Stappenplan cumulatief rekenen veehouderij
Dit stappenplan is bedoeld voor het gedetailleerd cumulatief toetsen van fijnstof bij veehouderijen. In bepaalde gevallen moet u bij het toetsen van een oprichting of wijziging van een veehouderij ook omliggende veehouderijen in een straal van ten minste 500 m invoeren. Dit staat in artikel 8.18 van de Omgevingsregeling Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Het stappenplan gaat uit van gebruik van rekenmodel ISL3a.
Gedetailleerd cumulatief toetsen
De berekening in het rekenmodel ISL3a is hetzelfde als bij het berekenen van een enkele veehouderij. Zie ook de invoerinstructie ISL3a. Het verschil is dat bij de invoer van bronnen niet alleen de bronnen van de te beoordelen veehouderij worden ingevoerd. Maar van alle veehouderijen met een relevante emissie tot minimaal 500 m van de te beoordelen veehouderij.
Deze uitgebreide berekening is alleen verplicht bij veehouderijen die een aanvraag indienen met een totale emissie van fijnstof van meer dan:
- 500 kg/jaar als de achtergrondconcentratie hoger is dan 27 µg/m3
- 800 kg/jaar ongeacht de achtergrondconcentratie
De relevante omliggende veehouderijen die ingevoerd moeten worden, zijn beperkt tot de veehouderijen met een emissie fijnstof van:
- minimaal 500 kg/jaar in het geval de aanvrager ligt in een gebied met achtergrondconcentratie hoger dan 27 µg/m3
- minimaal 800 kg/jaar in alle andere gevallen
Veehouderijen die verder weg liggen of een kleinere emissie hebben mogen ook ingevoerd worden. Maar dat is niet verplicht.
Let op: Het bevoegd gezag voert de toetsing uit, maar de veehouder doet de aanvraag. Het is aan te bevelen dat de aanvrager de berekening zelf ook uitvoert. Voor de benodigde gegevens voor de berekening kan de aanvrager contact opnemen met het bevoegd gezag.
Stap 1. Achtergrondconcentratie
Bepaal de achtergrondconcentratie voor het gewenste jaar via de website van het RIVM of met een berekening in ISL3a. Beoordeel of de achtergrondconcentratie hoger is dan 27 µg/m3.
Stap 2. Totale emissie veehouderij
Bereken de totale emissie van de te beoordelen veehouderij. Een gedetailleerde cumulatieve toetsing is altijd nodig als de emissie hoger is dan 800 kg en nooit nodig als de emissie lager is dan 500 kg. Is de emissie hoger dan 500 kg, maar lager dan 800 kg? Dan is een gedetailleerde cumulatieve toetsing alleen nodig als de achtergrondconcentratie hoger is dan 27 µg/m3.
Stap 3. Selecteer bedrijven
Bepaal welke andere veehouderijen zich binnen een afstand van 500 m bevinden van het emissiepunt van het bedrijf uit de aanvraag. Met een kaart, gis-applicatie of met Excel kunt u de onderlinge afstand bepalen tussen de veehouderij uit de aanvraag en omliggende veehouderijen. De stallen zijn hierin bepalend.
Ligt een stal geheel of gedeeltelijk binnen die straal van 500 m? Dan moet u deze veehouderij in zijn geheel meenemen. Liggen de stallen (net) buiten de straal van 500 m? Dan mag het bevoegd zelf bepalen of deze stallen worden meegenomen in de berekening. Wij adviseren om veehouderijen met grote emissies tot een afstand van 1 km op te nemen in de berekening.
Achtergrond >27 µg/m3
Is de achtergrondconcentratie groter dan 27 µg/m3 in de gridcel van de aanvrager? Selecteer dan alle veehouderijen met een emissie van meer dan 500 kg/jaar in een straal van minstens 500 m.
Achtergrond <27 µg/m3
Is de achtergrondconcentratie kleiner dan 27 µg/m3? Selecteer dan alle veehouderijen met een emissie van meer dan 800 kg/jaar in een straal van minstens 500 m.
