Inpassen school en geluid
Bij het ruimtelijk inpassen van een lagere of middelbare school op een locatie speelt geluid vaak een belangrijke rol. Een school kan door spelende kinderen op het schoolplein geluidhinder geven op de omgeving. Maar een school is ook een geluidgevoelige gebouw. Instructieregels zorgen dat het geluid bij een school aanvaardbaar is.
Invloed van en op de omgeving
Leerlingen op een school moeten ongestoord kunnen leren voor een goede ontwikkeling. Daarom is het van belang dat kinderen in een school geen last hebben van afleidende geluiden van buitenaf. Bijvoorbeeld door geluiden van bedrijven of treinen.
Aan de andere kant moet er aandacht zijn voor mogelijke hinder door spelende kinderen. De situering van de buitenspeelplaats ten opzichte van omliggende geluidgevoelige functies zoals woningen is dan van belang. Ook de situering van de fietsenstalling bij een school is belangrijk om zoveel mogelijk overlast van en op een school te beperken.
Maatregelen geluidsoverlast
Door maatregelen toe te passen is het vaak mogelijk om een aanvaardbaar leef- en verblijfsklimaat op een school te creëren. Of om geluidsoverlast op de omgeving te voorkomen. Denk hierbij aan de volgende maatregelen:
- leslokalen zo ver mogelijk van de geluidbron situeren
- vergroten van de afstand tussen de school en omliggende gevoelige functies
- rekening houden met de ligging van de buitenspeelplaats en fietsenstalling (liefst niet als binnenterrein)
- beperken buitenspeeltijden
- beperken omvang groep die buiten speelt
Beoordelen en borgen
Bij het inpassen van een school op een locatie moet het geluid aanvaardbaar zijn. De regels in het omgevingsplan borgen dat. Het gaat daarbij om:
- de hoeveelheid geluid van de activiteiten van de school, zoals spelende kinderen, op bijvoorbeeld woningen in de buurt
- de hoeveelheid geluid van bedrijven of wegen op de school
Daarbij mag de toe te laten school geen onevenredige beperking vormen voor de mogelijkheden van andere activiteiten en functies, zoals bedrijven.
De instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) beperken zich tot geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige ruimten. Deze instructieregels verschillen (deels) per type geluidsbron zoals bedrijven en wegen. Daarnaast moet er gekeken worden naar geluid van alle geluidbronnen samen.
School als bron
Een school is ook een geluidmakende activiteit. Een voorbeeld is het stemgeluid van kinderen. In het Bkl staan instructieregels voor geluid door activiteiten. Deze regels gelden op geluidgevoelige gebouwen.
Stemgeluid
Voor woningen in de buurt van scholen kan ook het stemgeluid van kinderen een belangrijke oorzaak van geluidhinder zijn. Het stemgeluid moet daarom altijd in de beoordeling worden meegenomen.
School als gevoelig object
Alle onderwijsgebouwen zijn in het Bkl aangewezen als een geluidgevoelig gebouw. Wel kan er een gedeelte van het gebouw uitgezonderd worden. Dit kan door voor een deel van het gebouw geen onderwijsfunctie toe te laten. Dit kan bijvoorbeeld voor de kantine (bijeenkomstfunctie), de gangen (verkeersfunctie) en het gymnastieklokaal (sportfunctie). Dit beperkt wel de gebruiksmogelijkheden van het gebouw.
Meer informatie vindt u op de pagina Geluid en gebouwen met een onderwijsfunctie.
De instructieregels van Bkl beschermen scholen en binnen deze gebouwen gelegen geluidgevoelige ruimten tegen geluid van bijvoorbeeld activiteiten en wegen.
Zijn er maatregelen nodig om te zorgen dat de hoeveelheid geluid op de school aanvaardbaar is? Dan moet dit geborgd worden via regels van het omgevingsplan.
In een aandachtsgebied van een rijksweg, een hoofdspoorweg of een provinciale weg
Het geluid van rijkswegen, hoofdspoorwegen en provinciale wegen wordt beheerst via de systematiek van geluidproductieplafonds. Er is een maximum aan de hoeveelheid geluid die zij mogen maken. De gemeente moet bij het toelaten van een school in het aandachtsgebied langs de (spoor)wegen bij de beoordeling van geluid uitgaan van dit maximum.
Met behulp van de instructieregels opgenomen in paragraaf 5.1.4.2a.4 'Geluidgevoelige gebouwen in geluidaandachtsgebieden' van het Bkl bepaalt de gemeente of het geluid op de toe te laten school aanvaardbaar is.
Naast een bedrijventerrein met een geluidproductieplafond
Op een bedrijventerrein met een geluidproductieplafond mogen alle bedrijven samen een maximale hoeveelheid geluid maken. De gemeente gaat bij het toelaten van een school in het aandachtsgebied rond het bedrijventerrein bij de beoordeling van geluid uit van deze geluidproductieplafonds. De gemeente hoeft voor het gemiddelde geluidsniveau niet te kijken naar individuele bedrijven. Alleen voor piekgeluiden moet het bevoegd gezag onderzoeken of het toelaten van een school individuele bedrijven niet inperkt in hun bedrijfsmogelijkheden.
Met behulp van de instructieregels opgenomen in paragraaf 5.1.4.2a.4 'Geluidgevoelige gebouwen in geluidaandachtsgebieden' van het Bkl bepaalt de gemeente of het geluid op de toe te laten school aanvaardbaar is.
Naast een gemeentelijke weg
Bij de ruimtelijke inpassing van een school langs een gemeentelijke weg zijn er ter bescherming van de gezondheid instructieregels opgenomen in paragraaf 5.1.4.2a.4 'Geluidgevoelige gebouwen in geluidaandachtsgebieden' van het Bkl. Met deze instructieregels uit het Bkl bepaalt de gemeente of het geluid van de gemeentelijke weg op de toe te laten school aanvaardbaar is.
De hoeveelheid geluid van een gemeentelijke weg wordt onder andere bepaald door de verkeersintensiteit van de weg. Die wordt meestal bepaald via een verkeersmodel. In het kader van een evenwichtige toedeling van functies, moeten ook toekomstige ontwikkelingen meegenomen worden in dit verkeersmodel.
In de buurt van bedrijven en andere activiteiten
Bij het toelaten van een school bij een bedrijf of een andere activiteit moet er een afweging gemaakt worden tussen 2 belangen:
- het woon- en leefklimaat bij de toe te laten school
- het belang van een bestaand bedrijf om op een bepaalde locatie te mogen produceren
Voor een school bevat het omgevingsplan meestal al gebruiksregels om de geluidskwaliteit van scholen te waarborgen. Voor activiteiten die nog onder het tijdelijk deel van omgevingsplan vallen, zijn dat ruimtelijke regels én de regels uit de bruidsschat
Activiteiten in het nieuwe deel van het omgevingsplan hebben gebruiksregels op basis van de instructieregels van het Bkl. Dan kan een school bijvoorbeeld (al dan niet gebiedsgericht) bescherming krijgen op basis van een immissie-eis.
De bestaande gebruiksregels voor bedrijven of activiteiten in het omgevingsplan zijn over het algemeen niet gericht op het beschermen van de belangen van het bedrijf. Door het toelaten van een school mogen bestaande functies of bedrijven niet onevenredig ingeperkt worden hun gebruiksmogelijkheden. Dit kan het geval zijn als een school te dicht bij een bedrijf wordt toegelaten.