2.1.3 Weergave resultaten van berekeningen
Het Nieuw Nationaal Model (NNM) berekent immissies: concentraties van de luchtverontreinigende stof in de omgeving van de bron. Voor stoffen zijn deze vaak uitgedrukt in ug/m3, voor geur in ouE/m3. Het rekenresultaat kan een gemiddelde concentratie of een percentielconcentratie zijn (zie kader in paragraaf 2.2.3).
Concentratiecontouren
Een rekenmodel kan de immissies als iso-concentratiecontouren weergeven. De contouren zijn lijnen die punten met elkaar verbinden waarvoor een gelijke concentratie is berekend (vergelijkbaar met hoogtelijnen op een landkaart). Deze contouren hebben een bandbreedte vanwege de onzekerheden in het model en interpolatie tussen de punten van het rekenrooster. Een model kan de contouren voor een beeld van de situatie projecteren op een kaart van de omgeving van het bedrijf.
Voor een duidelijk overzicht van de resultaten is het aan te bevelen om alleen de 'interessante' contouren weer te geven. Zoals de contour waarvoor een norm is opgenomen in de vergunning. Of de contour die overeenkomt met de omgevingswaarde.
Interpretatie immissiecontouren
Enige voorzichtigheid bij het interpreteren van contouren is geboden om 2 redenen. Ten 1e: een plotprogramma maakt de contouren. Het programma past (vaak op onbekende wijze) middeling toe op de onderliggende getallen om vloeiende contouren te verkrijgen. Ten 2e zijn de contouren gebaseerd op het rekengrid dat de gebruiker zelf heeft gedefinieerd. Als dit grid te grof is gemaakt, zullen de berekende waarden de concentratiegradiënten niet goed volgen. De verkregen contouren in de plot zijn dan minder betrouwbaar. Getalsmatige informatie op de locaties die van belang zijn, blijft altijd nodig. Met andere woorden (extra) rekenpunten moet men definiëren op te beoordelen punten (bijvoorbeeld woningen).
De onzekerheden in de uitkomsten in verschillende situaties worden verder besproken in deel I, paragraaf 4.6.
Voorbeeld immissiecontouren
Op de afbeelding is een schematische weergave te zien waarin een fabriek dichtbij een woonwijk is gelegen. Met het NNM is de verspreiding van de emissie vanuit de bron berekend. Als voorbeeld zijn de contouren getekend van een jaargemiddelde omgevingswaarde (50 ug/m3) en een omgevingswaarde (30 ug/m3) voor een bepaalde luchtverontreinigende stof. Hieruit blijkt dat de omgevingswaarde van 50 ug/m3 ter hoogte van de woonwijk niet wordt overschreden, maar dat niet aan de scherpere omgevingswaarde wordt voldaan.