Bedrijven op net meer dan 500 m met een hoge emissie kunnen voor de zekerheid aan de selectie worden toegevoegd (beslissing bevoegd gezag).
Stap 4. Verzamel de invoergegevens en voer deze in ISL3a in
De invoergegevens in ISL3a zijn de te beschermen objecten (toetspunten) en de brongegevens.
Te beschermen objecten (TBO's)
De te beschermen objecten zijn alle objecten in de omgeving van de te beoordelen veehouderij in alle richtingen. De ligging en kenmerken van te beschermen objecten zijn ook te vinden in het Centraal Instrument Monitoring LuchtKwaliteit (CIMLK). Zie ook plaats van toetsing.
Brongegevens (agrarische bronnen)
Dit zijn de brongegevens van alle veehouderijen binnen de 500-metercirkel met een emissie van meer dan 500 kg of 800 kg uit stap 3. Alle veehouderijen met een emissie van meer dan 500 kg en 800 kg zijn ingevoerd in het Centraal Instrument Monitoring LuchtKwaliteit (CIMLK).
U kunt gegevens uit de CIMLK-tool exporteren. Deze data kunnen als basis worden gebruikt. Wel is actualisatie nodig als na de invoerperiode van de monitoring nog wijzigingen in veehouderijen plaats hebben gevonden.
De datum van de definitieve vergunning is bepalend voor het toetsmoment. Dat betekent dat de op dat moment meest actuele gegevens moeten worden gebruikt. Want in de periode tussen ontwerp- en definitieve vergunning van de aanvrager kunnen ook omliggende veehouderijen een nieuwe vergunning krijgen. Deze wijzigingen moeten dan in de definitieve berekeningen zijn opgenomen.
Exportbestand monitoring luchtkwaliteit (CIMLK)
De gemeente kan uit het Centraal Instrument Monitoring LuchtKwaliteit (CIMLK) een exportbestand downloaden.
- ga naar cimlk.nl, kies inloggen en kies daarna Downloaden in de bovenbalk
- vul het formulier in om veehouderijgegevens te kunnen exporteren
Het exportbestand uit het CIMLK heeft een bestandsformaat dat ISL3a kan inlezen als standaardbron. Zie de Handleiding ISL3a voor de werkwijze. Daarnaast kunt u de gegevens exporteren in csv- en shape-formaat.
De gemeente of regionale uitvoeringsdienst kan deze brongegevens ter beschikking stellen aan een veehouder. Hiermee kan de veehouder of zijn adviseur de gedetailleerde cumulatieve toets uitvoeren.
Bronnen in ISL3a
De gegevens van alle veehouderijen die ooit zijn berekend met ISL3a, zijn beschikbaar in ISL3a. Die kunnen eenvoudig aan de berekening worden toegevoegd (zie stap 5). Deze gegevens moeten worden beoordeeld op actualiteit. Ook een actueel bestand van Kernregistratie Dierverblijven (KRD) of I-GO (I-GO) kan de benodigde gegevens bevatten.
Stap 5. Voer de gegevens in
Maak een nieuw project aan en voer de gegevens van geselecteerde bedrijven (agrarische bronnen) in in het rekenmodel ISL3a. Voer vervolgens de TBO's (toetspunten) in. Is de te beoordelen veehouderij al ingevoerd? Dan kan ook dit project worden gebruikt of een kopie van dit project. De brongegevens van de te beoordelen veehouderij moet u dan wijzigen naar de aangevraagde situatie.
De brongegevens kunt u aanvullen met de brongegevens van de geselecteerde omliggende veehouderijen. Dit kan op verschillende manieren:
- Handmatig: maak in ISL3a de agrarische bronnen aan via de menu optie 'Bewerken' en vervolgens de optie 'Invoer item'.
- Importeren: Importeer een apart bestand met alle agrarische bronnen via de menu optie 'Bestand' en vervolgens de optie 'Importeren'.
