Regels omgevingsplan
Tijdelijk deel omgevingsplan
Het tijdelijk deel omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) bestaat uit de ruimtelijke regels (onder andere bestemmingsplannen en beheersverordeningen) en de bruidsschat. In beide delen staan ruimtelijke regels.
Ruimtelijke regels
In het tijdelijk deel omgevingsplan staan regels voor buisleidingen met gevaarlijke stoffen. Deze regels richten zich op de ligging en het type leiding (aard van de stof en bij gas, de maximale druk). In het tijdelijk deel omgevingsplan kunnen ook regels over ondergrondse hoogspanningsverbindingen staan. Deze regels richten zich op de afstand van bepaalde gebouwen tot magneetvelden.
Daarnaast kunnen ook voor andere kabels en leidingen regels staan in de ruimtelijke regels van het tijdelijk deel, omdat ze naar het oordeel van het bevoegd gezag ruimtelijk relevant zijn.
Bruidsschat: omgevingsplanactiviteit bouwwerken
Bij een aanvraag om een vergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken (artikel 22.26 bruidsschat) wordt getoetst of het te bouwen bouwwerk aan de regels van het omgevingsplan voldoet. Alleen die delen van buis- en leidingenstelsels die als bouwwerk aan te merken zijn, kunnen hieronder vallen. De ondergrondse buis- en leidingenstelsels vallen niet onder deze vergunningplicht voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken. Deze buisleidingen zijn namelijk vergunning vrij op basis van artikel 22.27, onder h van de bruidsschat.
In het Besluit bouwen leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) heeft het Rijk ondergrondse buis- en leidingenstelsels aangewezen als vergunningvrij voor de omgevingsplanactiviteit (artikel 2.29, onder p, Bbl). Een uitzondering hierop zijn de buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De gemeente heeft de bevoegdheid om deze buisleidingen vergunningplichtig te maken in het nieuwe deel van het omgevingsplan.
Nieuw deel omgevingsplan
In het nieuwe deel van het omgevingsplan zullen regels komen te staan die gericht zijn op ruimtelijke inpassing van buisleidingen en regels die zich richten op de feitelijke aanleg.
Ruimtelijke regels
Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet moet de gemeente de regels van het tijdelijk deel omzetten naar het nieuwe deel omgevingsplan. Dit moet voor 1 januari 2032 klaar zijn. De regels moeten onder meer voldoen aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Bij buisleidingen met gevaarlijke stoffen spelen vooral de aspecten veiligheid en ruimtelijke inpassing. Bij ondergrondse hoogspanningsverbindingen speelt vooral het aspect magneetvelden.
Meer informatie hierover vindt u op de webpagina Toelaten kabels en leidingen.
Regels gericht op de feitelijke aanleg
De regels die zich richten op de regulering van de werkzaamheden in de openbare ruimte bij de aanleg van nutsvoorzieningenkabels staan nu in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) of Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI). Deze regels moeten uiterlijk voor 1 januari 2032 in het omgevingsplan zijn opgenomen. De gemeente moet namelijk regels over activiteiten die onderdelen van de fysieke leefomgeving wijzigen, opnemen in het omgevingsplan (artikel 2.1, eerste lid Omgevingsbesluit).
De regels over telecomkabels blijven echter in de APV of AVOI staan. De reden hiervoor is dat de regels hun grondslag vinden in de Telecommunicatiewet. Doordat de regels over telecomkabels uitputtend zijn geregeld in de Telecommunicatiewet worden deze regels niet opgenomen in het omgevingsplan. De Omgevingswet treedt terug als een onderwerp uitputtend in een andere wet is geregeld (artikel 1.4 Omgevingswet).
Regels omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit
De aanleg van buisleidingen in strijd met het omgevingsplan kan worden geregeld met een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). De omgevingsvergunning moet later worden opgenomen in het omgevingsplan.
Een omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt alleen verleend met het oog op een evenwichtig toedelen van functies aan locaties.
Meer informatie hierover vindt u op de webpagina Toelaten kabels en leidingen op een locatie.
Vergunningvrij, geen omgevingsplanactiviteit
In artikel 2.29 van het Bbl zijn bouwactiviteiten door het Rijk aangewezen, die zonder omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit uitgevoerd mogen worden. De regels in het omgevingsplan zijn niet van toepassing op deze vergunningvrije bouwactiviteiten. Bouwwerken met betrekking tot buis- en leidingstelsels vallen onder deze vergunningvrije bouwactiviteiten (artikel 2.29 aanhef, onder p, onder 4 en 5 Bbl). Hiervan zijn uitgezonderd bouwwerken met betrekking tot buisleidingen met gevaarlijke stoffen (aangewezen in artikel 3.101, eerste lid, aanhef a tot en met e Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Meer informatie hierover vindt u op de pagina Vergunningvrije omgevingsplanactiviteit die bestaat uit het bouwen.
Bouwregels technische bouwactiviteit
De regels voor de technische bouwactiviteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) richten zich op bouwwerken. Alleen die delen van buis- en leidingenstelsels die aan te merken zijn als bouwwerken, vallen onder deze regels.
