Internationale regelgeving voor soorten- en gebiedsbescherming
Er zijn verschillende internationale regels voor het beschermen van planten, dieren en gebieden. Deze pagina legt uit om welke regelgeving het gaat, zoals het CITES-verdrag, de Vogelrichtlijn, de Habitatrichtlijn of de Exotenverordening. De Omgevingswet vult die regelgeving verder in of aan.
Biodiversiteitsverdrag
Het Biodiversiteitsverdrag bevat een algemene verplichting om (als dat mogelijk en passend is) regels te stellen voor het beschermen van bedreigde dier- en plantensoorten (artikel 8, onderdeel k van het verdrag). Het verdrag schrijft geen concrete beschermingsmaatregelen voor. Partijen die meedoen aan het verdrag (zoals de Europese Unie (EU)) mogen zelf beslissen of dat nodig is. De EU doet dat met de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Verder verplichten het Verdrag van Bern en het Verdrag van Bonn dergelijke maatregelen ook.
Vogelrichtlijn
De Vogelrichtlijn heeft het behoud van biodiversiteit als doel. Doel is alle in het wild levende vogelsoorten te beschermen die van nature in de EU voorkomen. De richtlijn heeft ook betrekking op de bescherming van hun eieren, nesten en leefgebieden. In de praktijk gaat het in Nederland om alle broedvogels, standvogels, wintergasten en vogels die Nederland als trekvogel aandoen.
De richtlijn verplicht EU-lidstaten om algemene beschermingsmaatregelen te nemen voor alle vogels in het wild. Daarnaast verplicht de richtlijn om specifieke beschermingsmaatregelen te nemen voor vogelsoorten die in de bijlagen van de richtlijn staan. Zo moeten lidstaten voor de vogelsoorten van bijlage I beschermingsgebieden aanwijzen (Natura 2000-gebieden) en er beschermingsmaatregelen voor nemen. Dat geldt ook voor trekvogels die geregeld in een lidstaat voorkomen.
Op een pagina over de Vogelrichtlijn van het Nederlands Soortenregister is na te gaan of een vogelsoort in een bijlage voorkomt. Voor zo'n soort moeten bovenop de algemene beschermingsmaatregelen dus ook specifieke beschermingsmaatregelen gelden.
Habitatrichtlijn
De Habitatrichtlijn heeft het behoud van biodiversiteit als doel. Ze richt zich op het beschermen van bepaalde:
- natuurlijke habitats
- (habitats van) wilde dier- en plantensoorten
Het gaat om gebieden en soorten die Europees van belang zijn. In de bijlagen van de richtlijn staan deze gebieden en soorten. Wat lidstaten moeten doen, is afhankelijk van welke bijlage aan de orde is.
Bijlage |
Wat staat er in |
Verplichting voor EU-lidstaat |
---|---|---|
I | Natuurlijke habitattypen (zoals kustduinen) | Lidstaten moeten deze natuurlijke habitattypen als beschermingsgebied aanwijzen (Natura 2000-gebied) en er beschermingsmaatregelen voor nemen. |
II | Dier- en plantensoorten | Lidstaten moeten de habitat van deze soorten als beschermingsgebied aanwijzen (Natura 2000-gebied) en er beschermingsmaatregelen voor nemen. |
IVa IVb |
Dier- en plantensoorten | Lidstaten moeten voor deze soorten een strikt beschermingsregime hebben (zowel binnen als buiten Natura 2000-gebieden). Bescherming geldt ook voor voortplantings- of rustplaatsen van deze soorten. |
V | Dier- en plantensoorten | Lidstaten moeten ervoor zorgen dat het aan de natuur onttrekken en de exploitatie van deze soorten niet ten koste gaat van hun behoud. |
Op een pagina over de Habitatrichtlijn van het Nederlands Soortenregister is na te gaan of een soort voorkomt in een bijlage.
Verdrag van Bonn en het Verdrag van Bern
Het doel van het Verdrag van Bonn en het Verdrag van Bern is het behoud van dieren en planten die met name in Europa van nature in het wild voorkomen. Ze richten zich met name op bedreigde soorten. Zo verplicht het Verdrag van Bern om bijzondere aandacht te besteden aan soorten die met uitsterven worden bedreigd of kwetsbaar zijn (artikelen 1 en 3 van dat verdrag). De rode lijsten vinden daar hun basis. Het Verdrag van Bonn richt zich op trekkende diersoorten. De Europese Unie doet mee aan de verdragen.
