Toelaten hoogspanningsverbinding en magneetvelden
Het Rijk adviseert aan het bevoegd gezag om bij het toelaten van nieuwe bovengrondse hoogspanningsverbindingen of het wijzigen van bestaande hoogspanningsverbindingen rekening te houden met magneetvelden. De magneetvelden zijn mogelijk van invloed op de gezondheid van omwonenden.
Deze pagina gaat over het toelaten van nieuwe bovengrondse hoogspanningsverbindingen of het wijzigen van bestaande hoogspanningsverbindingen. Informatie over het toelaten van nieuwe gevoelige gebouwen nabij een bovengrondse hoogspanningslijn vindt u op de pagina Toelaten gevoelige gebouwen bij hoogspanningsverbinding en magneetvelden.
Aanleiding voorzorgbeleid en internationale norm
Uit internationaal onderzoek blijkt dat er in de nabijheid van bovengrondse hoogspanningslijnen een geringe verhoging van het aantal gevallen van leukemie voorkomt. Eerst leek het alleen om kinderen te gaan. In 2022 stelde de Gezondheidsraad vast dat dit ook voor volwassenen geldt. De Gezondheidsraad concludeert dat er aanwijzingen zijn voor een oorzakelijk verband tussen magneetvelden en leukemie. Er is echter onvoldoende wetenschappelijk bewijs om te spreken over een waarschijnlijk of bewezen oorzakelijk verband. Het is dus niet zeker dat magneetvelden de oorzaak zijn van de verhoging van het aantal gevallen van leukemie nabij bovengrondse hoogspanningslijnen. De verhoging kan ook andere oorzaken hebben (die onbekend zijn) of toeval zijn.
De internationale norm is dat voorkomen moet worden dat burgers worden blootgesteld aan magneetvelden van meer dan 100 microtesla. Nederland overschrijdt deze norm op maaiveldniveau nergens.
Voorzorgbeleid en advies Rijk
In aanvulling op de internationale norm heeft Nederland een voorzorgbeleid. Daarover gold sinds 2005 een advies van het Rijk. Dit advies hield in om zoveel mogelijk te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig verblijven binnen een magneetveldzone. Een magneetveldzone is een gebied waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger kan zijn dan 0,4 microtesla.
Herijkt voorzorgbeleid en nieuw beleidsadvies
Op 21 april 2023 is het herijkte voorzorgbeleid magneetvelden bij elektriciteitsvoorzieningen in werking getreden. De ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben hierover een beleidsadvies (Herijkt voorzorgbeleid) aan het bevoegd gezag voor de ruimtelijke ordening (gemeenten, provincies en het Rijk) en de netbeheerders gestuurd. Deze brief vervangt de eerder door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu verzonden brieven over het voorzorgbeleid magneetvelden bij bovengrondse hoogspanningslijnen van 2005 (kenmerk: AS/2005183118) en 2008 (kenmerk: DGM/20081058664).
Inhoud voorzorgbeleid en advies
Doel voorzorgbeleid
Het doel van het voorzorgbeleid magneetvelden is om, zo veel als redelijkerwijs mogelijk is, te voorkomen dat burgers (volwassenen en kinderen) langdurig worden blootgesteld aan magneetvelden die afkomstig zijn van de elektriciteitsinfrastructuur. Niet omdat dit om gezondheidsredenen noodzakelijk is, maar uit voorzorg.
Reikwijdte voorzorgbeleid
Het voorzorgbeleid is gericht op het beperken van (de blootstelling aan) magneetvelden afkomstig van 50 hertz wisselspanningscomponenten in het elektriciteitsnet. De volgende netcomponenten vallen onder het voorzorgbeleid:
- bovengrondse hoogspanningsverbindingen, aangeduid als hoogspanningslijnen, met een spanning van 50 kV of hoger
- ondergrondse hoogspanningsverbindingen, aangeduid als hoogspanningskabels, met een spanning van 50 kV of hoger
- hoogspanningsstations, waarbij de hoogste spanning op het station 50 kV of hoger is
- middenspanningsstations, ook aangeduid als transformatorhuisjes, waarbij de hoogste spanning op het station tussen de 3 en 50 kV ligt (dus lager is dan 50 kV)
Opstijgpunten (de overgang tussen een bovengrondse en ondergrondse verbinding) gelden als onderdeel van de hoogspanningslijn.
