Schalingsfactor OV-bussen (Bussenknop)
De overheid stelt in de concessies van het openbaar busvervoer emissie-eisen aan de te gebruiken bussen. Met de Excel-applicatie 'Bussenknop' berekent u de schalingsfactoren voor de emissie van de openbaar vervoerbussen.
Concessie openbaar busvervoer
De provincies en sommige gemeenten verlenen aan openbaar vervoerbedrijven een concessie voor het verzorgen van openbaar busvervoer. Een concessie is een vergunning van de overheid die anderen vervoerders uitsluit. De verkrijger van de concessie of de concessiehouder krijgt dus een monopolie op het openbaar busvervoer in een regio. De concessiehouder moet zich wel houden aan de afspraken in de concessie. Eén van de afspraken is dat de bussen maximaal een bepaalde hoeveelheid vervuilende stoffen mogen uitstoten. Dit zijn de emissie-eisen in de concessie.
Berekenen schalingsfactoren emissie openbaar vervoerbussen
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) publiceert jaarlijks de emissiefactoren van het gemiddelde (bus)wagenpark in Nederland. In 2024 worden deze tijdelijk alleen via de site van TNO gepubliceerd. Door de afspraken in de concessie, kan het zijn dat in een regio openbaar vervoerbussen rijden die meer of minder vervuilende stoffen uitstoten dan het gemiddelde buswagenpark in Nederland.
De Excel-applicatie Bussenknop 2024 (xlsx, 43 kB) helpt om de juiste emissie van de openbaar vervoerbussen in een gebied te bepalen. De Bussenknop berekent schalingsfactoren voor NOx, NO2 en PM10. De Bussenknop is alleen bedoeld en alleen geschikt voor het berekening van de schalingsfactoren van openbaar vervoerbussen.
De Bussenknop berekent de schalingsfactoren voor wegen die vallen binnen het toepassingsbereik van de standaardrekenmethode luchtkwaliteit 1 (SRM-1).
Schalingsfactoren veranderen per jaar
De samenstelling van het bussenpark verandert, doordat er nieuwe en schonere bussen komen en oude bussen worden afgevoerd. Dit betekent dat de emissiefactoren ook veranderen. De schalingsfactoren die zijn berekend, gelden daarom alleen voor het jaar waarvoor ze berekend zijn.
In de Bussenknop zijn niet alle jaren opgenomen. Het kan dus voorkomen dat een berekening nodig is voor een jaar dat niet in de Bussenknop is opgenomen. Bereken de schalingsfactoren dan met het jaar in de Bussenknop dat het meest in de buurt ligt.
Jaarlijkse aanpassing van de Bussenknop
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat publiceert jaarlijks geactualiseerde emissiefactoren. De Bussenknop wordt daarom ook jaarlijks aangepast. De eerdere versies blijven alleen op aanvraag beschikbaar, zodat berekeningen uit eerdere jaren kunnen worden herzien of herberekend.
Invoergegevens Bussenknop
Voor het berekenen van de schalingsfactoren is de toegepaste emissiebeperkende techniek nodig van de bussen die in het gebied rijden. Vanwege het voortschrijden van de concessies is het alleen nog mogelijk het aandeel EUROVI en Zero Emissie in te voeren. Het is mogelijk om voor een heel concessiegebied de indeling te maken, maar nauwkeuriger is het als dit per buslijn kan, of zelfs per straat. Wat wordt gekozen is afhankelijk van wat moet worden berekenen en welke gegevens beschikbaar zijn.
Meerdere maatregelgebieden
Voer in het Centraal Instrument Monitoring Luchtkwaliteit (CIMLK) en de Rekentool luchtkwaliteit de schalingsfactoren in met een maatregelgebied. Binnen een concessiegebied rijden vaak niet overal bussen met dezelfde techniek. De verhouding tussen de verschillende technieken is ook niet overal hetzelfde.
Houdt hier rekening mee door verschillende maatregelgebieden te maken. Zorg ervoor dat de maatregelgebieden elkaar niet overlappen. Bereken voor elk maatregelgebied de schalingsfactoren met de specifieke samenstelling van het buswagenpark binnen dat gebied.
Stappen berekening schalingsfactoren
- Download de Bussenknop en open deze in Excel.