Bijlage |
Verdrag van Bern |
Verdrag van Bonn |
---|---|---|
I | Planten (strikt te beschermen) | Trekkende dieren (bedreigd) |
II | Dieren (strikt te beschermen) | Trekkende dieren (status die duidelijk kan of moet verbeteren met internationale overeenkomsten) |
III | Dieren (te beschermen) | - |
De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn dekken voor een groot deel af van wat in de verdragen staat. Er zijn ook wat verschillen. Zo beschermen het Verdrag van Bern en de Vogelrichtlijn allebei nesten van vogels tegen vernieling of beschadiging. Het Verdrag van Bern beschermt ook hun rustplaatsen tegen vernieling of beschadiging (de Vogelrichtlijn doet dat niet). De meeste soorten in de bijlagen bij de verdragen staan ook in bijlagen van de Habitatrichtlijn. Maar niet allemaal dus.
Op een pagina over het Verdrag van Bern en een pagina over het Verdrag van Bonn van het Nederlands Soortenregister is na te gaan of een soort voorkomt in een bijlage.
CITES
Handel in bepaalde planten en dieren kan een bedreiging zijn voor het in stand houden van de soort in het wild. Het internationale CITES-verdrag wil dat voorkomen door de handel in die soorten te reguleren. Het CITES-verdrag gaat over gefokte, gekweekte en uit het wild afkomstige planten en dieren (en hun eieren of producten).
CITES staat voor 'Convention on International Trade of Endangered Species'. De EU doet mee aan dit verdrag en heeft het CITES-verdrag uitgewerkt in eigen verordeningen. Een daarvan is de CITES-basisverordening waarin de CITES-soorten staan waar het om gaat:
- In bijlage A staan soorten die met uitsterven bedreigd zijn.
- In bijlage B staan soorten die niet (direct) met uitsterven zijn bedreigd. Als er geen regulering en controle van deze handel plaatsvindt, dan kunnen deze soorten wel in die situatie belanden. Ook soorten die veel op een bedreigde soort lijken, staan in deze bijlage.
- In bijlage C staan soorten die op verzoek van een lidstaat zijn opgenomen, omdat zij deze nationaal heeft beschermd.
- In bijlage D staan soorten die niet bij het CITES-verdrag beschermd zijn. De EU wil de invoer van deze soorten in de EU wel in de gaten houden.
De andere verordening is de CITES-uitvoeringsverordening, waarin bepalingen staan die de CITES-basisverordening verder uitwerken.
Op een pagina over CITES van het Nederlands Soortenregister is op te zoeken of een soort een CITES-soort is.
Exotenverordening
De Exotenverordening heeft als doel om de introductie, verspreiding en impact van invasieve exoten in Europa te beperken. Exoten (ook wel uitheemse soorten) zijn dieren of planten die door menselijk handelen buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied terecht zijn gekomen. Als exoten 'invasief' zijn, dan betekent dat dat ze na introductie of verspreiding een bedreiging zijn of nadelige gevolgen hebben voor de biodiversiteit en ecosystemen. Ze kunnen bijvoorbeeld inheemse soorten verdringen, ziekten overbrengen of natuurlijke leefomgevingen veranderen. De EU heeft een aantal soorten als invasieve exoot aangewezen. Ze staan op de zogenoemde Unielijst. Iedere lidstaat kan – aanvullend op de soorten van de Unielijst – andere soorten op een eigen, nationale lijst plaatsen en daarvoor maatregelen opnemen.
Zeehondenregelgeving
De Zeehondenverordening verbiedt het op de markt brengen en invoeren van zeehondenproducten. Daarbij geldt een uitzondering voor producten van zeehonden die op traditionele wijze door Inuit of andere inheemse gemeenschappen zijn gevangen. Bijhorende uitvoeringsverordening werkt de bepalingen van de Zeehondenverordening verder uit. Richtlijn 83/129/EEG gaat over het verbieden van de invoer voor handel van producten van zeehondenjongen.
Omgevingswet geeft invulling of aanvulling
De regels van de Omgevingswet vullen de richtlijnen, verordeningen en verdragen in of aan. Welke regels gelden, hangt af van de soort en handeling. Via de pagina Activiteiten natuur zijn die regels terug te vinden.