Luchtvaartemissies: grenswaarden en rekenen
Er is een emissiedatabase luchtvaart beschikbaar. Onderzoekers kunnen die gebruiken om te berekenen wat emissies door de luchtvaart zijn en de daaruit volgende concentraties en deposities. Hiervoor gelden verschillende regels.
Inhoud deze pagina
- Houdbaarheid onderzoeksgegevens
- Luchtemissiegrenswaarden voor luchthavens
- Luchtemissies berekenen
- Luchtkwaliteitsnormen en luchthavens
- Luchtkwaliteit berekenen
- Depositie stikstof en luchthavens
- Depositie stikstof berekenen
In een luchthavenbesluit staat wat er op en bij een luchthaven wel en niet mag. Voor de grote burgerluchthavens van nationale betekenis en de militaire luchthavens stelt het Rijk deze besluiten vast. Voor kleinere (regionale) luchthavens doet de provincie dat.
Houdbaarheid onderzoeksgegevens
Bij de vaststelling van een luchthaven(verkeer)besluit kan in ieder geval gebruik gemaakt worden van gegevens en onderzoeken die niet ouder zijn dan 2 jaar. Dit geldt voor alle categorieën luchthavens en volgt uit onderstaande artikelen van de Wet Luchtvaart:
- artikel 8.17, lid 8
- artikel 8.44, lid 7
- artikel 8.70, lid 2
- artikel 10.17, lid 7
Luchtemissiegrenswaarden voor luchthavens
Emissiegrenswaarden Schiphol
In het luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) staan emissiegrenswaarden voor Schiphol. Dit is een verplichting uit artikel 8.17, lid 5c, van de Wet Luchtvaart.
Het gaat om normen voor 5 stoffen:
- koolmonoxide (CO)
- stikstofoxiden (NOx)
- vluchtige organische stoffen (VOS)
- zwaveldioxide (SO2)
- fijnstof PM10
Per ton startgewicht mag per stof een maximale hoeveelheid worden uitgestoten, gemeten in aantal gram. Deze relatieve grenswaarden staan in artikel 4.3.1 van het LVB.
Emissiegrenswaarden voor regionale luchthavens van nationale betekenis
Voor regionale luchthavens van nationale betekenis kunnen emissiegrenswaarden opgenomen worden in de desbetreffende luchthavenbesluiten. Dat volgt uit artikel 8.44, lid 3, van de Wet Luchtvaart.
Een luchthavenbesluit kan ook regels of grenswaarden bevatten die noodzakelijk zijn met het oog op het externe-veiligheidsrisico of de lokale luchtverontreiniging.
Luchtemissies berekenen
Voor Schiphol geldt een eenduidig rekenvoorschrift voor de berekeningen van emissies naar de lucht. Voor regionale en militaire luchthavens is geen rekenvoorschrift vastgelegd.
Schiphol
Voor Schiphol worden de emissies berekend volgens de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol (RMI). De methode voor het berekenen van de uitstoot (in gram per ton startgewicht) van CO, NOx, VOS, SO2 en PM10 is beschreven in Bijlage 8, paragraaf 4.4 RMI. Een stapsgewijze beschrijving van het te gebruiken emissie-rekenmodel staat in Annex 8E1 RMI.
De methode gaat uit van vliegtuig-/motorspecifieke emissiefactoren en brandstofgebruik tijdens de Landing and Take-Off (LTO) cyclus. De LTO-cyclus bevat alle activiteiten die plaatsvinden dicht bij de luchthaven tot en met een hoogte van 3.000 voet (circa 900 meter):
- 1 landingsfase (final approach) vanaf 3.000 voet hoogte
- 2 taxifasen (idle)
- 1 startfase (take-off)
- 1 klimfase (climb out) tot en met 3.000 voet hoogte
De methode sluit hierbij aan op niveau 2 van het EMEP/EEA air pollutant emission inventory guidebook 2019.
Emissiedatabase beschikbaar
Bij het emissie-rekenmodel worden verschillende invoergegevens gebruikt. De gehele database is sinds september 2022 publiek toegankelijk en bevat een toelichting op de gegevens in de database.
Het RMI stelt dat de beschrijving van het model zó is opgesteld, dat er geen ruimte is voor interpretatie. Daarom kan iedereen op basis van de beschrijving en de emissie-database een rekenmodel bouwen voor emissieberekeningen, dat bij gelijke invoergegevens leidt tot dezelfde uitvoergegevens.
Luchtkwaliteitsnormen en luchthavens
De luchtkwaliteit in Nederland moet voldoen aan Europese grenswaarden voor NO2 en PM10. Deze normen zijn als rijksomgevingswaarden vastgelegd in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Dit zijn immissienormen, die gelden voor de luchtkwaliteit op leefniveau.
Bij het exploiteren van een luchthaven vinden milieubelastende activiteiten plaats. Een milieubelastende activiteit mag niet leiden tot een overschrijding van de omgevingswaarden. Tenzij de activiteit niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit.
Luchtkwaliteit berekenen
Er is geen wettelijk voorgeschreven methode voor het berekenen van concentraties van luchtverontreinigende stoffen als gevolg van de activiteiten van luchthavens. De beschikbare meet- en rekenmethoden voor luchtkwaliteit staan beschreven in de Omgevingsregeling.
