Toelaten gemeentelijke weg en natuur
Het toelaten van een gemeentelijke weg op een locatie kan effect hebben op de natuur. Gemeentelijke wegen kunnen bij de realisatie en door toename van geluid of stikstof schade opleveren voor beschermde dier- en plantsoorten en natuurgebieden. Bij het toelaten van gemeentelijke wegen speelt natuur mee bij een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.
Invloed op de omgeving
Een gemeentelijke weg kan effect hebben op de omliggende natuur. Beschermde flora en fauna kan verdwijnen door bijvoorbeeld het aanleggen van verharding, rooien van beplanting en dempen van sloten.
Ook kan een gemeentelijke weg effect hebben op de flora en fauna en beschermde natuurgebieden die zich in de omgeving bevindt. Bijvoorbeeld door:
- lichthinder
- stikstoftoename als gevolg van verkeer
Dit geldt zowel in de aanlegfase als de gebruiksfase. In de aanlegfase is het effect tijdelijk en in de gebruiksfase permanent.
Beschermde natuurgebieden
De aanleg of wijziging van een gemeentelijke weg kan effect hebben op natuurgebieden. De beschermde natuurgebieden zijn:
- Natura 2000-gebieden. De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) wijst deze gebieden aan.
- Nationaal Natuurnetwerk Nederland (NNN). De provincie wijst deze NNN-gebieden aan.
- Gebieden met bijzondere natuurwaarden. De provincie of de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) wijst deze gebieden aan.
Maatregelen ter bescherming van natuur
Bij het toelaten van gemeentelijke wegen op een locatie is er een beperkt aantal maatregelen mogelijk voor het behoud van de natuur:
- afstand houden tot natuurgebieden
- beperken lichthinder door afscherming lichtbronnen of minder verlichting in de avond en nacht
- het beperken van uitstoot stikstof (bijvoorbeeld door instellen snelheidslimiet)
- compensatie van natuur (bijvoorbeeld door elders nieuwe natuur te ontwikkelen of bestaande natuur te verbeteren)
Beoordeling en borging
De gemeente moet natuur meewegen bij het toelaten van gemeentelijke wegen in het omgevingsplan. Natuur speelt dan ook mee bij de evenwichtige toedeling van functies.
Zijn er planten- en diersoorten of gebieden op of bij de locatie van een nieuwe weg? Dan moet onderzoek uitwijzen of de ontwikkeling een negatief effect heeft op deze soorten en natuurgebieden. Als er een mogelijk negatief effect is op beschermde soorten of gebieden, dan moeten er maatregelen worden genomen. Soms is er een omgevingsvergunning natuur nodig.
Natura 2000-gebied
Als er een mogelijk negatief effect is op een Natura 2000-gebied, dan is er een passende beoordeling nodig. Bijvoorbeeld vanwege stikstoftoename of lichthinder. In de passende beoordeling worden de effecten op het Natura 2000-gebied omschreven. En de maatregelen die nodig zijn om significant negatieve effecten te voorkomen.
Het gaat daarbij om effect op de beschermde waarden in het Natura 2000-gebied. Deze staan in de beheersplannen.
Nationaal Natuurnetwerk Nederland
Uit de regels in de omgevingsverordening Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) blijkt wat de te beschermen waarden zijn voor het NNN en gebieden met bijzondere natuurwaarden. Het toelaten van een weg is alleen mogelijk als voldaan wordt aan de regels in de omgevingsverordening.
Omgevingsverordening
Omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.6 van de Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 2.6, Omgevingswet bepaalt dat er voor het grondgebied van de provincie 1 omgevingsverordening is waarin regels over de fysieke leefomgeving zijn opgenomen.