Onderdelen voorzorgbeleid
Het voorzorgbeleid voor magneetvelden bestaat uit:
- bronmaatregelen, die de netbeheerders bij alle netcomponenten treffen
- afstandsmaatregelen bij bovengrondse hoogspanningslijnen, die het bevoegd gezag voor de ruimtelijke ordening op basis van de berekening van de magneetveldzone kan treffen
Voor wie geldt het advies
Het advies richt zich tot het zogenoemde bevoegd gezag ruimtelijke ordening (gemeenten, provincies en het Rijk) en de netbeheerders.
Met bevoegd gezag ruimtelijke ordening bedoelt het advies het bevoegd gezag voor het omgevingsplan of projectbesluit waarin:
- een nieuwe bovengrondse hoogspanningslijn of wijziging aan een bestaande bovengrondse hoogspanningslijn wordt toegelaten
- de magneetveldzone van een bovengrondse hoogspanningslijn wordt vastgelegd en in de planregels nieuwe gevoelige gebouwen worden voorkomen
- nieuwe gevoelige gebouwen nabij een bovengrondse hoogspanningslijn worden toegelaten
Voor het wijzigen van een bestaande bovengrondse hoogspanningslijn of het toelaten van een nieuw gevoelig gebouw kan ook een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit worden aangevraagd. Daarbij moet het bevoegd gezag beoordelen of wordt voldaan aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Op deze beoordeling is het advies ook van toepassing.
Bronmaatregelen aan netcomponenten
Een belangrijk onderdeel van het voorzorgbeleid is het nemen van redelijke (proportionele) bronmaatregelen. Het nemen van bronmaatregelen is onderdeel van de reguliere taken en werkzaamheden van de netbeheerders. De bronmaatregelen zorgen ervoor dat de magneetvelden in sterkte verminderen en de magneetveldzone smaller wordt. Met de netbeheerders is afgesproken dat de bronmaatregelen toegepast worden bij zowel de aanleg van nieuwe netcomponenten als bij wijzigingen van bestaande netcomponenten. Het gaat om maatregelen aan de netcomponenten, genoemd onder het tussenkopje Reikwijdte voorzorgbeleid.
Voorbeelden van bronmaatregelen zijn:
- fasenoptimalisatie bij bovengrondse hoogspanningslijnen of ondergrondse kabels (dat wil zeggen: het op een bepaalde wijze positioneren van de elektriciteitsdraden ten opzichte van elkaar)
- het in driehoeksformatie leggen van kabels of toepassen van driefasenkabels
- het verkleinen van de afstand tussen geleiders (elektriciteitsdraden)
- het zo veel mogelijk vermijden van geleiders langs muren, plafonds of het hek van middenspanningsstations en transformatorhuisjes, zeker als deze kunnen grenzen aan gevoelige gebouwen
Meer informatie over bronmaatregelen vindt u in bijlage 2 bij de brief van 21 april 2023.
Afstandsmaatregelen
Het advies om afstandsmaatregelen te nemen, gaat alleen over nieuwe situaties. Ook gaat het alleen over bovengrondse hoogspanningslijnen.
Afstandsmaatregelen kunnen aan de orde zijn bij:
- het toelaten van nieuwe bovengrondse hoogspanningslijnen en wijzigingen aan een bestaande bovengrondse hoogspanningslijn
- het toelaten van nieuwe gevoelige gebouwen nabij een bovengrondse hoogspanningslijn
Voor het bepalen van de aan te houden afstand moet een magneetveldzone worden berekend. Zie daarover onder het tussenkopje Berekenen omvang magneetveldzone.
In het vervolg van deze pagina gaan wij in op afstandsmaatregelen bij het toelaten van nieuwe bovengrondse hoogspanningsverbindingen of het wijzigen van bestaande hoogspanningsverbindingen. Informatie over afstandsmaatregelen bij het toelaten van nieuwe gevoelige gebouwen nabij een bovengrondse hoogspanningslijn vindt u op de pagina Toelaten gevoelige gebouwen bij hoogspanningsverbinding en magneetvelden.
Afstand houden bij toelaten nieuwe bovengrondse hoogspanningsverbindingen of wijzigen bestaande hoogspanningsverbindingen
Bij het toelaten van nieuwe bovengrondse hoogspanningsverbindingen of het wijzigen van bestaande hoogspanningsverbindingen is het advies om het aantal gevoelige gebouwen in de magneetveldzone in beeld te brengen. Hiervoor is het nodig om de magneetveldzone van de bovengrondse hoogspanningslijn te berekenen. De magneetveldzone is het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger kan zijn dan 0,4 microtesla.