Luchthavens vallen buiten het toepassingsbereik van de standaardrekenmethoden 1, 2 en 3. Bij een luchtkwaliteitsonderzoek kan daarom een (gemotiveerde) keuze voor een rekenmethode gemaakt worden. Voorbeelden hiervan staan in de volgende onderzoeksrapporten:
- Schiphol milieueffectrapportage 2020, deelonderzoek luchtkwaliteit
- Rotterdam The Hague Airport milieueffectrapportage 2015, deelonderzoek luchtkwaliteit
- Eindhoven Airport milieueffectrapportage 2012, Luchtkwaliteit rond de luchthaven Eindhoven
- Militaire luchthaven Gilze-Rijen milieueffectrapportage 2017, Luchtkwaliteit en stikstofdepositie
- Militaire luchthaven De Kooy milieueffectrapportage 2017, Luchtkwaliteit en stikstofdepositie
Voor het berekenen van de concentraties als gevolg van de verkeersaantrekkende werking van luchthavens kan standaardrekenmethode 2 (SRM-2) gebruikt worden. SRM-2 is bedoeld voor de berekening van concentraties langs (snel)wegen buiten de bebouwde kom. Uitgangspunt is dan dat een luchthaven alleen relevante verkeersaantrekkende werking heeft op wegen in een open omgeving, die binnen het toepassingsbereik van SRM-2 vallen.
Als de verkeersaantrekkende werking zich uitstrekt tot in bebouwd gebied, dan kan de luchtkwaliteit langs deze binnenstedelijke wegen berekend worden met SRM-1. Deze rekenmethode is van toepassing bij wegen met bebouwing binnen enkele tientallen meters afstand van de weg.
Depositie stikstof en luchthavens
Om de natuur te beschermen, zijn er regels voor activiteiten met een mogelijk effect op Natura 2000-gebieden. Voor luchtvaartactiviteiten betekent dat dat de vergunningverlener moet beoordelen wat de effecten zijn op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.
De regels hiervoor staan in:
- de Omgevingswet, die bepaalt dat een vergunning voor Natura 2000-activiteit nodig is
- het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), dat beoordelingsregels voor de vergunning bevat
- de Omgevingsregeling, die aangeeft welke informatie een initiatiefnemer bij de vergunningaanvraag moet voegen (zoals een passende beoordeling, ADC-toets en AERIUS-berekening – zie verderop)
Er gelden regels voor het beoordelen van een vergunningaanvraag voor een Natura 2000-activiteit. Allereerst moet een 'passende beoordeling' plaatsvinden (ervan uitgaande dat uit de ‘voortoets’ is gebleken dat significant negatieve effecten niet op voorhand uitgesloten kunnen worden). De passende beoordeling moet zekerheid geven dat het project niet de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied zal aantasten. Geeft die beoordeling deze zekerheid niet, dan kan in het uiterste geval vergunningverlening plaatsvinden als een ADC-toets is doorlopen, waarbij aan de volgende 3 voorwaarden is voldaan:
- Er zijn geen reële Alternatieven voor de activiteit;
- Er is sprake van een Dwingende reden van groot openbaar belang;
- Er vinden Compenserende maatregelen plaats.
De minister van LNV beoordeelt meestal de natuurgerelateerde vergunningaanvragen van de luchthavenactiviteiten. Want dat zijn Natura 2000-activiteiten van nationaal belang, als het gaat om activiteiten die relevant zijn voor de vervoers- of transportfunctie of de inpassing in de leefomgeving (zie artikel 4.12 van het Omgevingsbesluit en informatie over gecombineerde aanvragen).
Depositie stikstof berekenen
De stikstofdepositie moet berekend worden met AERIUS Calculator (artikel 4.15 en 7.197h van de Omgevingsregeling). Deze calculator berekent de depositie in Natura 2000-gebieden, op basis van ingevoerde emissies van oppervlaktebronnen, lijnbronnen en puntbronnen. Hierbij geldt een maximale rekenafstand van 25 kilometer voor alle stikstofbronnen.
Er is geen methode vastgelegd voor het bepalen van bijvoorbeeld de invoergegevens voor AERIUS.
Verschillende rapporten en adviezen doen een uitspraak over de invoergegevens voor de depositieberekeningen als gevolg van luchtvaart. Samengevat is het advies:
- Neem emissies boven de 3.000 voet (900 meter) mee in de stikstofdepositieberekening.
- Neem alle emissies die samenhangen met de functie van een luchthaven, in de stikstofdepositieberekening mee.
- Ga uit van een waarde van 0 MW voor de warmte-inhoud van de emissies die tijdens de LTO-cyclus optreden.
- Houd voor de taxifase een bronhoogte van 18 meter aan.
- Ga voor het wegverkeer uit van de rekenmethode SRM-2 die in de AERIUS-calculator is opgenomen.
Meer informatie
- Luchtemissiedatabase luchtvaart
- Rapport bijdrage luchtvaart aan lokale luchtkwaliteit (17 september 2024, Tweede Kamer)
- Kamerbrief over effecten van luchtvaart op lokale luchtkwaliteit 21 december 2023
- Kamerbrief over Zeer Zorgwekkende Stoffen op luchthavens 30 maart 2023
- Brief regering aan de Tweede Kamer over emissies door de luchtvaart, 22 december 2022
- Regels luchtemissies en luchtkwaliteit (Omgevingswet)
- Milieubelastende activiteit militaire luchthaven (Omgevingswet)
- Overgangsrecht Wet luchtvaart
- Luchtvaart en geluid: algemene informatie en berekenen geluidbelasting
- Veiligheid rond luchthavens