Rijksregels voor coaten van voertuigen en andere producten met producten met vluchtige organische stoffen (VOS)
Er gelden rijksregels voor coaten (verven) met producten vluchtige organische stoffen (VOS) van onder meer voertuigen. Per situatie geven we aan wat de relevante rijksregels zijn. En we lichten toe wat de term 'voertuig' inhoudt in de coatingactiviteiten voor grootverbruikers van oplosmiddelen en oplosmiddeleninstallaties (paragraaf 4.34 Besluit activiteiten leefomgeving, Bal).
Coaten van voertuigen en meer
Voor de meeste bedrijven die coaten gelden alleen de VOS-voorschriften uit paragraaf 4.21 van het Bal voor het coaten van diverse materialen. Een specifieke maatregel voor VOS, vanaf een jaarlijks oplosmiddelverbruik van 1000 kg, is het gebruik van oplosmiddelarme producten en applicatiemethoden. Als bepaalde bedrijven producten gebruiken die voldoen aan het Besluit Organische Oplosmiddelen in Verven en Vernissen (BOOVV, productbeleid en de implementatie van de verfrichtlijn, voldoen ze automatisch aan deze VOS-maatregel.
Bedrijven die bepaalde coatingactiviteiten uitvoeren boven bijbehorende hoge verbruiksdrempels, vallen daarnaast onder paragraaf 4.34 over Oplosmiddeleninstallaties. Autoschadeherstelbedrijven (autospuiterijen) die alleen auto’s overspuiten, vallen bijvoorbeeld onder paragraaf 4.21 en gebruiken producten onder het BOOVV, maar vallen nooit onder paragraaf 4.34 Oplosmiddeleninstallaties.
Let wel: voordat paragraaf 4.21 of 4.34 van toepassing is, moet een bedrijf onder een of meer van de paragrafen van hoofdstuk 3 van het Bal vallen, zoals 3.4.8 Garages en autoschadeherstel of 3.8.7 Onderhoudswerkplaats voor autobus enzovoort. Bedrijven die geen 'tuigen' coaten zullen waarschijnlijk vallen onder paragraaf 3.4.4 Metaalproductenindustrie of 3.4.12 Andere industrie.
Activiteit met VOS | Relevante rijksregels |
---|---|
Coaten van nieuwe wegvoertuigen | Bal paragraaf 4.21 |
Overspuiten van auto's of aanhangers (schadeherstel of decoratie) | Bal paragraaf 4.21 én BOOVV |
Coaten van nieuwe wegvoertuigen, vrachtwagencabines, opleggers en aanhangers, boven 0,5 ton oplosmiddel per jaar | Bal paragrafen 4.21 én 4.34 Oplosmiddeleninstallaties, activiteit 6 |
Coaten (nieuw, oorspronkelijke laklaag) en overspuiten van landbouw- en spoorvoertuigen, graafmachines, kranen en dergelijke | Bal paragraaf 4.21 |
Coaten in meubel- en timmerfabriek | Bal 4.21 én BOOVV |
Divers (industrieel) spuitwerk van metaal, hout, kunststof, steen | Bal paragraaf 4.21 |
Diverse metaal- en kunststofcoating, anders dan voertuigen; boven 5 ton oplosmiddelen per jaar | Bal paragrafen 4.21 én 4.34 Oplosmiddeleninstallaties |
Diverse houtcoating anders dan voertuigen; boven 15 ton oplosmiddelen per jaar | Bal paragrafen 4.21 én 4.34 Oplosmiddeleninstallaties |
Toelichting 'voertuig' in oplosmiddeleninstallaties
In paragraaf 4.34 Oplosmiddeleninstallaties van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) komt de term 'voertuig' op 2 plekken voor. Ten eerste als activiteit 6 'coating voertuigen' in tabel 4.438a en ten tweede in tabel 4.438b, de ongenummerde 'voertuigcoatingindustrie'. Het toepassingsbereik van deze activiteiten is gebaseerd op bijlage VII deel 1 van de Richtlijn Industriële Emissies (Rie) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Voor de definitie van voertuigen verwijst deze bijlage door naar een andere richtlijn (2007/46/EG). Uit de combinatie van beide richtlijnen volgt dat de volgende voertuigen onder activiteiten 6 'coating voertuigen' en 'voertuigcoatingindustrie' binnen oplosmiddeleninstallaties vallen:
- Nieuwe auto's: voor het vervoer van personen ontworpen en gebouwde motorvoertuigen met ten minste 4 wielen met ten hoogste 8 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend.
- Vrachtwagencabines: de behuizing voor de chauffeur en de daarmee geïntegreerde behuizing voor de technische apparatuur van voor het vervoer van goederen ontworpen en gebouwde motorvoertuigen met ten minste 4 wielen met een maximummassa van meer dan 3,5 ton.
- Bestelwagens en vrachtwagens: voor het vervoer van goederen ontworpen en gebouwde motorvoertuigen met ten minste 4 wielen (geen minimum of maximum massa).
- Bussen: voor het vervoer van personen ontworpen en gebouwde motorvoertuigen met ten minste 4 wielen met meer dan 8 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend (geen minimum of maximum massa).
- Aanhangwagens en opleggers (geen minimum of maximum massa).
Landbouwvoertuigen, graafmachines en dergelijke zijn dus geen voertuig volgens paragraaf 4.34. Het coaten van deze werktuigen boven de verbruiksdrempel valt onder activiteit 8, overige coating.
Deze uitwerking voor oplosmiddeleninstallaties staat overigens los van de definitie van motorvoertuig in het Bal en dit levert in de praktijk ook geen knelpunten op.
Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie)
Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 over industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PbEU 2010, L 334). Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
De Richtlijn industriële emissies is op 15 juli 2024 inhoudelijk gewijzigd door richtlijn 2024/1745. Hierbij wordt ook de naam van de richtlijn aangepast tot Richtlijn industriële emissies en veehouderijen.
Ga naar de geconsolideerde tekst van de Richtlijn industriële emissies.
Meer informatie staat op Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie).