Faunabeheerplan en faunabeheereenheid
In een faunabeheerplan legt de faunabeheereenheid vast hoe en door wie het uitvoeren van bepaalde flora- en fauna-activiteiten moet plaatsvinden in haar werkgebied. Die fauna-activiteiten zijn populatiebeheer van dieren in het wild, het bestrijden van schadeveroorzakende dieren door grondgebruikers en de jacht. Het Rijk geeft regels over het faunabeheerplan en faunabeheereenheden.
Faunabeheereenheid stelt faunabeheerplan vast
Een faunabeheereenheid zet zich in voor een maatschappelijk verantwoorde, transparante en deskundige uitoefening van jacht, populatiebeheer en bestrijding van dieren die schade veroorzaken. Iedere faunabeheereenheid moet voor haar werkgebied een faunabeheerplan opstellen om daartoe te komen (artikel 8.1 Omgevingswet). Ze vervult daarmee een belangrijke rol in het faunabeleid.
Een faunabeheereenheid bestaat in ieder geval uit:
- jachthouders (zoals agrariërs of terreinbeherende organisaties)
- maatschappelijke organisaties die een duurzaam beheer van populaties van dieren in het wild nastreven (zoals organisaties op het gebied van natuurbescherming of dierenbescherming)
In iedere provincie is minstens 1 faunabeheereenheid actief.
Doel faunabeheerplan
Het faunabeheerplan beoogt een planmatige, samenhangende en gebiedsgerichte aanpak in het faunabeheer. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk om alle inspanningen bij schadebestrijding, populatiebeheer en jacht in een gebied op elkaar af te stemmen. Zij hangen immers met elkaar samen en beïnvloeden gezamenlijk de stand van dierenpopulaties. Bij afstemming hoort ook het rekening houden met alle belangen:
- de rechten van de grondgebruikers
- de specifieke rechten van de jachthouders
- het belang van een gunstige staat van instandhouding van de betrokken diersoorten
- belangen die relevant kunnen zijn bij een teveel aan bepaalde dieren (zoals verkeersveiligheid, luchtveiligheid en de bescherming van eigendommen)
Inhoud faunabeheerplan
Een faunabeheerplan bevat in ieder geval passende en doeltreffende maatregelen voor het voorkomen en bestrijden van schade aangericht door in het wild levende dieren (artikel 6.2, eerste lid Omgevingsbesluit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)). Verder bevat het een onderbouwing met trendtellingen van de populaties van in het wild levende dieren in het gebied waarover het plan gaat (artikel 6.2, lid 2 Omgevingsbesluit).
Dit valt er niet onder
De volgende activiteiten vallen niet onder het faunabeheerplan (artikel 11.63, lid 2 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en artikel 6.2, lid 3 Omgevingsbesluit:
- beperken van de omvang van populaties van exoten of verwilderde dieren
- bestrijden van schadeveroorzakende exoten of verwilderde dieren
Gezamenlijk faunabeheerplan
De Omgevingsregeling Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) kan gevallen aanwijzen waarvoor faunabeheereenheden een gezamenlijk faunabeheerplan moeten vaststellen (artikel 6.2, lid 4 Omgevingsbesluit). Op dit moment is zo'n aanwijzing er niet.
Handelen volgens het faunabeheerplan
Het is verplicht om volgens het faunabeheerplan te handelen bij de volgende activiteiten:
- beperken van de omvang van populaties (geldt niet bij exoten of verwilderde dieren)
- het bestrijden schadeveroorzakende dieren door grondgebruikers (geldt niet bij exoten of verwilderde dieren)
- jacht
Dat volgt uit artikel 4.31, tweede lid Omgevingswet en artikel 11.63, eerste lid Bal.
