Zelf meten van de luchtkwaliteit
U kunt zelf de luchtkwaliteit in uw omgeving meten. Hiervoor zijn verschillende meetinstrumenten en meetmethodes beschikbaar. De resultaten van uw eigen metingen kunt u niet gebruiken voor het toetsen of beoordelen van de luchtkwaliteit aan de omgevingswaarden.
Samen meten aan luchtkwaliteit
De technologie voor het meten verandert momenteel snel. Iedereen kan nu zelf de luchtkwaliteit meten met goedkope ‘sensoren’. Het Samen Meten-programma van het RIVM ondersteunt deze ontwikkeling. Op die website vindt u meer informatie over het zelf meten van de luchtkwaliteit. Dit kennisportaal legt ook uit wat er wel en niet kan met eigen meetdata.
Voorbeeld meetprogramma's
De laatste jaren hebben veel gemeenten metingen met Palmes-diffusiebuisjes uitgevoerd. De gemeente Den Haag en de GGD Amsterdam hebben bijvoorbeeld een langlopend meetprogramma. Door het grote aantal meetpunten en een goede kwaliteitsborging, zijn de meetdata goed bruikbaar. De resultaten geven een betrouwbaar beeld van de NO2-concentraties en de ontwikkeling in de afgelopen jaren.
De metingen zijn niet geschikt voor het beoordelen en toetsen van de luchtkwaliteit aan de omgevingswaarden. Maar de resultaten ervan geven wel een goed beeld van de ontwikkeling van de luchtkwaliteit.
Palmes-buisjes
Een veel gebruikte meetmethode is het meten van stikstofdioxide (NO2) met Palmes-buisjes. De Palmes-buisjes meten met een passieve methode de gemiddelde concentratie van NO2 in een maand. Deze metingen zijn minder nauwkeurig dan de instrumenten in het Landelijke Meetnet Luchtkwaliteit (LML) van het RIVM.