Te maken afweging
Het beperken van het aantal gevoelige gebouwen in de magneetveldzone is geen wettelijke eis, maar vormt een richtinggevend advies. Het bevoegd gezag hoeft, als de magneetveldzone berekend is, het nemen van het besluit over de hoogspanningsverbinding niet enkel te laten afhangen van het aantal gevoelige gebouwen in de magneetveldzone. Het bevoegd gezag mag een integrale afweging maken van alle relevante aspecten. Op basis van die afweging kan het bevoegd gezag het besluit nemen. Het bevoegd gezag moet die integrale afweging onderbouwen en motiveren met navolgbare argumenten.
Het begrip gevoelige bestemmingen/gebouwen
Het beleidsadvies hanteert het begrip 'gevoelige bestemmingen'.
Onder gevoelige bestemmingen wordt in het beleidsadvies verstaan: bestemmingen in de magneetveldzone waarin mensen langdurig kunnen verblijven. Onder langdurig verblijf wordt verstaan: een dagelijks verblijf gedurende minimaal een jaar met een verblijftijd van minimaal 14-18 uur per dag.
Dit begrip sloot aan bij de terminologie van de Wet ruimtelijke ordening. Onder de Omgevingswet wordt het begrip 'bestemmingen' niet langer gebruikt. In plaats daarvan gebruiken wij daarom op deze pagina het begrip 'gevoelige gebouwen'. Dit begrip sluit goed aan bij de inhoudelijke bedoeling van het begrip en bij de terminologie zoals gebruikt in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
Dit leidt tot de volgende definitie: 'gebouwen in de magneetveldzone waarin mensen langdurig kunnen verblijven. Onder langdurig verblijf wordt verstaan: een dagelijks verblijf gedurende minimaal een jaar met een verblijftijd van minimaal 14-18 uur per dag.'
In het voorzorgbeleid uit 2005 werden tot gevoelige bestemmingen gerekend: woningen, scholen, kinderdagverblijven en crèches. Weliswaar verblijven kinderen in de regel geen 14 tot 18 uur per dag in scholen, kinderdagverblijven of crèches, vanuit het oogpunt van voorzorg wordt het toch wenselijk gevonden om deze instellingen ook als gevoelige bestemming / gevoelig gebouw aan te merken.
Uit onderzoek van de Gezondheidsraad uit 2022 is naar voren is gekomen dat mogelijk ook volwassenen een verhoogde kans op leukemie hebben in de nabijheid van bovengrondse hoogspanningslijnen. Daarom is het begrip gevoelige bestemmingen/gebouwen in het herijkte voorzorgbeleid verbreed. Naast woningen worden ook andere woonvormen waar mensen langdurig verblijven (zoals verpleeghuizen en instellingen voor mensen met een beperking) tot het begrip gerekend. Voor de duidelijkheid: dit betekent niet dat bestaande verpleeghuizen of instellingen niet in de nabijheid van een bestaande bovengrondse hoogspanningslijn mogen liggen. Het gaat enkel om het beperken van nieuwe situaties.
In het voorzorgbeleid uit 2005 werd ook de buitenruimte (bijvoorbeeld tuin of erf) behorende bij het gebouw tot de gevoelige bestemming gerekend. In de buitenruimte verblijven mensen in de regel echter niet langdurig. Met het oog daarop behoort de buitenruimte in het herijkte voorzorgbeleid niet meer tot de gevoelige bestemming / het gevoelige gebouw.
Voor het bepalen of het voorgenomen nieuwe gevoelige gebouw in de magneetveldzone ligt, wordt dus uitgegaan van het voorgenomen bouwvlak van het gebouw.
Hoewel zij strikt genomen niet altijd een gebouw zijn, vallen woonwagens en woonschepen ook onder het voorzorgbeleid.
Berekenen omvang magneetveldzone
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft op haar website een pagina Netkaart van de bestaande hoogspanningslijnen gepubliceerd. In deze Netkaart staat een afstand aangegeven ten opzichte van de bestaande hoogspanningslijnen. Is het bevoegd gezag van plan om binnen de afstanden van de Netkaart nieuwe gevoelige gebouwen ruimtelijk mogelijk te maken? Dan is het advies aan het bevoegd gezag om, in overleg met de netbeheerder, de magneetveldzone van de betreffende bovengrondse hoogspanningslijn te (laten) berekenen.
Berekeningen van de magneetveldzone bij bovengrondse hoogspanningslijnen worden uitgevoerd op basis van de recentste handreiking, te vinden op de RIVM-pagina Handreiking. De handreiking is per 1 april 2023 vervangen door een nieuwe versie. Deze handreiking is alleen te gebruiken voor bovengrondse hoogspanningslijnen.
