Toepassen beste beschikbare technieken
Een veehouder moet passende preventieve maatregelen nemen om de emissies van ammoniak te verminderen. Het gaat om het toepassen van de beste beschikbare technieken (BBT) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Dit volgt uit de specifieke zorgplicht van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal).
Dierenverblijven
Voor stallen zijn er emissiegrenswaarden voor ammoniak. Het is mogelijk om lokaal strenger te zijn dan de algemene regels minimaal eisen. Zie voor meer informatie hierover de rapportage strenger vergunnen veehouderij.
Als er voor een stal geen emissiegrenswaarde is, geldt de specifieke zorgplicht. De veehouder moet zelf invulling geven aan het beperken van de emissie van ammoniak. Het bevoegd gezag kan eventueel eisen stellen.
Opslaan mest
Voor mestbassins geldt dat de agrariër deze moet afdekken om de emissie van ammoniak te beperken. Dit is geregeld in paragraaf 4.86 van het Bal.
Uitrijden van mest
Het verminderen van de emissie van ammoniak bij het uitrijden van mest is geregeld in paragraaf 3.2.20 van het Bal. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur is hiervoor het bevoegd gezag. Dit staat in artikel 2.8 van het Bal.
BBT-conclusies
Voor veehouderijen met een IPPC-installatie gelden de BBT-conclusies. Hierin staan maatregelen om de emissie van ammoniak te verminderen. Dit geldt voor het opslaan van mest, het uitrijden van mest en voor stallen. In de meeste gevallen zijn de regels in het Bal voldoende om hier invulling aan te geven. Het bevoegd gezag kan in specifieke gevallen gemotiveerd aanvullende maatregelen in de omgevingsvergunning milieubelastende activiteit opnemen.
Meer informatie vindt u op de pagina BBT-conclusies per IPPC-categorie.
Beoordelen gevolgen van ammoniak - bescherming natuurgebieden
De gevolgen van de emissie van ammoniak worden primair geregeld via de eisen die gelden vanwege nadelige gevolgen voor een Natura 2000-gebied. Een veehouder heeft in de meeste gevallen een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit nodig. Hiervoor is de provincie het bevoegd gezag.
Het kan zijn dat de provincie in de omgevingsverordening ook nog aanvullende eisen heeft vanwege bescherming van zeer kwetsbare natuurgebieden. Dit kunnen regels zijn die de gemeente moet volgen bij het verlenen van een omgevingsvergunning milieubelastende activiteit voor een veehouderij. Als er in de omgevingsverordening geen regels staan, hoeven de gevolgen van ammoniak niet te worden beoordeeld. Dit staat in artikel 8.21 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
Berekenen emissie van ammoniak vanuit een stal
De emissie van een stal is afhankelijk van het stalsysteem en of er aanvullende technieken zijn. De lijst met stalsystemen en emissiefactoren staat in bijlage V van de Omgevingsregeling. De lijst met aanvullende technieken met reductiepercentages staat in bijlage VI van de Omgevingsregeling. In artikel 4.6 van de Omgevingsregeling staan rekenregels om te bepalen wat de emissie is van ammoniak van een stalsysteem in combinatie met (een) aanvullende techniek(en).
Meer informatie
Meer informatie over milieuregels die gelden voor veehouderijen vindt u op de overzichtspagina Praktijksituaties veehouderijen.