Maatwerk
Het bevoegd gezag (meestal de provincie) kan voor bepaalde gevallen regelen dat populatiebeheer is toegestaan zonder te handelen volgens een faunabeheerplan (artikel 11.63, derde lid Bal). Dat geldt alleen als:
- de noodzaak voor een faunabeheerplan ontbreekt wegens de kenmerken van de diersoort waar het over gaat
- de noodzaak voor een faunabeheerplan ontbreekt wegens de aard en omvang van de handeling die nodig is, of
- de provincie opdracht geeft tot het terugbrengen van de populatie
Hierdoor kan de provincie flexibel zijn in situaties waarin haast is geboden of als het om een gebied gaat waarin geen faunabeheereenheid actief is. De provincie kan dan een maatwerkregel of een maatwerkvoorschrift stellen. Een maatwerkvoorschrift stelt zij in een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit voor het beperken van de omvang van een populatie van dieren. Een maatwerkregel stelt de provincie in de omgevingsverordening.
Voorbereiding
De faunabeheereenheid legt het ontwerp van een faunabeheerplan voor aan wildbeheereenheden binnen haar werkgebied om te horen wat zij ervan vinden (artikel 6.3, lid 1 Omgevingsbesluit). Wildbeheereenheden voeren het faunabeheerplan uit (artikel 8.2 Omgevingswet). Ze bezitten kennis uit het veld die van belang is voor de invulling en onderbouwing van het faunabeheerplan.
Openbaarmaking en verantwoording
De faunabeheereenheid moet:
- het faunabeheerplan openbaar maken, zodra dit door het bevoegd gezag (meestal provincie) is goedgekeurd
- jaarlijks aan het bevoegd gezag verslag uitbrengen van de uitvoering van het faunabeheerplan en dat openbaar maken. Dat verslag moet op basis zijn van de gegevens van houders van een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit.
Artikel 6.3 van het Omgevingsbesluit regelt dit.
Geldigheid
In het faunabeheerplan staat voor welke termijn het geldt. Vaak is dat 6 jaar. Een faunabeheerplan dat goedkeuring van de minister voor Natuur en Stikstof nodig heeft (zie hierna), is maximaal 5 jaar geldig (artikel 3.30, lid 3 Omgevingsregeling).
Bevoegd gezag
Gedeputeerde Staten van de provincie zijn meestal het bevoegd gezag voor de volgende handelingen:
- de goedkeuring van het faunabeheerplan (artikel 8.1, tweede lid Omgevingswet)
- het stellen van nadere regels voor het faunabeheerplan in de omgevingsverordening (artikel 8.1, derde lid Omgevingswet)
- het uitvoeren van de regels over faunabeheerplannen uit het Omgevingsbesluit en de omgevingsverordening (artikel 8.1, vierde lid Omgevingswet)
De minister voor Natuur en Stikstof is voor het Kroondomein 'Het Loo' het bevoegd gezag voor de goedkeuring van het faunabeheerplan en het stellen van nadere regels over dat faunabeheerplan (artikel 6.4 Omgevingsbesluit).
Relatie met andere activiteiten
Het faunabeheerplan richt zich op:
- het beperken van de omvang van populaties van in het wild levende dieren
- het bestrijden van schadeveroorzakende dieren door grondgebruikers
- de uitoefening van de jacht
Dit zijn flora- en fauna-activiteiten waarvoor regels gelden.
Meer informatie
Per provincie is meer informatie te vinden over faunabeheereenheden en faunabeheerplannen:
Omgevingsbesluit
Het Omgevingsbesluit regelt in aanvulling op de Omgevingswet onder meer welk bestuursorgaan het bevoegd gezag is om een omgevingsvergunning te verlenen en welke procedures gelden. Daarnaast regelt dit besluit wat de betrokkenheid is van andere bestuursorganen bij de besluitvorming. Het regelt ook een aantal op zichzelf staande onderwerpen, zoals de milieueffectrapportage en financiële bepalingen.
Het Omgevingsbesluit is voor alle doelgroepen relevant, dus voor zowel burgers en bedrijven, als voor overheden.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Omgevingsregeling
De Omgevingsregeling is de ministeriële regeling bij de Omgevingswet. De regeling bouwt voort op de wet en de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s). Het gaat om technische en administratieve regels voor het gebruik van de wet en de AMvB’s in de praktijk.