- Kies het jaar waarvoor u de schalingsfactoren wilt bepalen.
- Kies het juiste snelheidstype van SRM-1. Het snelheidstype moet gelijk zijn aan het snelheidstype van de weg waarvoor u de Bussenknop gebruikt. U kunt de schalingsfactoren ook voor alle 4 snelheidstypen apart berekenen en die alle 4 in het maatregelgebied opnemen.
- In de kolom ‘Default’ staat de verdeling van de openbaar vervoerbustypen, zoals die in Nederland rijden of verwacht worden in het volgende jaar.
- In de kolom 'Eigen waarden' vult u uw eigen relatieve verhouding van het buswagenpark in. Let erop dat de som van uw eigen waarden precies 1,000 is (100%).
- Vul de berekende schalingsfactoren van NOx, NO2 en PM10 in uw maatregelgebied in bij het juiste wegtype.
- Bereken de luchtkwaliteit met de Rekentool luchtkwaliteit en het maatregelgebied.
Effect berekenen van verandering van het bussenpark
Gaat de vervoerder in uw regio andere bussen gebruiken? Of wilt u weten wat het effect is van andere bussen op de luchtkwaliteit? Dan kunt u dit met de bussenknop bepalen. U berekent dan de schalingsfactoren van uw normale (huidige) bussenpark, en de schalingsfactoren van de variant met de andere samenstelling.
Met de Rekentool luchtkwaliteit berekent u de luchtkwaliteit van beide varianten. Daarna berekent u het verschil door de concentratie van de variant met aangepaste bussen te verminderen met de concentratie van uw basisvariant. Het verschil is het effect van de verandering van de samenstelling van uw bussenpark.
Uitleg emissiebeperkende technieken
Techniek | Omschrijving |
---|---|
Halfopen DPF | Diesel Particulate Filter (DPF): filtert deeltjes (PM) uit de uitlaatgassen. Halfopen: een deel van de uitlaatgassen wordt door het filter geleid, met beperkt rendement als gevolg. Dit filter kan achteraf ingebouwd worden (retrofit). Geen samenwerking met andere motorcomponenten. |
Gesloten DPF | Gesloten: alle uitlaatgassen worden door het filter geleid, met een hoog rendement als gevolg. Samenwerking met motormanagement is noodzakelijk en daarom wordt dit type in de praktijk alleen af-fabriek toegepast. |
SCR | Selective Catalic Reduction (SCR). Dit is een nabehandelingsmethode voor uitlaatgassen waarbij additief (AdBlue) wordt gebruikt om de NOx-uitstoot te reduceren. Nadeel van deze techniek is dat er ammoniak als bijproduct ontstaat. Wordt toegepast door onder meer Mercedes, Volvo en VDL. |
EGR | Exhaust Gas Recirculation (EGR). Dit is uitlaatgas-recirculatie. De uitlaatgassen worden opnieuw gebruikt bij de verbranding in de motor. Dit heeft een lagere uitstoot van NOx tot gevolg. Wordt toegepast door onder meer MAN en Scania. |
Lean burn (< 2gr NOx) |
De motor wordt gevoed met een arm mengsel (luchtovermaat). Dit heeft een gunstig brandstofgebruik tot gevolg en een lagere emissie. |
3-weg katalysator (< 1 gr NOx) |
Het motorprincipe is stochiometrisch. De hoeveelheid lucht is dan passend voor de hoeveelheid brandstof. Een 3-weg katalysator zuivert de uitlaatgassen. Het brandstofgebruik is iets hoger dan bij lean burn en de emissies iets lager. |
EEV | Enhanced Environmentally friendly Vehicles (EEV). Voertuigen met extreem lage emissies. Deze standaard is vrijwel gelijk aan Euro V. |
ZEV | Zero Emission Vehicle (ZEV). Waterstof-brandstofcel- en elektrische bussen stoten geen schadelijke verontreiniging uit de uitlaat en zijn wat dat betreft dus zonder emissie. Net als andere bussen emitteren deze ZEV-bussen nog wel fijnstof door banden-, rem- en wegdekslijtage. Door het gebruik van regeneratietechnieken is dat tot 25% lager dan een brandstofvoertuig. |