ISL3a kent ook de mogelijkheid om projecten te im- en exporteren. Projecten kunt u in Excel bewerken, wat bij berekeningen met veel invoergegevens handig kan zijn. Zie de Handleiding ISL3a voor de werkwijze.
Onderzoeksgebied
Kies in ISL3a een onderzoeksgebied dat alle in te voeren bronnen en TBO's (toetspunten) omvat. Kies minimaal voor een gebied van 500 m vanaf alle zijden van de veehouderij.
Bij een veehouderij zijn de temperatuur van de stallucht, de uitstroomsnelheid en de hoogte van het emissiepunt relatief laag. Het emissiepunt bestaat meestal uit een aantal ventilatoren in de gevel of op het dak. De pluim (luchtstroom uit ventilatoren) raakt daarom al snel de grond. Hierdoor ligt de hoogste bijdrage aan de fijnstofconcentraties van de veehouderij bijna altijd in de directe omgeving van het emissiepunt.
Stap 6. Bereken de concentratie
Voer de berekening uit zoals beschreven in de handleiding ISL3a. Deze heeft als bronnen de veehouderij van de aanvraag zelf, plus de bronnen van de omliggende veehouderijen zoals aangegeven bij stap 2 en 3.
Stap 7. Bepalen dubbeltellingcorrectie (optioneel)
Bepaal de dubbeltellingcorrectie voor alle te beschermen objecten (TBO's). Volg de stappen uit de werkwijzer dubbeltellingcorrectie. Voor TBO's, die in hetzelfde GCN-kilometervak liggen, gelden dezelfde dubbeltellingcorrectie-waarden (dtc-waarden). Lees de berekende waarden voor jaargemiddelde concentratie en aantal overschrijdingsdagen af uit de rekenresultaten. Deze vindt u in de pdf- en het BLK-bestand, zie Handleiding ISL3a.
Corrigeer de rekenresultaten met de berekende dtc-waarden.
Als de concentraties hoger zijn dan de grenswaarden, past u ook zeezoutcorrectie toe. Zie artikel 8.13 van de Omgevingsregeling.
Stap 8. Herberekening bedrijfswoningen bij naastgelegen veehouderijen
Agrarische bedrijfswoningen worden beschermd tegen de belasting van fijnstof afkomstig van de veehouderijen in de omgeving. Maar niet tegen de belasting van fijnstof van de eigen stallen. Zie plaats van toetsing en dubbeltelling en cumulatie.
Bij de toets luchtkwaliteit kan het voorkomen dat u een overschrijding berekent bij een naastgelegen agrarische bedrijfswoning. Mogelijk zijn de eigen stallen behorend bij die bedrijfswoning hoofdbron van die overschrijding. Met een herberekening bepaalt u of die overschrijding wordt veroorzaakt door de veehouderij uit de aanvraag of door de eigen stallen.
De herberekening gaat als volgt:
- Is er een overschrijding op een agrarische bedrijfswoning van derden, na dubbeltelling- en zeezoutcorrectie?
- Zo ja, maak een kopie van de originele berekening.
- Verwijder de bronnen (stallen) die onderdeel zijn van de veehouderij waar die bedrijfswoning deel van uit maakt.
- Voor daarna opnieuw de berekening uit.
- Pas dubbeltelling- en zeezoutcorrectie toe met de waarden zoals bepaald in stap 7.
- Is er nog steeds sprake van een overschrijding fijnstof op de bedrijfswoning?
- Zo nee: de aanvraag van de te beoordelen veehouderij is mogelijk.
- Zo ja: u moet de aanvraag afwijzen, tenzij de overschrijding op de bedrijfswoning al bestond en niet is verergerd.
- Doe dit voor elke bedrijfswoning waar een overschrijding is.
Meer informatie
Omgevingsregeling
De Omgevingsregeling is de ministeriële regeling bij de Omgevingswet. De regeling bouwt voort op de wet en de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s). Het gaat om technische en administratieve regels voor het gebruik van de wet en de AMvB’s in de praktijk.