar meter verderop de waarde anders zal zijn geweest. De modeluitkomst is meer een gemiddelde waarde over een bepaald lengte traject van een straat, meestal minstens 50 m en vaak 100 m. Dat geldt natuurlijk niet voor de afstand loodrecht op de weg; dat is in de modellen meer precies opgenomen.
Langere periode
Verder is het goed om te bedenken dat de modeluitkomsten over het algemeen de situatie over een lange periode weergeeft. Prognostische berekeningen zijn gedaan met het gemiddelde van 10 meteojaren. De jaarlijkse variatie door verschillende meteorologie, wordt dus in de uitkomsten weggemiddeld.
Voor historische waarden geldt ook dat deze zijn gedaan voor het hele jaar. Deze zijn dan wél met de echte opgetreden meteorologie doorgerekend, maar een vergelijking met metingen over een kwartaal of een half jaar, is dan geen correcte vergelijking.