Toelaten antenne op een locatie
Bij het toelaten van antennes is er een onderscheid tussen vrijstaande antennes en antennes op bouwwerken. In sommige gevallen zijn antennes vergunningvrij toelaatbaar. Bij de ruimtelijke inpassing speelt met name elektromagnetische straling een rol. Er gelden geen instructieregels voor antennes.
Belangrijkste kenmerken antennes
Antenne-installaties staan op gebouwen, op een ander bouwwerk of op een vrijstaande eigen mast. De antenne zendt en ontvangt elektromagnetische straling. De straling van een antenne geeft een bepaalde veldsterkte. Hoe groter de afstand tot de antenne, hoe lager de sterkte van dit veld en hoe minder de blootstelling aan straling. Meer informatie over de effecten van straling en gezondheid vind u op de website van het Antennebureau. Zendmasten kunnen door hun hoogte een belemmering zijn voor vliegverkeer in de buurt van vliegvelden.
Beleid antennes
Rijk
Het beleid voor zendinstallaties is vastgelegd in het Nationaal Antennebeleid. Het doel van het Nationaal Antennebeleid (NAB) is om leefmilieu en veiligheid te stimuleren en faciliteren dat er voldoende ruimte is voor antenne opstelpunten. In bijlage 2 van het NAB is de 'Gedragslijn antennes op rijksobjecten' opgenomen. Hierin is aangegeven dat de Rijksoverheid de gebouwen die onder het beheer van de Rijksgebouwendienst vallen, in principe beschikbaar stelt als opstellocaties. Het gaat dan om kantoorgebouwen, terreinen en kunstwerken zoals bruggen, sluizen en wegportalen.
Nederland hanteert de blootstellingslimieten van de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP).
Gemeente
De gemeente geeft aan wat de ambities en uitgangspunten zijn bij nieuwe antennes. Gemeenten zijn autonoom in het bepalen van hun ruimtelijk beleid voor het plaatsen van antennes hoger dan 5 meter. Met antennebeleid bepaalt een gemeente het ruimtelijk beleid voor omgevingsvergunningplichtige zendmasten. Dit gebeurt via een nota, afwijkingenbeleid of omgevingsplan, Voor antennes lager dan 5 meter is vrijwel nooit een omgevingsvergunning nodig. Meer algemene informatie over gemeentelijk beleid vind u op de website van het Antennebureau.
Instrumenten toelaten antennes
Het toelaten van een antenne wordt meestal geregeld via een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit of via een aanpassing van het omgevingsplan. De motivering en afwegingen bij een buitenplanse omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit en wijziging van het omgevingsplan zijn vergelijkbaar. Wel is een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit gebaseerd op een concreet project (aanvraag). Maatregelen zijn soms al in de aanvraag opgenomen of kunnen als voorwaarden bij de vergunning gelden.
Omgevingsplan of omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit
Bij inpassing van een antenne gaat het erom dat deze past in de omgeving. Aan de ene kant betekent dit een aanvaardbaar leefklimaat en veilige omgeving rondom de antenne. Aan de andere kant moet de locatie geschikt zijn voor een goed werkend communicatienetwerk.
Als maatregelen nodig zijn, dan moeten deze geborgd worden in de omgevingsvergunning of het omgevingsplan. Deze bouw- en gebruiksregels zijn gericht op het evenwichtig toedelen van functies aan locaties. Denk bijvoorbeeld aan de situering en afstand van de antenne ten opzichte van omliggende woningen.
Elektromagnetische velden
Elektromagnetische velden van antennes kunnen het lichaam opwarmen. Dat kan slecht zijn voor de gezondheid en daarom zijn er blootstellingslimieten. Mensen mogen niet worden blootgesteld aan elektromagnetische straling boven de blootstellingslimieten van de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP). Meer informatie over blootstellingslimieten vindt u op de website van het Antennebureau.
De toelatingsregels van het omgevingsplan borgen dat de blootstellingslimieten niet worden overschreden. Meestal blijkt uit de aanvraag voor een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit dat de blootstellingslimieten niet worden overschreden.
Vergunningvrij voor toelaten
Het plaatsen van een antenne is, binnen bepaalde randvoorwaarden, vergunningvrij toelaatbaar. Dit staat in artikel 2.29 Bbl. Ook als dit niet past binnen de bouwregels van het omgevingsplan. Bij monumentaal beschermde gebouwen of gebieden kan wel een omgevingsvergunning vereist zijn.
Meer informatie vindt u op de webpagina Bouwregels Antenne.