Richtlijn verfproducten: Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen
Wie decoratieve verven en vernissen, of producten voor het overspuiten van voertuigen op de markt brengt, moet zorgen dat die producten voldoen aan de eisen van de Europese richtlijn Verfproducten. Die is geïmplementeerd in het Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen (BOOVV).
Verfproducten
Naast verf gaat het hier om voorbehandelingsmiddelen, beits en plamuur. Deze producten worden gebruikt door autoschadeherstelbedrijven, de bouw- en timmerindustrie, de doe-het-zelf-sector en huishoudens.
Eindgebruikers vrijgesteld van maatregelen
Bedrijven die coaten (verven), moeten voldoen aan de eisen van paragraaf 4.21 Reinigen, lijmen en coaten van diverse materialen van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Als ze hierbij jaarlijks ten minste 1000 kg organische oplosmiddelen per jaar gebruiken, moeten ze oplosmiddelarme producten en applicatiemethoden gebruiken (Bal artikel 4.352 eerste lid).
Hierbij kunnen ze producten gebruiken die vallen onder het BOOVV, dus voldoen aan de eisen van de Europese Richtlijn verfproducten (2004/42/EG). De richtlijn stelt eisen aan het maximale gehalte VOS Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (vluchtige organische stoffen) in decoratieve verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen. Op het etiket van het product staat of het valt onder de Europese Richtlijn verfproducten. Als bedrijven uitsluitend deze BOOVV-producten gebruiken voor de toepassing waarvoor ze zijn bedoeld, voldoen ze aan de eis tot gebruiken van oplosmiddelarme producten en applicatiemethoden (Bal artikel 4.352 tweede lid, onder b).
Feitelijk zijn deze bedrijven door de BOOVV-producten te gebruiken vrijgesteld van het nemen van maatregelen om VOS-emissies te verminderen. Let wel: andere luchtvoorschriften van paragraaf 4.21, zoals bronafzuiging, gelden nog wel.
Bedrijven die alleen voertuigen overspuiten (autospuiterijen) gebruiken hiervoor in principe alleen BOOVV-producten. Met overspuiten bedoelt de wetgever hier spuiten na schadeherstel of ter decoratie. Ook deze bedrijven zijn vrijgesteld van het nemen van VOS-emissiereducerende maatregelen. De meeste autospuiterijen vallen overigens ook niet onder paragraaf 4.34 van het Bal over Oplosmiddeleninstallaties.
Ontheffing en uitzondering voor eindgebruikers
Ontheffing van het gebruik van BOOVV-producten is mogelijk bij de restauratie van beschermde monumenten of het onderhoud van klassieke voertuigen. Hierbij is het soms gewenst om een beperkte hoeveelheid producten te gebruiken die niet voldoen aan de eisen van het BOOVV. Een verzoek tot ontheffing voor het gebruik van deze producten is mogelijk. Dit kunnen de leveranciers van deze andere producten doen, niet de gebruikers. Aan de ontheffing die het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat mogelijk afgeeft, verleent het ministerie passende voorschriften. Het is niet de bedoeling om voor ieder te behandelen individueel gebouw of klassiek voertuig een ontheffing te verlenen.
Het verzoek moet schriftelijk, via de post ingediend worden, aan:
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, DG Milieu en Internationaal, Directie Duurzame Leefomgeving en circulaire economie, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
Het verzoek moet minimaal de volgende gegevens bevatten over de producten waarvoor de leverancier ontheffing aanvraagt:
- Motivatie waarom ontheffing wordt aangevraagd.
- Hoeveelheid die jaarlijks wordt ingevoerd of aan derden ter beschikking wordt gesteld.
- Productcategorie volgens bijlage I van de Verfrichtlijn waarop de aanvraag betrekking heeft.
- VOS-gehaltes van de producten.
Nog een uitzondering
Een andere uitzondering is de volgende. Als een bedrijf dat vergunningplichtig is vanuit Bal hoofdstuk 3, bepaalde producten uitsluitend binnen oplosmiddeleninstallaties gebruikt, dan zijn deze producten uitgezonderd van de eisen van het BOOVV (BOOVV artikel 3 lid 1).
Verffabrikanten: eisen aan VOS-gehalte en etiket
Voor verffabrikanten stelt het BOOVV eisen aan het maximale VOS-gehalte en de etikettering van bepaalde producten. De productcategorieën en de eisen staan in de bijlagen van de Verfrichtlijn (2004/42/EG). Op het etiket moet staan tot welke subcategorie het product behoort, welke grenswaarde hierbij hoort en wat het maximale VOS-gehalte van het product in gebruiksklare vorm is.
Overigens is de definitie van VOS in de Richtlijn verfproducten anders dan die in het Bal. Maar in de praktijk leidt dit tot weinig verschillen Binnen deze richtlijn worden alle organische verbindingen met een kookpunt van minder dan of gelijk aan 250 °C als VOS gedefinieerd.
Bevoegd gezag voor het BOOVV
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt toezicht op naleving van het BOOVV. Als het invoeren of ter beschikking stellen van BOOVV-producten plaatsvindt in een bedrijf dat onder hoofdstuk 3 van het Bal valt (bijvoorbeeld verfproducenten, tussenhandelaren en sommige winkels), kan ook het bevoegd gezag voor de milieubelastende activiteiten in het Bal handhavend optreden.
Het bevoegd gezag voor de milieubelastende activiteiten in het Bal kan in deze bedrijven constateren dat producten geen etiket hebben met daarop het (juiste) gehalte aan vluchtige organische stoffen, of constateren dat dit gehalte hoger is dan volgens het BOOVV is toegestaan. Dan is bestuursrechtelijke handhaving op basis van artikel 2 van het BOOVV mogelijk. Hierbij moet het bevoegd gezag rekening houden met de uitzonderingen zoals genoemd in artikel 3 van het BOOVV en een eventuele verleende ontheffing.
In andere soorten bedrijven kan het Omgevingswet-bevoegd gezag overtredingen melden bij de Inspectie Leefomgeving en Transport in de desbetreffende regio.
Meer informatie
Vluchtige organische stof (VOS)
Organische verbinding, en ook de fractie creosoot, die bij 293,15 K een dampspanning heeft van ten minste 0,01 kPa of onder specifieke gebruiksomstandigheden een vergelijkbare vluchtigheid heeft. Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).