Bouwregels en gebruiksfunctie
Voor die delen van een buis- en leidingstelsel die aan te merken zijn als een bouwwerk, gelden de bouwregels voor een bouwwerk geen gebouw zijnde Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (bijlage IB, Bbl).
Vergunningvrij voor de technische bouwactiviteit
Een bouwwerk geen gebouw zijnde betreffende een ondergrondse buis- en leidingstelsel is vergunningvrij voor de technische bouwactiviteit (artikel 2.27, onder i, Bbl).
Bouwregels Telecommunicatiewet
De Telecommunicatiewet (artikel 5.4, vierde lid) bevat een regeling over werkzaamheden voor de aanleg van telecommunicatiekabels. Deze wet regelt een gedoogplicht voor de aanleg van kabels met betrekking tot het communicatienetwerk in openbare en niet-openbare gronden (artikel 5.2). Voor de aanleg van kabels in de openbare grond geldt een meldingsplicht. Pas na instemming van het bevoegd gezag over de plaats, het tijdstip en wijze van uitvoering van de werkzaamheden kan gestart worden met de werkzaamheden (artikel 5.4).
De Telecommunicatiewet regelt ook de grondslag voor regels over de aanleg van telecommunicatiekabels in een gemeentelijke verordening.
Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI)
De AVOI is van toepassing op het aanleggen van kabels en leidingen in openbare gronden in beheer bij gemeenten. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet richten deze regels zich zowel op de nutsvoorzieningenkabels als kabels met betrekking tot telecommunicatie.
De regels over de aanleg van kabels en leidingen in de AVOI die niet over telecommunicatiekabels gaan, moeten naar het omgevingsplan. Dit zijn de regels die zijn gebaseerd op de Gemeentewet. Deze regels moeten uiterlijk voor 1 januari 2032 in het nieuwe deel van het omgevingsplan worden opgenomen. De aanleg van telecommunicatiekabels is uitputtend geregeld in de Telecommunicatiewet en zal daardoor niet worden opgenomen in het omgevingsplan.
Regels Besluit activiteiten leefomgeving
In het Bal stelt het Rijk algemene regels bij activiteiten in de fysieke leefomgeving. Voor verschillende activiteiten met betrekking tot de aanleg van kabels en leidingen staan regels in het Bal.
Milieubelastende activiteit
Het graven in een bodem is een milieubelastende activiteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) als het bodemvolume waarin wordt gegraven meer is dan 25 m3, met uitzondering van de waterbodem (artikel 3.48f Bal en 3.48d Bal). Bij het graven in een bodem als milieubelastende activiteit met een kwaliteit onder of gelijk aan de interventiewaarde bodemkwaliteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) geldt een informatieplicht (artikel 4.1220 Bal). Bij het graven in een bodem als milieubelastende activiteit met een kwaliteit boven de interventiewaarde geldt een meldingsplicht (artikel 4.1225 Bal).
Meer informatie hierover vindt u op de pagina Graven voor aanleg en onderhoud kabels en leidingen.
Ontgrondingsactiviteit bij waterstaatswerken in beheer van het Rijk
Om schade aan waterstaatwerken te voorkomen gelden er specifieke regels in een beperkingengebied met betrekking tot waterstaatswerken. Het ontgronden voor het aanleggen van kabels en leidingen in het beperkingengebied waterstaatwerken in beheer van het Rijk is een vergunningvrije activiteit (artikel 6.28 Bal). Wel is het ontgronden voor het aanleggen van kabels en leidingen bij waterstaatswerken in beheer van het Rijk meldingsplichtig (artikel 6.31 Bal).
Activiteiten rond Rijkswegen
Regels in een beperkingengebied met betrekking tot een weg voorkomen dat er op of vlak naast wegen activiteiten plaatsvinden die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de conditie van de weg. Het aanleggen van kabels en leidingen in een beperkingengebied met betrekking tot een weg is een beperkingengebiedactiviteit. Voor deze beperkingengebiedactiviteit zijn algemene rijksregels opgesteld, die gelden voor wegen die in beheer zijn bij het Rijk (paragraaf 8.2.2 van het Bal).
Activiteiten rond spoorwegen
Het aanleggen van kabels en leidingen op vastgestelde locaties rondom spoorwegen wordt in het Bal benoemd als een beperkingengebiedactiviteit bij spoorwegen. Voor deze activiteit gelden specifieke rijksregels (paragraaf 9.2.1 van het Bal). Voor de aanleg van bepaalde elektriciteitskabels en beschermbuizen geldt een vergunningplicht (artikel 9.20 Bal). Voor andere kabels en leidingen geldt een meldingsplicht (artikel 9.21 Bal).
Regels omgevingsverordening
In de omgevingsverordening Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) worden onderwerpen geregeld die van provinciaal belang zijn. Voor de aanleg van kabels en leidingen kunnen regels voor specifieke locaties, zoals beperkingengebied beheer provinciale wegen, in de omgevingsverordening staan.
Regels waterschapsverordening
De waterschapsverordening Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) bevat voor iedereen geldende regels voor waterkeringen, watergangen en grondwater binnen het beheergebied van een waterschap. Bij de aanleg van kabels en leidingen in het beheergebied van een waterschap, kunnen regels voor het aanleggen in de waterschapsverordening staan.