Andere netcomponenten
Voor andere netcomponenten dan bovengrondse hoogspanningslijnen (zoals ondergrondse kabels, hoogspanningsstations en transformatorhuisjes) geldt het advies om afstand te houden niet. Dat betekent dat daarvoor ook geen magneetveldzone bepaald wordt.
Het houden van afstand tussen andere netcomponenten dan bovengrondse hoogspanningslijnen en gevoelige gebouwen is wel toegestaan. Afstand houden betekent dat de blootstelling aan magneetvelden verminderd wordt. Het is echter niet noodzakelijk om hiervoor een magneetveldzone te berekenen. Het bevoegd gezag kan ook simpelweg kijken naar wat met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en de doelen van de Omgevingswet mogelijk is.
Praktische toepassing voorzorgbeleid bij toelaten hoogspanningsverbinding
Het voorzorgbeleid krijgt bij het toelaten van nieuwe hoogspanningsverbindingen en wijziging van bestaande hoogspanningsverbindingen vorm door:
- het nemen van proportionele bronmaatregelen door de netbeheerder waardoor de magneetveldzone zo klein mogelijk is
- de tracékeuze van een nieuwe hoogspanningslijn: één van de aspecten waarop de ruimtelijke inpassing getoetst kan worden betreft het aantal gevoelige gebouwen in de magneetveldzone van een nieuwe hoogspanningslijn
- komen er gevoelige gebouwen binnen de magneetveldzone te liggen? Dan moet het bevoegd gezag een afweging maken of deze redelijkerwijze ter plaatse kunnen worden gehandhaafd. (Zie ook uitspraak 200908100/1/R1 van de Raad van State)
- voor woningen in de magneetveldzone in nieuwe situaties die niet ter plaatse gehandhaafd kunnen worden, hanteert netbeheerder Tennet een uitkoopbeleid
Overgangsbeleid
Als voor 1 oktober 2023 een ontwerpbestemmingsplan, ontwerpinpassingsplan of ontwerpvergunning ter inzage is gelegd, met een magneetveldberekening op basis van Handreiking 4.1 en/of een ruimtelijke afweging, die gebaseerd is op het voorzorgbeleid uit 2005, blijft deze van toepassing tot het bestemmingsplan, inpassingsplan of de vergunning onherroepelijk wordt.
Met de netbeheerders is afgesproken dat zij vanaf 1 oktober 2023 de afgesproken bronmaatregelen treffen.
Belangrijkste wijzigingen advies 2023 ten opzichte van adviezen 2005 en 2008
De belangrijkste wijzigingen van het advies 2023 ten opzichte van de adviezen uit 2005 en 2008 zijn:
- Mogelijk hebben ook volwassenen een verhoogde kans op leukemie in de nabijheid van bovengrondse hoogspanningslijnen. Daarom is het voorzorgbeleid niet langer alleen gericht op het voorkomen van blootstelling van kinderen, maar ook op volwassenen.
- Het begrip 'gevoelige bestemmingen' is verbreed. Naast woningen worden nu ook andere woonvormen waar mensen langdurig verblijven (zoals verpleeghuizen en instellingen voor mensen met een beperking) tot het begrip gerekend.
- Het voorzorgbeleid omvat naast afstandsmaatregelen ook afspraken over door de netbeheerders te nemen bronmaatregelen.
Meer informatie
- Informatie over het toelaten van gevoelige gebouwen bij hoogspanningsverbindingen vindt u op de pagina Toelaten gevoelige gebouwen bij hoogspanningsverbinding en magneetvelden.
- De brief over het herijkte voorzorgbeleid en beleidsadvies magneetvelden bij elektriciteitsvoorzieningen van 21 april 2023 van de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het bevoegd gezag voor de ruimtelijke ordening (gemeenten, provincies en Rijk) en netbeheerders, vindt u op de RIVM-pagina informatiebrief herijking voorzorgbeleid - 21 april 2023.
- Meer informatie over de uitvoering van het voorzorgbeleid magneetvelden en de rekenmethodiek is te vinden op de RIVM-pagina Hoogspanningslijnen.
Evenwichtige toedeling van functies aan locaties
Evenwichtige toedeling van functies aan locaties (ETFAL) betekent dat er een balans bestaat tussen verschillende functies die locaties binnen een gebied kunnen vervullen. Deze regels houden meer in dan alleen het bestemmen in een bestemmingsplan. Denk bij een functie bijvoorbeeld aan een netwerkfunctie (kabels en leidingen) of waterbergende functie (milieu).
Lees meer over evenwichtige toedeling van functies aan locaties.